De gedeeltelijke vrijstelling op basis van het aanbieden van stageplaatsen

Op deze pagina

    Categorie

    Het gaat om een reële vrijstelling.  Het jongerenquotum dat de werkgever moet realiseren vervalt gedeeltelijk.

    Aanbieden van stageplaatsen - definitie

    Onder “aanbieden van stageplaatsen” moet worden verstaan: de mogelijkheid die een werkgever biedt om stage te lopen of een opleiding op de werkplek te volgen aan de volgende categorieën van stagiairs of cursisten:

    • leerlingen uit het voltijds technisch secundair onderwijs (TSO), met inbegrip van de overeenstemmende richtingen van het buitengewoon onderwijs (OV 4)
    • leerlingen uit het voltijds beroepssecundair onderwijs (BSO), met inbegrip van de overeenstemmende richtingen van het buitengewoon onderwijs (OV 2, 3 of 4)
    • werkzoekenden van minder dan 26 jaar die een beroepsopleiding volgen onder de verantwoordelijkheid van de VDAB, Actiris, Bruxelles-Formation, de FOREM of het ADG (de opleiding in de onderneming kan de vorm aannemen van een IBO)
    • cursisten van minder dan 26 jaar uit het volwassenenonderwijs
    • jongeren van minder dan 26 jaar die een opleiding volgen die erkend is door de bevoegde Gemeenschap (bv. bijscholingen of voltijdse dagopleidingen van Syntra)

    Worden hier niet bedoeld: de jongeren die in het kader van een opleiding op de werkplek met een arbeids-, leer-, stage- of inschakelingsovereenkomst in dienst zijn, en voor wie socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn (verplichte aangifte aan de RSZ).
     

    Het gaat bijvoorbeeld om jongeren in het stelsel “deeltijds leren – deeltijds werken”, de Syntra-leertijd, de “industriële” leerovereenkomst en de bezoldigde stageovereenkomst in het kader van de ondernemersopleiding.

    Deze situaties komen niet in aanmerking voor de gedeeltelijke vrijstelling op basis van het aanbieden van stageplaatsen, gewoonweg omdat de betrokken jongeren reeds meegeteld worden voor het bereiken van het verplicht jongerenquotum.  Het zijn namelijk startbaanovereenkomsten van type 2 of type 3.
     

    Voor welke werkgevers?

    Heel algemeen komen alle soorten werkgevers in aanmerking (private commerciële of industriële sector, non-profitsector, overheid).

    Voorwaarden

    De betrokken werkgever moet één of meerdere “overeenkomst(en) voor het aanbieden van stageplaatsen” sluiten met één of meerdere onderwijs-, opleidingsinstellingen en/of gewestelijke dienst(en) voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding op wier initiatief of onder wier toezicht de stages worden georganiseerd.

    De som van het aantal stageplaatsen die worden vermeld in de “overeenkomst(en) voor het aanbieden van stageplaatsen” moet minstens gelijk zijn aan 2/3 van de jongerenverplichting.

    Verplichte kenmerken van de «overeenkomst voor het aanbieden van stageplaatsen»

    De overeenkomst:

    • moet een begin- en einddatum bevatten, waarbij de maximum duur 12 maanden bedraagt;
    • moet in duidelijke bewoordingen de verbintenis van de werkgever bevatten om gedurende de hierboven vermelde periode een bepaald aantal leerlingen, studenten en/of cursisten de mogelijkheid te geven stage te lopen;
    • bevat een overzicht van het aantal stageplaatsen per kwartaal;
    • moet worden gedateerd en ondertekend door de werkgever en door de verantwoordelijke van elke betrokken onderwijs- of opleidingsinstelling of gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding.

    Techniek

    De federale minister van Werk kent een gedeeltelijke vrijstelling toe, namelijk voor 1/3 van de jongerenverplichting.  Dit gebeurt aan de hand van een individueel ministerieel besluit.

    Voorbeeld: een werkgever heeft tijdens het 2de kwartaal van het voorgaande jaar een personeelsbestand van 234,60 werknemers (in voltijdse equivalenten). Op basis van dit aantal heeft hij de verplichting om in de loop van het daaropvolgend jaar voortdurend minstens 7,04 jongeren van minder dan 26 jaar (gerekend in voltijdse equivalenten) in dienst te hebben. Wanneer deze werkgever één of meer “overeenkomst(en) voor het aanbieden van stageplaatsen” sluit, waarbij het totaal aantal voorziene stageplaatsen minstens 2/3 van die verplichting bedraagt, namelijk 5 stageplaatsen (de afronding van het resultaat van 7,04 x 2/3 gebeurt naar boven), dan kan hij voor de kwartalen, waarin de periode gelegen is waarin deze 2/3 wordt bereikt, vrijgesteld worden van 1/3 van zijn oorspronkelijk tewerkstellingsverplichting van 7,04 jongeren, namelijk 2,35 VTE (de afronding van de breuk 7,04 / 3 gebeurt naar boven). Door het aanbieden van 5 stageplaatsen (hoofden) wordt de jongerenverplichting dus verminderd met 1/3, wat neerkomt op de verplichting om minstens 4,69 jongeren in dienst te houden gedurende de geldigheidsduur van de vrijstellling.
     

    Aanvraagdossier

    Elke aanvraag tot vrijstelling moet ingediend worden bij de Algemene Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt aan de hand van een standaardformulier (DOC, 50.5 KB).

    Het aanvraagdossier moet minstens de volgende gegevens en documenten bevatten:

    • benaming, adres, juridische vorm en ondernemingsnummer van de werkgever
    • een nauwkeurige beschrijving van zijn activiteiten
    • het personeelsbestand in VTE van het 2de kwartaal van het voorgaand jaar
    • een kopie van één of meer “overeenkomst(en) voor het aanbieden van stageplaatsen” (PDF, 194 KB)
    • een overzicht van het totaal aantal stageplaatsen zoals die zijn voorzien in de hierboven vermelde overeenkomsten
    • de periode waarvoor de gedeeltelijke vrijstelling wordt aangevraagd, met vermelding van de begindatum
    • het advies van de ondernemingsraad of, bij onstentenis, van het comité voor de preventie en de bescherming op het werk of, bij onstentenis, van de vakbondsafgevaardiging
    • indien de werkgever reeds eerder een vrijstelling had op basis van het aanbieden van stageplaatsen: een gedateerde en ondertekende verklaring vanwege de verantwoordelijke(n) van de onderwijs- en/of opleidingsinstellingen en/of gewestelijke dienst(en) voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, die betrokken waren bij de “overeenkomst(en) voor het aanbieden van stageplaatsen” die de werkgever had gesloten met het oog op die voorgaande vrijstelling, waarmee bevestigd wordt dat de werkgever zijn verbintenis(sen), vervat in die overeenkomst(en) effectief is nagekomen.

    Volledige en geldige dossiers moeten binnen de 2 maanden na indiening behandeld worden, zoniet wordt de aanvraag tot vrijstelling van rechtswege beschouwd als ingewilligd, en mag de betrokken werkgever ervan uitgaan dat hij vrijgesteld is voor de duur van de gevraagde periode (begrensd tot 4 kwartalen).

    Nadere bepalingen

    • De gedeeltelijke vrijstelling kan toegekend worden voor een periode van maximum 4 kwartalen.
    • De vrijstelling kan enkel worden toegekend voor de kwartalen waarin
      • de geldigheidsduur van de “overeenkomst(en) voor het aanbieden van stageplaatsen” gelegen is
      • de periode gelegen is waarin de som van het aantal stageplaatsen voorzien in de “overeenkomst(en) voor het aanbieden van stageplaatsen” minstens gelijk is aan 2/3 van de jongerenverplichting van de werkgever.
       
    • Zonder afbreuk te doen aan deze 2 principes, kan de vrijstelling ten vroegste aanvangen bij het begin van het kwartaal waarin de aanvraag geldig werd ingediend.
    • De vrijstelling eindigt altijd op de laatste dag van een kwartaal.
    • De minister kan de toegekende vrijstelling intrekken wanneer de werkgever niet kan bewijzen dat de stageplaatsen effectief werden ingevuld, behalve wanneer hij daar schriftelijk een geldige reden voor kan opgeven die door de betrokken onderwijs- of opleidingsinstellingen of gewestelijke dientst(en) voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding bevestigd wordt in datzelfde geschrift.
       
    • De gedeeltelijke vrijstelling kan na afloop hernieuwd worden (hetzij onmiddellijk aansluitend, hetzij na verloop van een zekere tussentijd), mits voldaan wordt aan alle voorwaarden.