Vrijstelling op basis van een risicogroepen-CAO die een inspanning van minstens 0,15% voorziet

Op deze pagina

    Categorie

    De vrijstelling op basis van een risicogroepen-CAO die een inspanning van minstens 0,15% voorziet is geen reële vrijstelling, maar eerder

    • een manier om de jongerenverplichting van alle onderworpen individuele werkgevers van een groep of een sector te solidariseren over het geheel van die groep of sector (anders gezegd: de kleintjes worden mee in het bad genomen…),
    • een techniek om de jongerenverplichting op een alternatieve manier in te vullen, namelijk niet door directe tewerkstelling, maar door het (mee-)organiseren of financieren van opleidingen en vormen van trajectbegeleiding,
    • een combinatie van beide.

    De inspanning die tegenover de "vrijstelling" staat, moet minstens evenwaardig zijn aan de (kostprijs van) de normale jongerenverplichting van de betrokken werkgevers.

    Principes en voorwaarden

    Een werkgever, een groep werkgevers die tot dezelfde sector behoren of alle werkgevers van een sector samen kunnen geheel of gedeeltelijk vrijgesteld worden van de jongerenverplichting wanneer

    1. hij/zij gebonden is/zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst die een inspanning voorziet van ten minste 0,15% ten gunste van de risicogroepen voor de lopende IPA-periode (IPA = interprofessioneel akkoord, traditioneel voor telkens 2 jaar gesloten);
    2. hij/zij kan/kunnen aantonen
      • ofwel dat hij/zij zich met een collectieve arbeidsovereenkomst ertoe geëngageerd heeft/hebben jongeren tewerk te stellen,
      • ofwel dat hij/zij een overeenkomst heeft/hebben met de VDAB, de BGDA, het IBFFP, de FOREM of het Arbeitsamt met de bedoeling jongeren op te leiden of tewerk te stellen;
    3. de gevraagde vrijstelling geen negatief effect op de werkgelegenheid heeft.

    Er is sprake van zo'n negatief effect wanneer het tewerkstellingsvolume tijdens de vrijstellingsperiode lager is dan het volume op 30 juni van het jaar dat de door de vrijstelling gedekte periode voorafgaat.

    De risicogroepen-CAO moet een exacte berekening bevatten van de reële jongerenverplichting voor de betrokken werkgever(s) of, als het een ganse sector betreft, van de reële jongerenverplichting van de werkgevers uit die sector die aan die verplichting onderworpen zijn.

    Als het een sector betreft, moet bij de berekening van de reële jongerenverplichting geen rekening worden gehouden met de werkgevers uit de sector die een reële vrijstelling inzake jongerenverplichting hebben.

    De inspanning van minimaal 0,15%, voorzien in de risicogroepen-CAO, moet

    • wanneer zij tot doel heeft arbeidsplaatsen voor jongeren te scheppen of dit te bevorderen, betrekking hebben op een aantal personen dat minstens gelijk is aan het resultaat van de berekening van de reële jongerenverplichting, zoals opgenomen in de risicogroepen-CAO,

    en/of

    • wanneer zij tot doel heeft opleidingen voor jongeren te realiseren of te bevorderen, betrekking hebben op een financiële inspanning die minstens gelijk is aan de geraamde kost van de tewerkstelling van voornoemd aantal jongeren.

    Wanneer een gedeeltelijke vrijstelling gevraagd wordt, wordt er rekening gehouden met de verhouding tussen de in de risicogroepen-CAO voorziene inspanning en de exacte berekening van de reële jongerenverplichting van de betrokken werkgever(s) of de sector.

    Techniek

    De federale minister van Werk kent een volledige of gedeeltelijke vrijstelling toe inzake jongerenverplichting.  Dit gebeurt aan de hand van een ministerieel besluit op advies van het beheerscomité van de RVA.

    Aanvraagdossier en procedure

    • elke aanvraag tot vrijstelling moet ingediend worden bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen, Afdeling van de werkgelegenheid;
    • het dossier moet de nodige gegevens en stukken bevatten die aantonen dat de betrokken werkgever(s) of de sector aan de voorwaarden voldoet/voldoen;
    • bij het dossier hoort ook, voor elke betrokken werkgever, het advies van de ondernemingsraad, het CPBW of de vakbondsafvaardiging of, wanneer het om een sector gaat, het advies van het/de bevoegd(e) paritair(e) comité(s);
    • indien de betrokken werkgever(s) of sector in het verleden reeds een vrijstelling had(den) op basis van een risicogroepen-CAO die een inspanning van minstens 0,15% voorzag, dan moet het dossier een evaluatierapport bevattten waarin beschreven wordt hoe die inspanning concreet verwezenlijkt werd (hoofdzakelijk aan de hand van cijfers);
    • elk aanvraagdossier wordt voor advies voorgelegd aan het beheerscomité van de RVA.

    Nadere bepalingen

    • De vrijstelling kan toegekend worden voor een periode die ten vroegste begint op de eerste dag van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de risicogroepen-CAO wordt neergelegd op de griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en ten laatste eindigt op 31 december van het tweede daaropvolgende kalenderjaar.
      De einddatum van die periode moet steeds samenvallen met het einde van een kalenderkwartaal.
    • De federale minister van Werk kan, na advies van het beheerscomité van de RVA, beslissen een vrijstelling in te trekken wanneer de betrokken werkgever(s) of sector de verbintenissen van de CAO('s) die aan de basis van de vrijstelling ligt/liggen, niet nakomt/nakomen.
      Zo'n intrekking wordt van kracht de eerste dag van de maand die volgt op de beslissing van de minister.
      Deze beslissing bepaalt ook de tijdsspanne waarin de betrokken werkgever(s) of sector terug moet(en) overgaan tot de aanwerving van jongeren.