Aanhorigheden van autogarages
Op deze pagina
Waarschuwing
Deze toelichting over artikel 566 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming is in de eerste plaats opgesteld als leidraad of instructie voor de ambtenaren belast met het toezicht op de regelgeving inzake de arbeidsveiligheid. Zij is bedoeld om, in concrete gevallen, een correcte interpretatie of stellingname mogelijk te maken en alzo op éénduidige en uniforme wijze duiding aan de toepassing van de wetgeving te geven.
Dit betekent dat de invulling van deze toelichting door genoemde ambtenaren steeds onderworpen is aan hun pragmatisch oordeel, dat afhankelijk is van de elementen en de omstandigheden waarmee zij in welbepaalde en concrete gevallen op de arbeidsplaatsen geconfronteerd worden.
Veralgemening van deze toelichting of van haar toepassing zonder meer op een specifiek geval kan bijgevolg aanleiding geven tot ernstige misinterpretaties van de regelgeving en is bijgevolg niet toegelaten. Voor interpretaties bij concrete gevallen of situaties kan echter steeds het advies van voornoemde ambtenaren ingewonnen worden.
Toonzalen van autogarages
De toonzalen voor autovoertuigen gevoegd bij een inrichting bepaald onder artikel 565 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming en gelegen in hetzelfde gebouw, zijn te beschouwen als aanhorigheden in de zin van artikel 566 van dat reglement.
Hetzelfde geldt voor elk lokaal dat noodzakelijk is voor de exploitatie van die inrichting zoals kantoren, winkels, magazijnen voor wisselstukken, enz.
Een kantoor is evenwel niet te beschouwen als aanhorigheid in de zin van artikel 566 wanneer het volledig afgescheiden is van de garage en de aanhorigheden ervan door muren en wanden met een graad van weerstand tegen brand van minstens één uur waarin eventueel deuren en vensters met een graad van weerstand tegen brand van minstens één half uur zijn aangebracht.
- Art. 565 tot en met 574ter van het ARAB (PDF, 30.09 KB)
- In de eerste plaats bij de preventieadviseur van de interne en/of de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
- In de tweede plaats bij de bevoegde regionale directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk.
- Over de interpretatie van de regelgeving: schriftelijk bij de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid.