De gevolgen van de Brexit op het arbeidsrecht
Sinds 1 februari 2020 maakt het Verenigd Koninkrijk geen deel meer uit van de Europese Unie. Het terugtrekkingsakkoord gesloten tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie stelt een overgangsperiode in die minstens loopt tot 31 december 2020 waarin de Europese wetgeving van toepassing blijft op het Verenigd Koninkrijk. Het terugtrekkingsakkoord bevat ook belangrijke bepalingen op vlak van de rechten van de burgers na afloop van de overgangsperiode.
In deze rubriek willen we de werknemers en de werkgevers informeren over de gevolgen van de brexit die verband houden met het arbeidsrecht.
Nadat een meerderheid van zijn inwoners zich in een referendum in die zin had uitgesproken, heeft het Verenigd Koninkrijk op 29 maart 2017 officieel meegedeeld aan de Europese Unie dat het land de intentie heeft om de Europese Unie te verlaten. Met deze officiële mededeling heeft het Verenigd Koninkrijk een onomkeerbaar proces ingezet dat ertoe leidt dat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaat. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de Europese burgers die in het Verenigd Koninkrijk verblijven, maar ook voor de Britse onderdanen die in een Europese lidstaat verblijven. Het heeft ook een belangrijke impact voor de bedrijven aangezien door de brexit het Verenigd Koninkrijk ook geen deel meer zal uitmaken van de interne markt.
Op 25 november 2018 sloten het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie een ontwerp van terugtrekkingsakkoord. Dit akkoord werd op 18 oktober 2019 aangepast. Aangezien zowel het Europees Parlement het parlement van het Verenigd Koninkrijk dit akkoord hebben goedgekeurd in januari 2020, vindt de brexit plaats op 1 februari 2020. Het terugtrekkingsakkoord treedt dan in werking.
Bij het terugtrekkingsakkoord is een politieke verklaring gevoegd over de toekomstige betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Beide teksten zijn in alle officiële talen gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Op basis van het terugtrekkingsakkoord maakt het Verenigd Koninkrijk vanaf 1 februari 2020 geen deel meer uit van de Europese Unie. Het Verenigd Koninkrijk neemt daardoor niet langer deel aan het beslissingsproces binnen de Europese Unie.
Het terugtrekkingsakkoord voorziet wel een overgangsperiode die aanvangt op 1 februari 2020 en loopt tot 31 december 2020.
Tijdens deze overgangsperiode blijft in essentie de Europese regelgeving van toepassing in het Verenigd Koninkrijk en op de Britse onderdanen. Britse onderdanen hebben zo bijvoorbeeld op vlak van rechten inzake verblijf, werk en sociale zekerheid dezelfde rechten als de burgers van de Europese Unie.
De scope van het terugtrekkingsakkoord is niet beperkt tot de overgangsperiode alleen. Op vlak van de rechten van de burgers zorgt het akkoord ervoor dat Europese burgers die sociale rechten hebben opgebouwd in het Verenigd Koninkrijk of die er een verblijf hebben, deze rechten behouden, ook na de overgangsperiode, d.w.z. vanaf 1 januari 2021. Hetzelfde geldt voor Britse onderdanen in de Europese lidstaten.
U vindt meer informatie over de stand van zaken van de Brexit en de gevolgen ervan voor België, evenals informatie over de rechten van de burgers, het recht op verblijf en op sociale zekerheid, inclusief een link naar de websites van de bevoegde overheidsinstanties op de site Belgium.be.
Veel informatie over de brexit is te vinden op de website van de FOD Economie, waaronder een brexit impact-scan en een rubriek met vragen en antwoorden.
Inzake de rechten op verblijf verwijzen we naar de website van de Dienst Vreemdelingenzaken van de FOD Binnenlandse Zaken.
Op vlak van sociale zekerheid is meer informatie te vinden op de website van de FOD Sociale Zekerheid.