De burger heeft recht op informatie en het is de taak van de administratie om die informatie te verschaffen. Dit principe is ingevoerd door de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur die doelt op een grotere transparantie van de werking van de administratieve overheid. De openbaarheid werkt in twee richtingen: van de administratie naar de bevolking (actieve openbaarheid) en van de burgers naar de administratie (passieve openbaarheid). De actieve openbaarheid krijgt concreet vorm door het opzetten en uitwerken van een informatiebeleid voor de gebruikers van de administratie. De passieve openbaarheid krijgt vorm via het recht op het raadplegen van bestuursdocumenten.
Informatiebeleid van de FOD
Het Directiecomité van de FOD bepaalt het informatiebeleid van de FOD. Het beleid bestaat in het ontwikkelen van een hele reeks informatietools en – documenten (o.a. deze website) en het behandelen van de individuele informatieaanvragen (zie informatie).
Recht op het raadplegen van bestuursdocumenten
Het raadplegen van bestuursdocumenten is een grondwettelijk recht. Dit recht werd geopend door de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en meer in het bijzonder door de oprichting van de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten.
Sinds 1995 kunnen alle burgers dit toegangsrecht doen gelden. Wanneer de administratie de burger dit recht ontzegt, kan die laatste een beroep doen op de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten die zij aanvraag zal behandelen. De Commissie verstrekt dan advies.
Op de website van de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten vind je meer informatie en kan je haar adviezen raadplegen.