Wat is het regelgevend kader voor telewerk in de privésector?
Voor de coronacrisis bestonden er twee soorten telewerk, die steeds vrijwillig waren:
- Structureel telewerk, geregeld door cao nr. 85 (PDF, 63 KB), die op 9 november 2005 in de Nationale Arbeidsraad door de sociale partners werd ondertekend. Voor meer informatie: Huisarbeid - arbeiders in de privésector die telewerkers zijn.
- Occasioneel telewerk, geregeld door de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk (art. 22-28). Voor meer informatie: Occasioneel telewerk.
In de context van de covid-crisis, werd op 26 januari 2021 door de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad cao nr. 149 (PDF, 424 KB) ondertekend, die van toepassing is op de bedrijven die op 1 januari 2021 nog geen telewerkregeling op basis van structureel of occasioneel telewerk hadden. De cao is niet van toepassing op overeenkomsten over telewerk die al binnen de bedrijven waren gesloten met inachtneming van het sociaal overleg, en is vooral bedoeld om een kader te scheppen waarbinnen dergelijke overeenkomsten kunnen worden gesloten. Cao nr. 149 treedt buiten werking op 31 maart 2022, tenzij het verplicht of aanbevolen telewerk eerder afloopt.
Sindsdien moet elke werkgever (van de particuliere sector) daarom een gecoördineerd telewerkbeleid in zijn bedrijf voeren. Concreet kan dit de vorm aannemen van:
- een op bedrijfsniveau gesloten cao;
- een aanpassing van het arbeidsreglement;
- individuele overeenkomsten;
- een meegedeelde telewerkpolicy die is opgesteld met inachtneming van de regels van het sociaal overleg binnen de ondernemingen.