De wet van 30 oktober 2022 houdende diverse bepalingen betreffende arbeidsongeschiktheid werd vandaag gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Deze wet bevat drie arbeidsrechtelijke maatregelen met betrekking tot de arbeidsongeschiktheid van de werknemer wegens ziekte of ongeval.
Deze maatregelen worden opgenomen in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en zijn dus van toepassing op de werknemers tewerkgesteld in de privésector en op de personeelsleden van de publieke sector die niet onderworpen zijn aan een statuut.
De wet zal in werking treden op de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, op 28 november 2022.
1. Vrijstelling van het geneeskundig getuigschrift voor de eerste dag arbeidsongeschiktheid
Ten eerste wijzigt dit wetsontwerp de regeling inzake het voorleggen van een geneeskundig getuigschrift.
Voor zover er in de onderneming een verplichting bestaat om een geneeskundig getuigschrift voor te leggen - hetzij op basis van een cao, hetzij op basis van het arbeidsreglement - zal de werknemer drie keer per kalenderjaar vrijgesteld zijn van deze verplichting voor de eerste dag van een arbeidsongeschiktheid. De werknemer die gebruik maakt van deze vrijstelling moet ook geen geneeskundig getuigschrift voorleggen op verzoek van de werkgever.
Deze vrijstelling geldt zowel voor een arbeidsongeschiktheid van één dag, als voor de eerste dag van een langere periode van arbeidsongeschiktheid.
De werknemer die gebruik maakt van deze vrijstelling blijft evenwel verplicht om zijn werkgever onmiddellijk op de hoogte te brengen van zijn arbeidsongeschiktheid. In het geval dat de werknemer niet op zijn gewoonlijke verblijfplaats zal verblijven tijdens de eerste dag van arbeidsongeschiktheid, moet hij zijn werkgever daarenboven ook meteen meedelen op welk adres hij wél zal verblijven.
Ondernemingen die minder dan vijftig werknemers tewerkstellen op 1 januari van het kalenderjaar waarin de arbeidsongeschiktheid zich voordoet, kunnen afwijken van deze vrijstelling door middel van een cao of het arbeidsreglement.
Hiertoe dienen zij een nieuwe cao te sluiten of het arbeidsreglement te wijzigen in die zin dat het duidelijk is dat zij afwijken van deze vrijstelling. Een uitdrukkelijke afwijking op basis van deze nieuwe bepaling is m.a.w. noodzakelijk. Een bestaande verplichting in een cao of arbeidsreglement om een geneeskundig getuigschrift voor te leggen, opgenomen op basis van de algemene regeling, volstaat niet.
Meer informatie over deze regelgeving kan u terugvinden op onze website. Deze zal worden aangepast vanaf de inwerkingtreding van deze maatregel.
2. Nieuwe procedure voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht
Ten tweede wijzigt dit wetsontwerp de voorwaarden om een beroep te doen op medische overmacht om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
De werknemers of werkgevers die een beroep willen doen op medische overmacht zullen een nieuwe procedure moeten volgen. Deze procedure wordt losgekoppeld van het re-integratietraject voor arbeidsongeschikte werknemers.
Wanneer kan deze procedure opgestart worden?
Om alle kansen te geven aan de wedertewerkstelling en re-integratie (al dan niet met aangepast of ander werk) is het slechts mogelijk om de procedure medische overmacht op te starten na minstens negen maanden arbeidsongeschiktheid én voor zover er geen re-integratietraject lopende is voor de werknemer.
Deze periode van negen maanden wordt slechts onderbroken door een effectieve werkhervatting van de werknemer die niet gevolgd wordt door een nieuwe arbeidsongeschiktheid binnen de veertien dagen.
Hoe verloopt deze procedure?
Zowel de werknemer als de werkgever kan deze procedure opstarten door een kennisgeving bij aangetekende zending aan de andere partij, evenals aan de preventieadviseur-arbeidsarts van de onderneming, van de intentie om na te gaan of het voor de werknemer definitief onmogelijk is om het overeengekomen werk te verrichten.
De kennisgeving die uitgaat van de werkgever dient melding te maken van:
-
Het recht van de werknemer om te vragen aan de preventieadviseur-arbeidsarts dat mogelijkheden voor aangepast of ander werk onderzocht worden, indien wordt vastgesteld dat hij het overeengekomen werk niet meer kan verrichten (zie verder)
-
Het recht van de werknemer om zich tijdens deze procedure te laten bijstaan door de vakbondsafvaardiging van de onderneming
Na ontvangst van de kennisgeving doorloopt de preventieadviseur-arbeidsarts een aantal stappen die zijn opgenomen in een bijzondere procedure in de codex over het welzijn op het werk.
De preventieadviseur-arbeidsarts zal in het kader van deze bijzondere procedure de werknemer onderzoeken om na te gaan of het voor de werknemer definitief onmogelijk is het overeengekomen werk te verrichten, en als de werknemer dat vraagt, vervolgens ook de mogelijkheden voor aangepast of ander werk onderzoeken.
De preventieadviseur-arbeidsarts deelt zijn vaststelling door middel van een aangetekende zending mee aan de werknemer en aan de werkgever. Er is voorzien in een beroepsprocedure voor de werknemer die niet akkoord gaat met de vaststelling van zijn definitieve ongeschiktheid voor het overeengekomen werk.
Indien de werknemer dit gevraagd heeft, zal de werkgever vervolgens, overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten bepaald door preventieadviseur-arbeidsarts, onderzoeken of aangepast of ander werk voor de werknemer in de praktijk mogelijk is in de onderneming, en desgevallend een plan voorstellen aan de werknemer.
Wanneer is een beëindiging wegens medische overmacht mogelijk?
De arbeidsovereenkomst kan worden beëindigd wegens medische overmacht indien uit de vaststelling van de preventieadviseur-arbeidsarts (waartegen geen beroep meer mogelijk is) of uit het resultaat van de beroepsprocedure blijkt dat het voor de werknemer inderdaad definitief onmogelijk is om het overeengekomen werk te verrichten en:
-
De werknemer heeft niet gevraagd de mogelijkheden voor aangepast of ander werk te onderzoeken; of
-
De werknemer heeft wél gevraagd om de mogelijkheden voor aangepast of ander werk te onderzoeken maar de werkgever kan geen aangepast of ander werk aanbieden (concreet is hiertoe vereist dat de werkgever, overeenkomstig voormelde bijzondere procedure, in een gemotiveerd verslag heeft toegelicht waarom het opmaken van een plan voor aangepast of ander werk technisch of objectief onmogelijk is of om gegronde redenen redelijkerwijze niet kan worden geëist en dit verslag aan de werknemer en de preventieadviseur-arbeidsarts heeft bezorgd); of
-
De werknemer heeft wél gevraagd om de mogelijkheden voor aangepast of ander werk te onderzoeken en de werknemer heeft het door de werkgever aangeboden aangepast of ander werk geweigerd (concreet is hiertoe vereist dat de werkgever, overeenkomstig voormelde bijzondere procedure, het plan dat geweigerd werd door de werknemer heeft bezorgd aan de werknemer en de preventieadviseur-arbeidsarts).
Wat indien de werknemer niet definitief ongeschikt is voor het overeengekomen werk?
Wanneer in het kader van deze procedure niet kan worden vastgesteld dat het voor de werknemer definitief onmogelijk is om het overeengekomen werk te verrichten, eindigt deze procedure zonder gevolg.
Deze procedure kan vervolgens slechts opnieuw opgestart worden wanneer de werknemer opnieuw gedurende een termijn van negen maanden ononderbroken arbeidsongeschikt is zoals hierboven toegelicht, te rekenen vanaf hetzij de dag na de ontvangst van de vaststelling van de preventieadviseur-arbeidsarts, hetzij indien de werknemer beroep heeft ingediend tegen deze vaststelling, vanaf de dag na de ontvangst van het resultaat van de beroepsprocedure.
Meer informatie over deze regelgeving kan u terugvinden op onze website. Deze zal worden aangepast vanaf de inwerkingtreding van deze maatregel.
3. Beperking van de neutralisatie van het gewaarborgd loon in geval van een gedeeltelijke werkhervatting
Ten derde wijzigt deze wet de voorwaarden voor de neutralisatie van het gewaarborgd loon in het kader van een gedeeltelijke werkhervatting. Deze neutralisatie zal in de tijd beperkt worden tot een periode van 20 weken.
In afwijking van de algemene regeling, zal de werkgever ontheven worden van de verplichting om het gewaarborgd loon te betalen tijdens een periode van 20 weken vanaf de aanvang van de uitvoering van het aangepast of ander werk, toegestaan door de geneesheer van het ziekenfonds (in toepassing van voormeld artikel 100, §2) in geval van ziekte (andere dan een beroepsziekte) of ongeval (andere dan een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar of van het werk) welke is opgetreden tijdens deze periode.
Na deze periode van 20 weken zijn de normale regels inzake gewaarborgd loon opnieuw van toepassing. De werknemer zal tijdens de uitvoering van het aangepast of ander werk recht hebben op gewaarborgd loon voor zijn prestaties in dit kader (aangevuld met een arbeidsongeschiktheidsuitkering ten laste van het ziekenfonds).
Meer informatie over deze regelgeving kan u terugvinden op onze website. Deze zal worden aangepast vanaf de inwerkingtreding van deze maatregel.
Regelgeving
Wet van 30 oktober 2022 houdende diverse bepalingen betreffende arbeidsongeschiktheid