Aanvraag van een meer voorspelbaar en zekerder werk

Op deze pagina

    Inleiding

    Het recht voor elke werknemer met ten minste 6 maanden anciënniteit om een vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden te vragen, werd ingevoerd door de wet van 7 oktober 2022 houdende gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1152 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie.   

    Dit recht wordt ook geregeld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 161 van 27 september 2022 betreffende het recht om een vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden te vragen. 

    De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 161 is van toepassing op de arbeidsrelaties in de privésector. De bepalingen van de wet van 7 oktober 2022 zijn van toepassing op de contractuele werknemers van de openbare sector.  

    Regeling die is bepaald door de wet  

    Om recht te hebben op deze vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden, moet de werknemer:  

    • een anciënniteit van ten minste zes maanden hebben;  

    • zijn aanvraag schriftelijk of elektronisch indienen.  

    Anciënniteit  

    De werknemer die het recht op een vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden wenst uit te oefenen, moet ten minste zes maanden anciënniteit hebben. 

    Onder anciënniteit wordt de periode verstaan, tijdens dewelke de werknemer ononderbroken in dienst is gebleven van dezelfde onderneming.  

    In geval van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur of vervangingsovereenkomsten bij dezelfde werkgever, worden de periodes van onderbreking tussen twee arbeidsovereenkomsten die niet toe te schrijven zijn aan de werknemer, geneutraliseerd voor de berekening van de anciënniteit van 6 maanden. Dit betekent dat deze periodes tussen twee arbeidsovereenkomsten geen aanleiding geven tot het verlies van de reeds verworven anciënniteit.  

    OPGELET 

    De werkgever kan de opeenvolging van de overeenkomsten van bepaalde duur of de vervangingsovereenkomsten niet onderbreken om het verwerven van de anciënniteit van zes maanden te vertragen; dit wordt beschouwd als een onrechtmatige onderbreking.    

    Schriftelijke of elektronische aanvraag  

    In zijn aanvraag verduidelijkt de werknemer nauwkeurig de vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden die hij wenst.  

    Hij moet tevens de wettelijke basis van zijn aanvraag vermelden.

    OPGELET 

    De werknemer mag de aanvraag niet meer dan één keer per periode van twaalf maanden indienen.  

    De werknemer moet gebruik maken van het recht met het oog op de doelstelling waarvoor het werd ingevoerd. Hij mag er geen wederrechtelijk gebruik van maken.  

    Antwoord van de werkgever  

    De werkgever beschikt over een periode van één maand om te antwoorden op de aanvraag; deze periode start op de datum waarop hij de aanvraag heeft ontvangen. Hij kan zowel schriftelijk als elektronisch antwoorden. Hij moet zijn antwoord staven.   

    De werkgevers die minder dan twintig werknemers in dienst hebben, beschikken over een termijn van twee maanden om te antwoorden aan de werknemer; deze termijn start op de datum waarop de werkgever de aanvraag heeft ontvangen. 

    Regeling die is bepaald door de CAO  

    Elke werknemer die ten minste zes maanden anciënniteit heeft bij dezelfde werkgever, moet het recht hebben een vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden aan te vragen. De overeenkomst bepaalt de specifieke regels voor de berekening van deze anciënniteit.  

    De werknemer komt in aanmerking in zoverre er een vorm van werk met deze voorwaarden beschikbaar is, hij aan de hiervoor vereiste kwalificaties en competenties voldoet en hij de voorgestelde uurregeling en de loonvoorwaarden aanvaardt. Deze voorwaarden kunnen anders ingevuld worden via sociaal overleg op sectoraal of ondernemingsniveau of in onderling akkoord tussen de werkgever en de werknemer.  

    De CAO nr. 161 bepaalt de procedureregels betreffende de uitvoering van het recht om een vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden aan te vragen.  Deze regels hebben betrekking op de aanvraag van de werknemer, het antwoord dat de werkgever hierop geeft, het akkoord tussen de werknemer en de werkgever over de nadere regels van de vorm van werk dat wordt gevraagd, het eventuele uitstel van de aanvraag, de eventuele weigering van de aanvraag en het tegenvoorstel dat door de werkgever wordt geformuleerd. 

    Bescherming tegen nadelige behandeling en ontslag  

    Procedure waarin de wet voorziet  

    De bovengenoemde wet van 7 oktober 2022 voorziet in een bescherming tegen nadelige behandeling en ontslag wanneer de werknemer, op basis van de regeling die is bepaald door de wet, een vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden aanvraagt.  

    Bescherming waarin de CAO voorziet  

    De CAO nr. 161 voorziet ook in een bescherming van de werknemer tegen nadelige behandeling en ontslag wanneer de werknemer, op basis van de regeling die is bepaald door de CAO nr. 161, een vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden aanvraagt.