Veiligheidsverificaties in Seveso-bedrijven

Op deze pagina

    Samenvatting

    Op 1 juni 2018 verscheen in het Belgisch Staatsblad de wet van 23 februari 2018 houdende wijziging van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen. Deze wet is met deze wijziging van toepassing op alle Belgische Sevesobedrijven.

    De wetswijziging is er gekomen als onderdeel van een reeks maatregelen in de strijd tegen terrorisme. De wetswijziging introduceert een procedure voor de identificatie van ‘gevoelige’ functies en zones in de privé sector en schept het wettelijk kader om de personen die deze gevoelige functies uitoefenen of die toegang hebben tot deze gevoelige zones te onderwerpen aan zogenaamde veiligheidsverificaties.

    We spreken van een gevoelige functie of een gevoelige zone wanneer iemand door de uitvoering van de functie of door de toegang tot de zone in staat wordt gesteld om door middel van het uitvoeren van een gewelddadige of terroristische aanslag, economische spionage en/of subversieve activiteiten schade toe te brengen aan de Belgische belangen zoals gedefinieerd in de wet van 11 december 1998.

    Een veiligheidsverificatie is een onderzoek waarbij wordt vastgesteld of een persoon aan alle voorwaarden voldoet om toegang te krijgen tot een gevoelige functie of zone. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de politie en een inlichtingen- en veiligheidsdienst. Hierbij worden persoonlijke gegevens geconsulteerd in bestanden van de politie en van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

    Hieronder wordt meer toelichting geven bij deze wet en haar uitvoeringsbesluiten. Informatie over de praktische toepassing zal pas gegeven kunnen worden nadat voldoende ervaring met deze nieuwe wetgeving werd opgedaan. Algemene informatie over veiligheidsmachtigingen, - attesten, of –adviezen vindt u op de website van de NVO: https://www.nvoans.be/nl .

    Gevoelige functies en zones

    De begrippen ‘gevoelige functie’ en ‘gevoelige zone’ worden niet als dusdanig gehanteerd in de wet maar worden hier gebruikt om op bondige wijze te verwijzen naar alle mogelijke gevallen die in de wet worden voorzien. Een gevoelige functie en een gevoelige zone kunnen als volgt worden omschreven: “een functie in het kader waarvan of een zone waarin het plegen van een aanslag van terroristische of andere aard, economische spionage en/of subversieve activiteiten schade kan toebrengen aan de Belgische belangen, zoals omschreven in de wet van 11 december 1998.

    Deze belangen zijn de verdediging van:

    • de onschendbaarheid van het nationaal grondgebied
    • de militaire defensieplannen
    • de vervulling van de opdrachten van de strijdkrachten
    • de inwendige veiligheid van de Staat, met inbegrip van het domein van de kernenergie
    • het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde
    • de uitwendige veiligheid van de Staat en de internationale betrekkingen
    • het wetenschappelijk of economisch potentieel van het land of van elk ander fundamenteel belang van de Staat
    • de veiligheid van de Belgische onderdanen in het buitenland
    • de werking van de besluitvormingsorganen van de Staat.

    Het belang uit deze lijst dat het meest van toepassing is voor Sevesobedrijven is ‘de verdediging van de inwendige veiligheid van de staat’.

    Concreet moeten we dus denken aan daden van sabotage en terreur waarbij gebruik wordt gemaakt van gevaarlijke chemische stoffen. Voor de hand liggende scenario’s zijn dan zware explosies, vrijzettingen van acuut toxische stoffen, grote branden en grootschalige milieuverontreinigingen.

    De werkwijze voor het bepalen van de gevoelige functies en zones

    De gevoelige functies en zones worden bepaald via een proces waarbij verschillende analyses, uitgevoerd zowel door de Sevesobedrijven als door bepaalde overheidsdiensten, worden gecombineerd. We onderscheiden de risicoanalyse, de dreigingsanalyse en de impactanalyse.

    De risicoanalyse wordt uitgevoerd door de Sevesobedrijven. De bedrijven voeren deze analyse uit op eigen initiatief of op vraag van de bevoegde administratieve overheid. Wie deze bevoegde administratieve overheid is, hangt af van de activiteitensector waarin het Sevesobedrijf is ingedeeld.

    Sevesobedrijven vallen onder drie mogelijk activiteitensectoren (Koninklijk besluit van 8 mei tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen):

    • De activiteitensector ‘Energie’ . De bevoegde overheid is FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
    • De activiteitensector ‘Installaties onderworpen aan het Seveso-samenwerkingsakkoord die zich bevinden binnen een ISPS (= International Ship and Port facility Security code) faciliteit waarbij er een schip haven raakvlak bestaat’. De bevoegde overheid is de FOD Mobiliteit en Vervoer in overleg met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
    • De activiteitensector ‘inrichtingen onderworpen aan het Seveso-samenwerkingsakkoord, met uitzondering van de inrichtingen die reeds behoren tot een andere activiteitensector’. De bevoegde overheid is de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

    Binnen de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg is de Afdeling van het toezicht op de chemische risico’s belast met de taken van de bevoegde administratieve overheid.

    Een tweede type van analyse is de dreigingsanalyse die de bevoegde administratieve overheid aanvraagt bij de bevoegde veiligheidsdienst (in functie van de aard van de dreiging). In geval van terrorisme is deze dienst het OCAD.

    Op basis van de risicoanalyse van het Sevesobedrijf en de dreigingsanalyse, stelt de administratieve overheid een impactanalyse op. Deze impactanalyse beoogt het in kaart brengen van de schade die kan worden toegebracht aan de belangen vermeld in artikel 12, lid 1, van de wet van 11 december 1998.

    Op basis van deze elementen beoordeelt de administratieve overheid of er gevoelige functies of zones bestaan. Ze dient bij de NVO een aanvraagdossier in met het voorstel om het uitoefenen van een functie of de toegang tot een zone te onderwerpen aan een veiligheidsverificatie.

    De NVO beoordeelt het haar voorgelegde aanvraagdossier met betrekking tot de vormelijke ontvankelijkheid en onderzoekt de geldigheid van de vraag die haar werd gesteld in het licht van de belangen bedoeld in artikel 12, eerste lid, en geeft vervolgens al dan niet haar goedkeuring hieraan.

    Bij de NVO kunnen documenten aangevraagd worden voor het uitvoeren van de risico- en impactanalyse.

    Pas na de goedkeuring van de gevoelige functies en zones, kan de uitvoering van de veiligheidsverificaties gevraagd worden voor alle personen die toegang hebben tot de gevoelige functies en zones. Zowel personen die de functie momenteel al vervullen als de personen die in toekomst daarvoor gevraagd zullen worden, moeten de veiligheidsverificatie ondergaan. Het is niet mogelijk om binnen de groep van personen die een gevoelige functie uitoefenen of die toegang hebben tot een gevoelige zone, te bepalen wie wel en wie niet een veiligheidsverificatie moet ondergaan. Een bedrijf kan dus geen veiligheidsverificatie aanvragen voor een specifiek persoon omdat die op een of andere manier verdacht lijkt. Het bedrijf kan wel voor een persoon die al een veiligheidsverificatie heeft ondergaan aan de NVO zorgwekkende veranderingen melden die een nieuw onderzoek nodig maken (bijvoorbeeld tekenen van radicalisering).

    De procedure voor de aanvraag van een veiligheidsverificatie en het communiceren van het veiligheidsadvies

    De procedure is vastgelegd in artikel 22quinquies/1, van de wet van 11 december 1998 en het uitvoerend koninklijk besluit van 24 maart 2000 (laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 8 mei 2018, BS 1/6/2018). De grote lijnen worden hierna geschetst.

    Om veiligheidsverificaties te laten uitvoeren op haar werknemers, moet een Sevesobedrijf beschikken over een veiligheidsofficier. Ook de bevoegde overheid moet beschikken over een veiligheidsofficier. De resultaten van de veiligheidsverificaties worden via deze veiligheidsofficieren gecommuniceerd tussen de betrokkene en de dienst die de veiligheidsverificaties uitvoert. Zowel het Sevesobedrijf (als rechtspersoon) als zijn veiligheidsofficier(en) moeten beschikken een veiligheidsmachtiging (zie verder).

    Het bedrijf brengt de betrokkene schriftelijk op hoogte dat hij een veiligheidsverificatie moet ondergaan. Hij moet zijn expliciete toestemming geven om onderworpen te worden aan een veiligheidsverificatie. Een weigering houdt in dat aan de betrokken persoon de uitvoering van de gevoelige functie of de autorisatie om een gevoelige zone te betreden niet mag toegekend worden.

    De veiligheidsofficier van het bedrijf maakt het individuele verificatieverzoek en de instemming van de betrokkene over aan de veiligheidsofficier van de bevoegde administratieve overheid. Deze centraliseert de aanvragen en kijkt de conformiteit ervan na. Daarna maakt hij ze over aan de NVO.

    Het NVO maakt haar gemotiveerd veiligheidsadvies over aan de administratieve overheid die hierom verzocht. De administratieve overheid brengt de veiligheidsofficier van de werkgever op de hoogte van het veiligheidsadvies. Indien er een negatief veiligheidsadvies verleend wordt, deelt de administratieve overheid die erom verzocht dit gemotiveerd veiligheidsadvies eveneens mee via een aangetekende zending, aan de betrokken persoon.

    Indien binnen de voorgeschreven termijn geen advies werd verleend, stelt de bevoegde administratieve overheid die het veiligheidsadvies vroeg de NVO in gebreke om een veiligheidsadvies te verlenen binnen de termijn die zij bepaalt, en die minstens de voorgeschreven termijn omvat. Indien bij het verstrijken van deze termijn geen veiligheidsadvies werd verleend, wordt het geacht positief te zijn.

    Het veiligheidsadvies wordt toegekend met een geldigheidsduur van hoogstens vijf jaar.

    De NVO kan later op eigen initiatief een nieuw veiligheidsadvies uitbrengen. Zij deelt dit advies mee aan de bevoegde administratieve overheid die dit advies volgens dezelfde procedure verder overmaakt.

    De betrokken persoon kan op iedere moment, via zijn veiligheidsofficier, aan de bevoegde administratieve overheid schriftelijk te kennen geven dat hij niet of niet langer het voorwerp wil uitmaken van een veiligheidsverificatie. De bevoegde administratieve overheid brengt dit ter kennis van de NVO.

    De veiligheidsofficier van het Sevesobedrijf heeft ook de taak individuen die een veiligheidsonderzoek ondergingen op te volgen teneinde zorgwekkende veranderingen zoals radicalisering, tijdig te detecteren en te communiceren aan de Nationale Veiligheidsoverheid. Een dergelijke nazorg is een onderdeel van een integraal veiligheidsbeleid.

    De inhoud van een veiligheidsverificatie

    De veiligheidsverificatie bestaat uit de consultatie en de evaluatie van de volgende gegevens:

    • het centraal strafregister dat wordt bijgehouden in het ministerie van Justitie, de strafregisters en de bevolkings- en vreemdelingenregisters die worden bijgehouden op de gemeenten, het Rijksregister, het wachtregister van de vreemdelingen, de politiegegevens die toegankelijk zijn voor politieambtenaren bij de uitvoering van identiteitscontroles
    • de inlichtingen verzameld in het kader van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, overgemaakt door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
    • de gegevens en informatie uit de internationale politionele databanken voortvloeiend uit verdragen die België binden, overgemaakt door de politiediensten
    • de gegevens en informatie bedoeld in artikelen 44/1 en 44/2 van de wet op het politieambt die worden overgemaakt door de politiediensten, met toelating van de bevoegde gerechtelijke overheden voor de gegevens van gerechtelijke politie; voor deze laatsten brengen de gerechtelijke overheden, op vraag van de politionele diensten, hen op de hoogte van de status van een opsporingsonderzoek of van een gerechtelijk onderzoek
    • andere gegevens en informatie.

    Wanneer de persoon voor wie de veiligheidsverificatie vereist is in het buitenland zijn woonplaats heeft, er op doorreis is of er verblijft, of er gewoond heeft, er op doorreis is geweest of er verbleven heeft, kan de NVO en andere betrokken diensten informatie opvragen bij de bevoegde diensten van het betrokken land.

    Een meer uitvoerige omschrijving van de gegevens en informatie die geraadpleegd kunnen worden vindt men in het koninklijk besluit van 8 mei 2018 tot bepaling van de lijst van de gegevens en informatie die geraadpleegd kunnen worden in het kader van de uitvoering van een veiligheidsverificatie (BS 1 juni 2018).

    De werkgever van de natuurlijke persoon voor wie een veiligheidsattest of een veiligheidsadvies gevraagd wordt, is een retributie verschuldigd. De aflevering van het veiligheidsattest of veiligheidsadvies kan enkel plaatsvinden na betaling van de retributie.

    De aanstelling van een veiligheidsofficier

    Het aanvragen van veiligheidsverificaties en de verwerking van de veiligheidsadviezen (de resultaten van de veiligheidsverificaties) moeten gebeuren door een veiligheidsofficier. De veiligheidsofficier is ook belast met de melding van informatie die kan leiden tot het herzien van de het veiligheidsadvies die voor bepaalde personen werd gegeven. Sevesobedrijven met risicofuncties zullen dus een dergelijke veiligheidsofficier moeten aanstellen. De veiligheidsofficier wordt aangesteld door de leidinggevende van de rechtspersoon (het Sevesobedrijf) en moet beschikken over een veiligheidsmachtiging. Ook het Sevesobedrijf zelf moet beschikken over een veiligheidsmachtiging.

    Een veiligheidsmachtiging wordt toegekend na een zogenaamd veiligheidsonderzoek, uitgevoerd door een inlichtingen- en veiligheidsdienst.

    De veiligheidsmachtiging voor de veiligheidsofficier is een officieel attest luidens hetwelk de betrokkenpersoon voldoende garanties biedt inzake geheimhouding, loyauteit en integriteit teneinde toegang te krijgen tot gegevens waaraan een zekere graad van vertrouwelijkheid is toegekend. De persoon die een veiligheidsmachtiging wil verkrijgen en dus daarvoor een veiligheidsonderzoek moet ondergaan, moet zijn hiervoor instemming geven.

    Een veiligheidsmachtiging voor een rechtspersoon is een officieel attest dat het bedrijf voldoende garanties biedt inzake de materiële en technische middelen en de methoden, gebruikt om de gegevens met betrekking tot de veiligheidsadviezen te beschermen. Ook de geheimhouding, de loyauteit en de integriteit van de medewerkers die toegang te hebben tot die gegevens wordt hiermee geattesteerd.

    Voor de uitvoering van het veiligheidsonderzoek voor een veiligheidsofficier en voor een rechtspersoon moet een retributie betaald worden.