Algemene verlaging van de loonkost

Op basis van het klassieke economische schema van vraag en aanbod, speelt de loonkost een belangrijke rol voor de tewerkstelling. Algemeen kan men stellen dat hoe lager de loonkost is, hoe sneller een werkgever zal geneigd zijn om bijkomend personeel aan te werven. Omgekeerd zal een hogere loonkost een negatief effect hebben op de tewerkstelling.

De loonkost bestaat enerzijds uit het brutoloon, verschuldigd door de werkgever aan de werknemer, en anderzijds de patronale bijdragen voor de sociale zekerheid die de werkgever rechtstreeks verschuldigd is aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. De federale maatregelen op vlak van de loonkost speelt in op beide facetten.

De patronale basisbijdragen voor de sociale zekerheid bedragen 25% van het brutoloon voor de private profitsector, inclusief de loonmatigingsbijdrage. Voor de private nonprofitsector belopen de bijdragen 32,40%.

Voor handarbeiders worden de sociale bijdragen berekend op 108% van het brutoloon. Deze verhoging wordt verklaard door het feit dat de handarbeiders vakantiegeld krijgen vanuit de vakantiekassen en op dit vakantiegeld zijn geen werkegeversbijdragen verschuldigd. Bij bedienden wordt het vakantiegeld gewoon door de werkgever betaald.

Naast deze patronale basisbijdragen betalen werkgevers nog een paar kleine bijdragen onder bepaalde voorwaarden. Het gaat bijvoorbeeld om:

  • 1,60% (1,69% met loonmatigingsbijdrage) voor de werkloosheid, enkel voor werkgevers met minstens tien werknemers
  • de gewone en bijzondere bijdrage voor het Fonds Sluiting Ondernemingen
  • de bijdragen voor de risicogroepen

Specifieke maatregelen bestaan om deze sociale bijdragen te verlagen.

In de eerste plaats zorgt de structurele vermindering voor een algemene verlaging van de patronale basisbijdragen. Deze structurele vermindering is enkel van toepassing voor werknemers die volledig onderworpen zijn aan alle basisregelingen van de sociale zekerheid. Concreet betekent dit dat, met uitzondering van een paar speciale statuten, zowat alle private werknemers onder de toepassing van de structurele vermindering vallen. Voor de non-profitsector gelden een paar speciale regels.

Specifiek bestaat voor de non-profitsector het stelsel van de Sociale Maribel. De opbrengst van deze vermindering van de RSZ-bijdragen wordt doorgestort aan een Sectoraal Fonds Sociale Maribel. Deze fondsen, ingericht per paritair (sub)comité gebruiken deze middelen voor de subsidiëring van de loonkost van bijkomende tewerkstelling in de sector.

 U vindt meer informatie over :