De startbaanovereenkomst
Op deze pagina
Wat is een startbaanovereenkomst?
Een startbaan is de tewerkstelling van elke -26-jarige in het kader van een normale, minstens halftijds arbeidsovereenkomst of in het kader van een leer-, stage- of inschakelingsovereenkomst.
Een SBO op zichzelf bestaat niet. Het is veeleer een label dat op een bestaand type contract gekleefd wordt. Het moet wel gaan om een type contract dat daarvoor in aanmerking komt.
Of met andere woorden: zolang een jongere geen 26 jaar oud is, heeft elke tewerkstelling in het kader van een overeenkomst die SBO kan zijn, automatisch de hoedanigheid van SBO. Hiervoor moet geen enkele formaliteit vervuld worden (noch inschrijving als werkzoekende, noch kaart).
Types overeenkomsten die de hoedanigheid van SBO kunnen hebben
SBO type 1: gewone arbeidsovereenkomst zonder meer
- verplicht minstens halftijdse tewerkstelling
- naar keuze van bepaalde of onbepaalde duur
- er is geen minimumduur.
SBO type 2: combinatie van een deeltijdse arbeidsovereenkomst en een opleiding
De arbeidsovereenkomst:
- naar keuze van bepaalde of onbepaalde duur
- verplicht minstens halftijdse tewerkstelling
- de som van tewerkstelling en opleiding mag op jaarbasis niet méér bedragen dan een voltijdse tewerkstelling. Duurt de SBO minder dan een jaar, dan is de duur van de SBO de basis om de maximale tewerkstelling te bepalen.
De opleiding:
- moet georganiseerd of erkend zijn door de bevoegde Gemeenschapsoverheid of door een sector
- moet op jaarbasis minstens 240 uren omvatten
- indien de opleiding eindigt of stopgezet wordt, en de tewerkstelling onder arbeidsovereenkomst voortduurt, dan wordt de SBO automatisch een SBO van het type 1.
Formaliteiten:
- de gegevens in verband met de opleiding (benaming/inhoud/finaliteit, duur, uurrooster en opleidingsinstelling) moeten opgenomen worden in de startbaanovereenkomst;
voorbeeld (PDF, 89.11 KB) . - de opleidingsinstelling moet een inschrijvingsbewijs aan de jongere uitreiken, evenals een bewijs, per kwartaal, dat hij de opleiding regelmatig volgt;
voorbeeld (PDF, 50.75 KB). - de jongere moet dit inschrijvingsbewijs en deze kwartaalbewijzen van nauwgezetheid aan zijn werkgever bezorgen, die ze gedurende minstens 5 jaar moet bijhouden.
SBO type 3: leer-, stage- of inschakelingsovereenkomst
Kunnen de hoedanigheid van SBO hebben:
- een leerovereenkomst voor een werknemersberoep ("industriële leerovereenkomst");
- een "Middenstandsleerovereenkomst" (leertijd) ;
- een stageovereenkomst in het kader van een opleiding tot ondernemingshoofd;
- een overeenkomst voor socioprofessionele inschakeling (bv. de Brugprojecten in het Vlaams deeltijds onderwijs)
Situaties waarin GEEN SBO mogelijk is
Vormen van tewerkstelling die geen SBO kunnen zijn
Tewerkstellingen in statutair dienstverband (op basis van een benoeming) kunnen niet de hoedanigheid van SBO hebben (aangezien er geen contract is).
Hetzelfde geldt voor types van overeenkomsten die niet in de lijst hierboven voorkomen, zoals bv. de overeenkomst voor tewerkstelling van studenten of de beroepsinlevingsovereenkomst.
Ook niet goed: arbeidsovereenkomsten die voorzien in een minder dan halftijdse tewerkstelling.
Hertewerkstellingsprogramma of doorstromingsprogramma (gesloten vóór 1 januari 2019)
Een SBO kan niet bestaan uit een arbeidsovereenkomst die gesloten wordt in het kader van
- een hertewerkstellingsprogramma (ook "opslorping van de werkloosheid" genoemd; bv. GesCo, DAC, IBF)
- een doorstromingsprogramma.
Deze uitsluiting is enkel van toepassing op de arbeidsovereenkomsten die aanvangen vóór 1 januari 2019.
Vervangingsovereenkomsten…
Een tewerkstelling in het kader van een SBO moet een bijkomende tewerkstelling zijn.
Dit betekent dat arbeidsovereenkomsten die gesloten worden om een vaste werknemer gedurende diens afwezigheid te vervangen of om een bruggepensioneerde te vervangen, niet de hoedanigheid van SBO kunnen hebben.
… BEHALVE in één bijzonder geval
Wordt een jongere van buitenlandse afkomst aangeworven om een bruggepensioneerde te vervangen, dan kan zijn arbeidsovereenkomst tóch dienst doen als SBO.
Ontslag van een andere werknemer ter compensatie
De aanwerving van een jongere met een SBO mag niet gecompenseerd worden door het ontslag van personeel binnen een periode die 2 maanden vóór zijn aanwerving begint en eindigt bij de einddatum van de SBO. Ontslag om redenen die niets te maken hebben met de aanwerving van de jongere blijft natuurlijk wél mogelijk.
Situaties waarin WÉL een SBO mogelijk is
- Het beroepsverleden van de betrokken jongere is van geen enkel belang: hij mag vóór zijn aanwerving reeds gewerkt hebben in elke mogelijke hoedanigheid (leer , stage- of arbeidsovereenkomst, al dan niet met de hoedanigheid van SBO, jobstudent, interim,…).
- Het statuut van de betrokken jongere op het ogenblik van aanwerving is evenmin van belang: de jongere mag niet-werkend werkzoekende of uitkeringsgerechtigde werkloze zijn of reeds aan het werk zijn.
- Een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid met een -26-jarige heeft de hoedanigheid van SBO.
Duur van de SBO
De SBO duurt zolang de tewerkstelling van de jongere bij de werkgever duurt, tot - ten laatste - het einde van het kwartaal waarin de jongere 26 jaar wordt.
Deze tewerkstelling hoeft niet noodzakelijk plaats te vinden in het kader van één enkele arbeids-, leer-, stage- of inschakelingsovereenkomst: de SBO van een jongere bij een bepaalde werkgever kan ook bestaan uit verscheidene overeenkomsten die aansluitend op elkaar volgen.
Voorbeelden:
- leerovereenkomst --> stage-overeenkomst --> arbeidsovereenkomst
- arbeidsovereenkomst van bepaalde duur --> arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.
Er moet wel rekening mee gehouden worden dat de specifieke wetgeving inzake de genoemde overeenkomsten (de arbeidsovereenkomstenwet of de wetgeving betreffende de leer- en stage-overeenkomsten) soms niet toelaat om verscheidene overeenkomsten of verscheidene overeenkomstentypes zomaar na mekaar te sluiten.
Tewerkstelling onder SBO bij opeenvolgende werkgevers
Zolang de jongere geen 26 jaar oud is, heeft elke tewerkstelling in het kader van een overeenkomst die SBO kan zijn, automatisch de hoedanigheid van SBO. Dat hij voordien misschien reeds bij een of meer andere werkgevers tewerkgesteld was, is hierbij van geen enkel belang.
Anders gezegd: een jongere mag in het startbanenstelsel onbeperkt van werkgever veranderen tot net voor zijn 26ste verjaardag.
Elke nieuwe tewerkstelling bij een nieuwe werkgever is een aparte, nieuwe SBO.
Vanuit de startbaanregelgeving staat ook geen beperking op het wisselen van type van SBO.
Zoals in het vorig punt moet er wél op gelet worden dat de specifieke wetgeving die van toepassing is op de overeenkomst die dienst doet als SBO (vnl. wetgeving betreffende leer- en stage-overeenkomsten) soms niet toelaat verscheidene overeenkomsten of verscheidene overeenkomstentypes zomaar na mekaar te sluiten.
Einde van de SBO
Een SBO eindigt wanneer de tewerkstelling van de jongere bij de betrokken werkgever eindigt. Blijft de jongere in dienst bij dezelfde werkgever, dan eindigt zijn SBO op de laatste dag van het kwartaal waarin hij 26 jaar wordt.
Bijzondere kenmerken van de SBO, in vergelijking met de gewone overeenkomsten die niet die hoedanigheid hebben
Verminderd loon in geval van opleiding
Bij aanwerving van een jongere onder arbeidsovereenkomst (minstens halftijds, = SBO type 1 heeft de werkgever de mogelijkheid om, gedurende de eerste 12 maanden van de tewerkstelling, aan de opleiding van die jongere een bedrag te besteden dat gelijk is aan maximum 10 % van zijn loon.
In dit geval mag de werkgever het normaal loon van de jongere verminderen met dit bedrag. Het effectief loon mag echter niet lager zijn dan het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen.
De werkgever moet jaarlijks aan de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de werknemersafvaardiging of, bij ontstentenis, het subregionaal tewerkstellingscomité rapporteren en meedelen waaraan voornoemde 10% precies besteed werd.
Deze bijzonderheid is niet van toepassing op SBO's van type 2 of 3.
Sollicitatieverlof met behoud van loon
Gedurende de eerste 12 maanden van zijn tewerkstelling mag de jongere op elk moment afwezig zijn, met behoud van loon of vergoeding, om in te gaan op werkaanbiedingen.
Verkorte opzeggingstermijn
Als de jongere in dienst is met een arbeidsovereenkomst (wet van 3 juli 1978) of een werknemersleerovereenkomst (wet van 19 juli 1983), mag hij, gedurende de eerste 12 maanden, die arbeids- of leerovereenkomst op elk moment beëindigen met een opzeggingstermijn van 7 dagen wanneer hij een andere baan vindt.
De opzeggingstermijn begint daags na de betekening ervan te lopen.
Deze eigenaardigheid geldt niet voor de andere types overeenkomsten die de hoedanigheid van SBO kunnen hebben (bv. leer- of stageovereenkomst van de Middenstand).