Verslag Hoge Raad voor de Werkgelegenheid: Stand van zaken op de arbeidsmarkt in België en in de drie gewesten

Gepubliceerd op

De arbeidsmarkt heeft zich goed hersteld

De afgelopen twee jaar liet de arbeidsmarkt een sterke groei van de werkgelegenheid optekenen. Zelfs de meest getroffen bedrijfstakken hebben zich na de pandemie snel hersteld. Door de opleving in 2022 viel de werkloosheidsgraad van de 15-64-jarigen terug tot 5,6 % en steeg de werkgelegenheidsgraad van de 20-64-jarigen tot 71,9 %. Deze verbeteringen worden in alle gewesten waargenomen, maar ze zijn krachtiger in Brussel. Er werd vaker gebruikgemaakt van flexibele arbeidsvormen, zoals flexi-jobs en studentenjobs, en telewerk kreeg vaste voet aan de grond. Aan het einde van 2022 vertraagde de banencreatie onder invloed van de verslechtering van de economische conjunctuur. Die vertraging bleek echter maar tijdelijk te zijn. De meest recente prognoses van een versterkte economische groei doen vermoeden dat de arbeidsmarkt in 2023 weer zal aantrekken.

De spanningen op de arbeidsmarkt namen evenwel toe en heel wat bedrijfstakken worden geconfronteerd met grote tekorten aan arbeidskrachten. Die tekorten zijn vooral van structurele aard, maar verschillende signalen wijzen op een toename van de spanningen. Ze zijn zowel toe te schrijven aan het arbeidsaanbod als aan de arbeidsvraag, maar ook aan de economische omstandigheden. Volgens sommige werkgevers zijn er te weinig potentiële kandidaten of beschikken deze niet over de vereiste kwalificaties. Hoewel het scholingsniveau en het aantal afgestudeerden constant toenemen, speelt ook de studierichting een cruciale rol in de tekorten. Zo zijn er onvoldoende personen met een diploma in de wetenschappen of informatietechnologieën en te weinig afgestudeerden uit het technisch of beroepsonderwijs. De aantrekkelijkheid van het werk is ook een bepalende factor. Slechte werkomstandigheden of een laag loon schrikken potentiële kandidaten af. In België heeft de belastingdruk op arbeid een niet te verwaarlozen invloed op de bezoldigingen en voor werknemers met een laag loon kunnen werkloosheidsvallen hun deelname aan de arbeidsmarkt belemmeren. Mobiliteit en immigratie om economische redenen verminderen de spanningen op de arbeidsmarkt, maar de invloed ervan blijft beperkt.

Twee grote uitdagingen

België moet voornamelijk het hoofd bieden aan twee grote uitdagingen: een relatief lage arbeidsmarktparticipatie en een structureel hoog aantal vacatures. De aanbevelingen van de Raad volgen die twee hoofdlijnen, en geven aan dat de samenwerking van de verschillende actoren en een multisectorale aanpak noodzakelijk zijn om die problemen te verhelpen.

  • In verband met de arbeidsmarktparticipatie is werken enkel aantrekkelijk indien het nettoloon van werknemers veel hoger ligt dan de sociale uitkeringen. Een hervorming van de (para)fiscaliteit moet aldus de lasten voor personen met een laag inkomen verminderen en een verhoging van de werkbonus zou hun arbeidsmarktparticipatie bevorderen. Een andere mogelijke hefboom bestaat erin de aan de gezinssituatie verbonden belemmeringen aan te pakken, met name via een gedeeld ouderschapsverlof of een versoepeling van het bestaande tijdskrediet. Aangezien ziekte en arbeidsongeschiktheid de meest aangehaalde redenen zijn voor niet-participatie aan de arbeidsmarkt, is een betere begeleiding van personen in die situatie tot slot een veelbelovende piste.
  • Om het hoofd te bieden aan de tekorten aan arbeidskrachten beveelt de Raad aan om de beschikbare talentenpool uit te breiden en een kader uit te werken dat gunstig is voor de ontwikkeling van passende vaardigheden. Maatregelen om de participatie te verhogen kunnen de tekorten aanzienlijk matigen. Een uitbreiding van de lijst van knelpuntberoepen die in aanmerking komen voor economische immigratie en een vereenvoudiging en versnelling van de daarmee gepaard gaande administratieve formaliteiten zouden aanvullende hefbomen kunnen zijn. Om fraude te vermijden, moet dat gepaard gaan met voldoende controlemogelijkheden. Op langere termijn moet ook de mismatch tussen de vereiste kwalificaties en de vaardigheden van de nieuwkomers op de arbeidsmarkt worden aangepakt. Zo moeten werknemers hun kennis gedurende hun hele beroepsleven op peil houden, met name door positief te staan tegenover opleidingen. Daarnaast moeten werkgevers een systeem tot stand brengen, of verbeteren, dat de opleiding van hun personeel bevordert.

België kan zich niet meer veroorloven de vereiste hervormingen uit te stellen. De banencreatie raakt achterop, de tekorten nemen toe en te veel talenten blijven onbenut op de arbeidsmarkt. Extra arbeidskrachten zijn essentieel om een duurzame groei en een inclusieve samenleving te bevorderen en om de financiering van de sociale zekerheid te waarborgen. Alle politieke en economische actoren en het maatschappelijk middenveld moeten zich vastberaden inzetten om die doelstellingen te bereiken.

Het verslag en een video zijn beschikbaar op de website van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid.