Overgang van onderneming krachtens overeenkomst
Op deze pagina
Inleiding
Het ondernemingsleven is voortdurend in beweging. Of het nu in het kader van een herstructurering of een strategie ter versterking van haar marktpositie is, op een gegeven moment kan het mogelijk zijn dat hetzij de beslissing wordt genomen een onderneming over te dragen of nog, twee tot dan toe te onderscheiden ondernemingen te fusioneren. De vraag is dan ook welke de rechten zijn van de werknemers van de overgenomen onderneming of van de gefusioneerde ondernemingen.
Deze problematiek is het voorwerp van de Europese richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 die de richtlijn 77/187/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan, heeft gecodificeerd.
Deze richtlijn werd in Belgisch recht omgezet door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis van 7 juni 1985 betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij wijziging van werkgever ingevolge de overgang van ondernemingen krachtens overeenkomst en tot regeling van de rechten van de werknemers die overgenomen worden bij overname van activa na faillissement of gerechtelijk akkoord door boedelafstand.
Hier moet meteen het belang van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie onderstreept worden inzake de overgang van onderneming krachtens overeenkomst. Hiermee moet derhalve rekening gehouden worden voor de toepassing en de interpretatie van de C.A.O. nr. 32bis. De arresten van het Hof van Justitie beïnvloeden eveneens de Belgische rechtspraak in deze materie.
Voorwerp en toepassingsgebied
De C.A.O. nr. 32bis strekt er toe het behoud van de rechten van de werknemers te waarborgen in alle gevallen van wijziging van werkgever ingevolge de overgang van een onderneming of van een gedeelte van de onderneming krachtens overeenkomst (art. 1).
De C.A.O. nr. 32bis is van toepassing op elke werkgever die onderworpen is aan de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. Zij is bijgevolg van toepassing op de ondernemingen uit de privé-sector. Zij is in beginsel niet van toepassing op de ondernemingen uit de publieke sector.
De C.A.O. nr. 32bis is niet van toepassing wanneer de overgang uitsluitend een of meer zeeschepen betreft. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is daarentegen wel van toepassing op de overgang van een zeeschip als onderdeel van de overgang van een onderneming of van een gedeelte van een onderneming, op voorwaarde dat de verkrijger onder de territoriale werkingssfeer van het Verdrag betreffende de Europese Unie valt of dat de overgegane onderneming of een gedeelte van een onderneming onder die werkingssfeer blijft.
Het begrip overgang van onderneming krachtens overeenkomst"
Wordt beschouwd als een overgang in de zin van de C.A.O. nr. 32bis, "de overgang, met het oog op de voortzetting van een al dan niet hoofdzakelijk economische activiteit, van een economische eenheid die haar identiteit behoudt, waaronder een geheel van georganiseerde middelen wordt verstaan".
De overgang van onderneming krachtens overeenkomst impliceert drie voorwaarden :
- een wijziging van werkgever;
- een overgang van onderneming of van een gedeelte van een onderneming;
- een overeenkomst tussen de werkgever die zijn onderneming overdraagt en de werkgever die de onderneming overneemt.
Wie zijn de betrokken werknemers?
De C.A.O. nr. 32bis is niet enkel van toepassing op personen die op het tijdstip van de overgang verbonden zijn door een arbeids- of leerovereenkomst, maar eveneens op personen die anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, arbeidsprestaties leveren onder het gezag van de vervreemder.
Zijn enkel geviseerd de werknemers die op het tijdstip van de overgang :
- verbonden zijn door een overeenkomst met de vervreemder;
- en tewerkgesteld worden in de onderneming of het gedeelte van de onderneming dat werd overgedragen.
Kunnen eveneens geviseerd zijn de werknemers die ontslagen worden naar aanleiding van de overgang voor zover bewezen is dat hun ontslag heeft plaatsgevonden omwille van de overgang en bijgevolg onrechtmatig is.
Voorafgaandelijke informatie en consultatie
In geval van overgang van onderneming moeten de vervreemder en de verkrijger de werknemersvertegenwoordigers (ondernemingsraad(OR); bij ontstentenis de vakbondsafvaardiging (VA) ) voorafgaandelijk inlichten en raadplegen.
Bij ontstentenis van werknemersvertegenwoordigers, moeten de bij de overgang betrokken werknemers voorafgaandelijk ingelicht worden.
Gevolgen van de overgang van onderneming krachtens overeenkomst
Automatische overdracht van de arbeidsovereenkomsten
De C.A.O. nr. 32bis bepaalt dat "de rechten en verplichtingen welke voor de vervreemder voortvloeien uit de op het tijdstip van de overgang … bestaande arbeidsovereenkomsten, door deze overgang op de verkrijger overgaan". De verkrijger dient de verplichtingen over te nemen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomsten die bestaan op het tijdstip van de overgang.
Zo wordt, door het enkele feit van de overgang van onderneming, de arbeidsovereenkomsten van de betrokken werknemers van rechtswege overdragen van de onderneming-vervreemder naar de onderneming-verkrijger.
Het behoud van de arbeidsvoorwaarden na de overgang
Omwille van het feit dat de arbeidsovereenkomst in haar totaliteit, zowel wat de inhoud, als wat haar modaliteiten betreft, wordt overgedragen, hebben de overgedragen werknemers het recht van de verkrijger de instandhouding te eisen van de individuele en collectieve arbeidsvoorwaarden die daaruit voortvloeien en die toepasbaar waren bij de vervreemder op het ogenblik van de overgang.
De individuele arbeidsvoorwaarden
De collectieve arbeidsvoorwaarden
Is de overgang een reden tot verbreking van de arbeidsovereenkomst voor de werknemer ? Kan de werknemer zich verzetten tegen zijn overgang ?
Bescherming tegen ontslag
De wijziging van werkgever vormt op zichzelf geen reden tot ontslag voor de vervreemder of de verkrijger.
Om het behoud van de arbeidsrelatie met de verkrijger zonder wijziging te waarborgen, is het dus verboden om over te gaan tot ontslag naar aanleiding van de overgang zelf, wat als gevolg zou hebben dat de werknemer de bescherming, geboden door de C.A.O. nr. 32bis, zou worden ontzegd.
De hoofdelijkheid tussen de vervreemder en de verkrijger
De vervreemder en de verkrijger zijn in solidum (d.w.z. solidair) gehouden tot betaling van de op het tijdstip van de overgang bestaande schulden (bv. loonachterstallen, premies...), die uit de op dat tijdstip bestaande arbeidsovereenkomsten voortvloeien, met uitzondering van de schulden uit hoofde van aanvullende regimes van sociale voorzieningen.
De schuldeiser (namelijk de werknemer) kan bijgevolg de betaling van deze schulden vorderen zowel bij de vervreemder als bij de verkrijger.
Het lot van de overlegorganen bij overgang van onderneming
- Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen derlidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan
- Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis van 7 juni 1985 betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij wijziging van werkgever ingevolge de overgang van ondernemingen krachtens overeenkomst
- Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972 houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden
- Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités