Vijfentwintig geschillendossiers in 2020

Gepubliceerd op

-

2020

In 2020 is de Directie van de juridische studiën opgetreden in 25 nieuwe geschillendossiers, in de hoedanigheid van verwerende partij (in 18 dossiers) en in de hoedanigheid van eisende partij (in 7 dossiers).

De FOD heeft schriftelijke opmerkingen voorgelegd in een dossier dat aan het Hof van Justitie van de Europese Unie werd voorgelegd over een eventuele discriminatie op basis van godsdienst, waarbij een onderneming aan haar werknemers elke vorm van uiting van religieuze, filosofische of politieke overtuigingen verbiedt, en in dit verband dus het dragen van een sluier verbiedt.

Voor de Raad van State werd de FOD verzocht om te antwoorden op 6 verzoekschriften tot nietigverklaring van koninklijke besluiten en van individuele beslissingen.

Voor het Grondwettelijk Hof heeft de FOD moeten antwoorden op 3 prejudiciële vragen. De eerste zaak had betrekking op een eventueel conflict tussen de artikelen 10 en 11ter, §1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de artikelen 10 en 11 van de Grondwet inzake opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten. De twee andere vragen hadden betrekking op dossiers die worden beheerd door de RVA.

Wat de zaken voor de rechtbanken van eerste aanleg betreft, onthouden we de dagvaarding in kort geding voor de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel tegen het koninklijk besluit nr. 47 van 26 juni 2020 genomen tot uitvoering van artikel 5, §1, 3° en 5° van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19(II) met het oog op de toekenning van een tijdelijke premie aan de gerechtigden op bepaalde sociale bijstandsuitkeringen. De eisende partijen meenden dat dit bijzondere machtenbesluit dat een tijdelijke premie van 50 euro per maand toekende aan bepaalde categorieën van uitkeringsgerechtigden, een discriminatie had teweeggebracht bij andere categorieën van uitkeringsgerechtigden die uitgesloten zijn van het recht op deze premie.

De voorzitter van de rechtbank, die zitting had in kort geding, heeft zich onbevoegd verklaard door het feit dat de eisende partijen niet konden aantonen dat er voldoende schijn van rechten bestond om hun verzoek in kort geding te rechtvaardigen.

De dossiers die werden opgestart door de FOD houden allemaal verband met gevallen van verbale en fysieke agressie tegenover inspecteurs.

Van de 13 dossiers die werden afgesloten, waren er 9 ten gunste van de FOD. Onder deze gunstige beslissingen onthouden we de twee uitspraken van de voorzitter van de arbeidsrechtbank van Antwerpen enerzijds en de arbeidsrechtbank van Henegouwen anderzijds, die beslisten om de dwangbevelen van het Toezicht op het Welzijn op het Werk te behouden.

Onder de ongunstige beslissingen onthouden we het arrest van het arbeidshof van Luik van 22 januari 2020 waarmee het Hof de nalatigheid van de Staat vóór de streefdatum van 8 juli 2013 als foutief heeft beschouwd. Die datum werd vastgesteld door het Grondwettelijk Hof (arrest nr. 125/2011). De Belgische Staat beschikte aldus over twee jaar om een einde te stellen aan het onderscheid tussen arbeiders en bedienden. Het gaat over het laatste lopende dossier in de problematiek van de grondwettelijkheid van de wet over het eenheidsstatuut van 26 december 2013.