Periodieke controle van een hoogspanningscabine door een afgezonderd tewerkgestelde werknemer

Op deze pagina

    Waarschuwing

    Deze toelichting is in de eerste plaats opgesteld als leidraad of instructie voor de ambtenaren belast met het toezicht op de regelgeving inzake de arbeidsveiligheid. Zij is bedoeld om, in concrete gevallen, een correcte interpretatie of stellingname mogelijk te maken en alzo op éénduidige en uniforme wijze duiding aan de toepassing van de wetgeving te geven. Dit betekent dat de invulling van deze toelichting door genoemde ambtenaren steeds onderworpen is aan hun pragmatisch oordeel, dat afhankelijk is van de elementen en de omstandigheden waarmee zij in welbepaalde en concrete gevallen op de arbeidsplaatsen geconfronteerd worden.

    Veralgemening van deze toelichting of van haar toepassing zonder meer op een specifiek geval kan bijgevolg aanleiding geven tot ernstige misinterpretaties van de regelgeving en is bijgevolg niet toegelaten. Voor interpretaties bij concrete gevallen of situaties kan echter steeds het advies van voornoemde ambtenaren ingewonnen worden.

     

    Dat de periodieke keuring van een hoogspanningscabine beschouwd moet worden als een werk onder gevaarlijke omstandigheden en zodoende niet door een afgezonderd werknemer mag worden uitgevoerd, hangt af van de toestand ter plaatse. Hierbij dient men rekening te houden met het aanwezige risico, de getroffen beschermingsmaatregelen, de aard van de activiteit, ... Het al dan niet toelaatbaar zijn dat een afgezonderde werknemer een periodieke controle uitvoert zou dus moeten blijken uit een risico-evaluatie.

    Het is uiteraard te voorbarig hieruit te concluderen dat de werkgever (het erkend organisme) zich ter plaatse (in elke te controleren cabine) en, zo nodig, vóór elk bezoek van een agent-onderzoeker, zou vergewissen van de toestand.

    Het is evenwel noodzakelijk dat de werkgever aan de werknemers gepaste instructies geeft in verband met het al dan niet alleen betreden van een cabine, onder andere een opsomming van de toestanden waarbij de cabine niet betreden mag worden zonder de onmiddellijke nabijheid van een tweede persoon of zelfs helemaal niet (bijvoorbeeld bij afwezigheid van een aangepaste verlichting).

    Hierbij moet ten minste rekening gehouden worden met volgende elementen:

    • de beschermingsgraad van de omhulsels of de hindernissen;
    • de aard van de toegepaste bescherming door verwijdering;
    • de aard van de activiteit, bijvoorbeeld: louter visuele controle;
      • metingen;
      • het al dan niet openen van hindernissen of omhulsels;
      • het al dan niet gebruiken van hulpmiddelen of gereedschap (bijvoorbeeld in verband met de bescherming door verwijdering).

    Het is evident dat de naleving van de desbetreffende voorschriften met betrekking tot de bescherming tegen rechtstreekse aanraking (artikel 51 van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties), en in het bijzonder deze met betrekking tot de bescherming door verwijdering bij de laagspanning van de 1ste categorie (artikel 51.02.a van hetzelfde Reglement), niet noodzakelijk voldoende is om een afgezonderde persoon toe te laten in een exclusieve ruimte van de elektrische dienst.

    Concreet zou dat kunnen betekenen dat:

    • hindernissen of omhulsels met een beschermingsgraad IP1X als voldoende beschouwd kunnen worden, voor een louter visuele controle, zonder gebruik van gereedschap of hulpmiddelen die in de openingen van de hindernissen of omhulsels kunnen binnendringen;
    • afscherming door verwijdering aanvaard kan worden indien de actieve delen werkelijk buiten handbereik zijn geplaatst (artikel 36 en artikel 28 van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties), en dit rekening houdend met het gereedschap, de hulpmiddelen of andere voorwerpen die de beoogde veiligheidsafstanden zouden kunnen verkleinen;
    • exclusieve ruimten van de elektrische dienst waar enkel een bescherming door verwijdering voorzien is met gebruikmaking van de afstanden voorzien in de tabel van artikel 51.02.a van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties zouden niet betreden mogen worden door een afgezonderde werknemer;
    • indien het werk vereist dat metingen verricht worden (onder spanning) of dat omhulsels of hindernissen geopend worden, lijkt de aanwezigheid van een tweede persoon meestal nodig. In dit geval dient eveneens gedacht te worden aan de bepalingen met betrekking tot het werken onder spanning.