Sociale dumping: fenomeen en rol van het Toezicht op de Sociale Wetten

Gepubliceerd op

-

2019

Wat is sociale dumping?

Binnen de Europese Unie geldt er vrij verkeer van diensten.  Dit houdt in dat alle bedrijven vrij en zonder enige beperking hun diensten kunnen aanbieden in alle EU-lidstaten en dus ook hun werknemers mogen meenemen om dat werk uit te voeren.  Wat deze regeling heel specifiek maakt, is dat dit in principe altijd een tijdelijke situatie is. Bijvoorbeeld: een Roemeens bedrijf dat in België alle schrijnwerk komt doen in een nieuwe sporthal, of een Hongaarse zelfstandige die met 2 van zijn werknemers hier een rieten dak komt vervangen maar daarna terugkeert naar het land van origine om daar gewoon verder te werken.

Om de werknemers te beschermen en om te zorgen dat hun sociale rechten in die korte periode stabiel blijven, blijven de werknemers in dergelijke gevallen onderworpen aan de sociale zekerheid van het land van herkomst. 

Dat geldt niet voor de andere arbeidsvoorwaarden zoals het minimumloon en de bepalingen in verband met arbeidsduur en overloon. Daar is men verplicht de regeling van het land waar men werkt over te nemen.  Dat noemt men de “harde kern” van het arbeidsrecht. In de voorbeelden zou er dus Belgisch loon moeten betaald worden, maar dit moet dan aangegeven worden in Roemenië of Hongarije en de sociale zekerheidstarieven van dat land worden toegepast. 

Er is sprake van sociale dumping indien er allerlei technieken worden toegepast om misbruik te maken van dit principe. In (te) veel gevallen worden gedetacheerde werknemers zwaar onderbetaald, moeten ze veel te veel uren per week werken en worden ze tewerkgesteld in soms mensonterende werkomstandigheden. Vaak worden zij ook gehuisvest in minderwaardige panden waar zij met verschillende mensen op één kamer moeten logeren zonder de nodige sanitaire voorzieningen en faciliteiten op gebied van verwarming of nutsvoorzieningen.  Daardoor zijn zij geneigd om meer uren te werken dan wettelijk toegelaten is tegen loon dat lager is dan het wettelijke minimumloon (maar dat meestal toch hoger is dan het loon in hun thuisland).

Gevolgen van de sociale dumping en de controle

Sociale dumping leidt tot deloyale concurrentie, valse prijszetting, en ernstige ondergraving van ons sociaal zekerheidsstelsel. Het zorgt ervoor dat Belgische werknemers, (kleine) zelfstandigen en bonafide ondernemers uit de markt worden geprijsd.   Het doel van onze controles is niet om de legale concurrentie tegen te gaan, wel om de fraude bij de toepassing van de regels inzake het vrij verkeer van diensten en werknemers te bestrijden.

Vaak gebruikte technieken in sociale dumping zijn het inzetten van schijnzelfstandigen, het opzetten van een postbusvennootschap en ook nog altijd koppelbazerij.  Het doel van al die kunstgrepen komt er eigenlijk steeds op neer dat men zo weinig mogelijk bijdragen wil betalen: men geeft niet alle gepresteerde uren of alle lonen aan in het land van herkomst.  Dit is zowel schadelijk voor het zendland, het werkland als de betrokken werknemers.  Vaak ontdekken de gedetacheerde werknemers pas nadien dat zij nergens zijn aangegeven en dus geen rechten hebben opgebouwd of dat zij ten onrechte als zelfstandige zijn aangegeven waardoor zij zelfs in de schulden kunnen komen.

Sinds 2007 moeten alle gedetacheerde werknemers die naar België komen werken op voorhand gemeld worden in een elektronisch systeem (Limosa).  Dat zorgt ervoor dat we een zicht hebben op het aantal buitenlandse werknemers dat naar hier wordt uitgezonden vanaf 2008. 

Tussen 2008 en 2015  was er elk jaar een sterke stijging van het aantal gedetacheerde personen: van  115.255 unieke personen in 2008 naar 197.973 in 2015.  De stijging is sedertdien redelijk gestagneerd op ongeveer 1/3 van de totale tewerkstelling:

2016 : 204.614

2017 : 215.732

2018 : 218.017

2019 : 224.638

Het Toezicht op de Sociale Wetten is vanaf het begin bewust geweest van de gevaren en valkuilen van detachering en de daaraan verbonden sociale dumping. We zijn al in 2007 gestart met het oprichten van gespecialiseerde teams en het opleiden van inspecteurs die exclusief met deze materie belast zijn. Er wordt nauw samengewerkt met andere diensten, zowel nationaal als internationaal.     

Er wordt volop ingezet op informatie-uitwisseling met Europese inspectiediensten via het geïnstitutionaliseerd IMI-systeem. Op die manier kunnen wij onze basistaak efficiënt uitvoeren: ervoor zorgen dat de werknemers correct betaald worden voor hun prestaties en er op die manier ook voor zorgen dat er geen oneerlijke concurrentie georganiseerd wordt. Daarnaast gebeurt het ook op regelmatige basis dat er gemeenschappelijke controles georganiseerd worden met onze buitenlandse collega’s.  Zo gaan onze inspecteurs als observatoren naar het buitenland of ontvangen wij buitenlandse inspecteurs die ons begeleiden bij onze controles.

Het spreekt vanzelf dat wij ook nationaal nauw samenwerken met de andere inspectiediensten.

In 2019 voerden deze gespecialiseerde cellen in totaal 3.047 onderzoeken uit. Hierbij werden 516 waarschuwingen uitgedeeld, 1.897 regularisaties doorgevoerd en werd er voor 1.060 inbreuken een elektronisch Proces-Verbaal opgesteld. Op financieel vlak leverden deze onderzoeken de volgende resultaten op:

  • Er werd voor 11.287.806 euro rechtgezet op vlak van de arbeidsvoorwaarden van de harde kern;
  • Er werd voor 10.188.509 euro een elektronisch proces-verbaal opgesteld omdat de werkgever niet wilde meewerken of omdat er sprake was van ernstige fraude. 

Op basis van onze onderzoeken waren er voor andere diensten (RSZ, buitenlandse sociale zekerheid, inbeslagnames, verbeurdverklaringen) ook nog eens voor 42.190.799 euro aan financiële resultaten.

In 2020 zullen wij onze inspanningen zeker verderzetten met aandacht voor nieuwe evoluties en fenomenen.  Wij kijken daarbij uit naar de European Labour Authority die vanaf 2020 actief is geworden en die een belangrijke rol krijgt in het ondersteunen van gemeenschappelijke en gecoördineerde internationale controles.