Sociale voorzieningen
Op deze pagina
De regels omtrent de sociale voorzieningen zijn terug te vinden in titel 1 inzake de basiseisen betreffende arbeidsplaatsen van boek III van de codex over het welzijn op het werk. In bijlage III.1-1 van de codex zijn de minimumvoorschriften, van toepassing op sociale voorzieningen, vastgelegd.
De werkgever zal de volgende sociale voorzieningen ter beschikking stellen van de werknemers:
- sanitaire voorzieningen (kleedkamers, douches en wastafels, toiletten)
- een refter en een rustlokaal
De ligging, de inrichting en de uitrusting van de sociale voorzieningen worden bepaald door de werkgever, nadat hij het advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk heeft gevraagd.
De toegangsuren en de toegangsmodaliteiten tot de sociale voorzieningen worden vastgelegd in het arbeidsreglement.
De lokalen waarin zich sociale voorzieningen bevinden zullen voldoende ruim bemeten zijn en alle waarborgen inzake veiligheid en hygiëne bieden. Ze zullen bovendien verlucht, verlicht, verwarmd en bemeubeld worden in functie van hun bestemming.
Tot slot zullen de lokalen en de sociale voorzieningen zelf tenminste éénmaal per dag worden schoongemaakt, zodat ze ten allen tijde blijven beantwoorden aan de hygiënische voorschriften.
- Sociale voorzieningen - Regelgeving
- In de eerste plaats bij de preventieadviseur van de interne en/of de externe dienst voor preventie en bescherming.
- In de tweede plaats bij de bevoegde regionale directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk.
- Over interpretatie van de regelgeving: schriftelijk bij de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid.