Behoud van de individuele arbeidsvoorwaarden

Op deze pagina

    Principe

    De verkrijger is gehouden de arbeidsvoorwaarden die deel uitmaken van de arbeidsovereenkomst te respecteren (de bezoldiging, met daarin begrepen de voordelen krachtens overeenkomst, de beroepskwalificatie, de anciënniteit, de verantwoordelijkheden, het arbeidsregime…) en die voortspruiten uit:

    • de collectieve arbeidsovereenkomsten;
    • de geschreven arbeidsovereenkomst afgesloten met de vervreemder;
    • de bepalingen van het arbeidsreglement van de vervreemder (waarvan de rechten en verplichtingen daarin gestipuleerd, worden beschouwd als zijnde geïntegreerd in de arbeidsovereenkomst krachtens artikel 4, tweede alinea van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen);
    • de mondeling met de vervreemder overeengekomen arbeidsvoorwaarden;
    • het gebruik dat van toepassing is bij de overgedragen onderneming.

    De verkrijger kan de werknemers ter gelegenheid van de overgang niet tewerkstellen tegen minder gunstige loonsvoorwaarden of kan hun overgang niet afhankelijk maken van een wijziging van de arbeidsvoorwaarden.

    De arbeidsvoorwaarden kunnen door de verkrijger slechts worden gewijzigd in de mate waarin de vervreemder deze ook had kunnen wijzigen. Zo erkent de rechtspraak het recht in hoofde van de werkgever om de arbeidsvoorwaarden binnen het contractueel kader te wijzigen (ius variandi).

    In het geval van overdracht van onderneming krachtens overeenkomst, en in het bijzonder in het geval van een onderneming in moeilijkheden, kan de verkrijger ertoe gehouden zijn maatregelen tot herstructurering en rationalisering te nemen, gerechtvaardigd door wat noodzakelijk is voor de werking van de onderneming, en die een redelijke invloed kunnen hebben op de (bijkomstige) arbeidsvoorwaarden. De bezoldiging, de functie, het uurrooster en de anciënniteit zijn evenwel essentiële bestanddelen van de arbeidsovereenkomst, die slechts kunnen gewijzigd worden mits akkoord van de werknemer, voor zover dit akkoord niet strijdig is met de dwingende bepalingen (wat bij wijze van voorbeeld het geval zou zijn indien de bezoldiging lager zou zijn dan het minimumloon).

    Uitzonderingen

    De aanvullende regimes van sociale voorzieningen 

    De C.A.O. nr. 32bis regelt niet "de overgang van de rechten der werknemers die voortspruiten uit de stelsels inzake ouderdoms-, overlevings- en invaliditeitsuitkeringen, toegekend uit hoofde van aanvullende regimes van sociale voorzieningen. Zij doet evenmin afbreuk aan de bijzondere regelingen die voortvloeien uit de wet of uit andere collectieve arbeidsovereenkomsten" (art. 4).

    Volgens de in de C.A.O. nr. 32bis opgenomen commentaar moet er een onderscheid gemaakt worden tussen:

      • de bijzondere regelingen die stoelen op een wet: er wordt gesuggereerd om te verwijzen naar de reglementering voor de private verzorgingsinstellingen;
      • de aanvullende stelsels van sociale voorzieningen die stoelen op een collectieve arbeidsovereenkomst: de bescherming van de belangen van de werknemers met betrekking tot hun rechten die uit deze stelsels voortvloeien, is reeds verzekerd ingevolge artikel 20 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
      • in de andere gevallen maakt de regeling van de rechten van de werknemers in de huidige stand van de wetgeving het voorwerp uit van het onderhandelingsterrein van vervreemder en verkrijger, onder voorbehoud van de raadpleging van de ondernemingsraad, bedoeld in artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972 houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden. 

    Artikel 11 van de C.A.O. nr. 9 verduidelijkt dat in geval van fusie, concentratie, overname, sluiting of andere belangrijke structuurwijzigingen waaromtrent de onderneming onderhandelingen voert, de ondernemingsraad geraadpleegd dient te worden over de sociale gevolgen van deze structuurwijzigingen. Dit houdt in dat er ter gelegenheid van deze raadpleging met de werknemersvertegenwoordigers een gesprek zou tot stand komen betreffende het waarborgen van de continuïteit van de rechten van de bij voormelde structuurwijzigingen betrokken werknemers met betrekking tot de aanvullende stelsels van sociale voorzieningen.

    Algemeen kan men concluderen dat de verkrijger dan ook niet gehouden is tot de overname van de regimes aangaande een groepsverzekering of aangaande een pensioenfonds van de vervreemder, behoudens indien anders is overeengekomen tussen de partijen of indien deze aanvullende regimes voortspruiten uit een collectieve arbeidsovereenkomst.