De hoofdelijkheid van de vervreemder en de verkrijger

Op deze pagina

    De hoofdelijkheid tussen de vervreemder en de verkrijger is van toepassing op de schulden die bestaan op het tijdstip van de overgang.

    De bij een overgang van onderneming betrokken werknemer, heeft voor de op het tijdstip van de overgang bestaande schulden, dus twee schuldenaars (de verkrijger en de vervreemder). Zo zal bijvoorbeeld de verkrijger, in geval van een onrechtmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de vervreemder op een bij het moment van overgang zeer nabij gelegen datum, gehouden kunnen zijn tot betaling van de normaal ten laste van de vervreemder vallende schulden ten gevolge van dit ontslag, zo die op de dag van de overgang nog bestaan (de opzeggingsvergoeding die door de vervreemder niet werd betaald). Of nog, wanneer de vervreemder de minimumlonen of de premies, voorzien bij sectorale collectieve overeenkomsten, niet heeft uitbetaald, kunnen de overgedragen werknemers deze loonachterstallen eveneens vorderen bij de verkrijger en bij de vervreemder.

    Wat met de schulden ontstaan na de overgang van onderneming? Is de vervreemder gehouden tot de betaling van de schulden die ontstaan na de overgang, bijvoorbeeld in het geval van ontslag door de verkrijger? Deze vraag is betwist, zowel in de rechtsleer, als in de rechtspraak. Uit recente rechtspraak kan worden afgeleid dat de vervreemder niet gehouden is tot de betaling van de schulden van de verkrijger die ontstaan na de overgang.