2023 - Onderzoekproject betreffende de evaluatie van de wetgeving in verband met de preventie van psychosociale risico’s op het werk (lopende)

Hoofdthema

2023 Onderzoekproject betreffende de evaluatie van de wetgeving in verband met de preventie van psychosociale risico’s op het werk (lopende)

Subthema

De regelgeving betreffende de preventie van psychosociale risico's (PSR) is in België reeds zeer goed uitgewerkt. Het is één van de enige landen in Europa waar de wetgeving deze risico’s definieert en waarin een gedetailleerd kader is opgenomen om de ondernemingen te helpen bij het bestrijden van PSR. Zij werd al tweemaal geëvalueerd en gewijzigd in de loop van de voorbije 20 jaar. Sinds de wijziging in 2014 voeren meer en meer ondernemingen preventieve acties uit naar aanleiding van de psychosociale risicoanalyse. Maar de toepassing ervan, de concretisering op het terrein, brengt nog moeilijkheden met zich mee, vooral voor de kleinere ondernemingen.

De resultaten van de vorige evaluatie zijn beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid: 2011 - Evaluatie van de wetgeving betreffende de preventie van psychosociale belasting (geweld - pesterijen op het werk).

De FOD Werkgelegenheid heeft een academisch onderzoek gelanceerd dat, in overleg met de sociale partners en de preventiedeskundigen, de wetgeving in verband met de preventie van psychosociale risico's op het werk zal evalueren. Bij dit onderzoek zullen aanbevelingen worden geformuleerd voor verbetering (op wettelijk vlak, in verband met de sensibilisering en de toepassing in de ondernemingen) en administratieve vereenvoudiging met extra aandacht voor toegankelijke dienstverlening voor de KMO’s.

Om de aanbevelingen te formuleren zal de inschrijver eveneens rekening houden met het volgende onderzoeksrapport: 2016 - Implementatie van een duurzame preventiestrategie voor psychosociale risico's in ondernemingen .

Timing

2023-2024

Opdrachtgever

AD Humanisering van de Arbeid:

  • Afdeling van de promotie van het welzijn op het werk
  • Directie van het onderzoek over de verbetering van de arbeidsomstandigheden (DiOVA)

Onderzoeksteam

Université libre de Bruxelles (ULB):

  • Vanessa De Greef (Centre de droit public et social)
  • Aline Bingen (METICES)
  • Laetitia Mélon (METICES)
  • Ilan Tojerow (DULBEA)
  • Justine Carlier (DULBEA)
  • Magali Verdonck (DULBEA)

Onderzoeksopzet

Doestellingen

Deze opdracht heeft tot doel om de doeltreffendheid te meten van de wettelijke bepalingen die betrekking hebben op de preventie van psychosociale risico's op het werk op collectief vlak die werden ingevoerd door de wet van 28 februari 2014 tot aanvulling van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de preventie van psychosociale risico's op het werk betreft waaronder inzonderheid geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk en door het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico's op het werk.

De evaluatie zal voornamelijk gericht zijn op het preventief en collectief aspect van de regelgeving.

Er wordt zowel een kwalitatieve als kwantitatieve evaluatie gevraagd op basis van de gegevens die beschikbaar zijn op het terrein (preventieactoren en werkgevers).

De doelstelling van dit onderzoek bestaat erin om concrete aanbevelingen te hebben om eventueel wijzigingen door te voeren in de regelgeving en de preventie, de sensibilisering te verbeteren voor een doeltreffendere uitvoering van de wetgeving.

Meer in het bijzonder moet worden onderzocht of bepaalde door de wetgever beoogde doelstellingen werden bereikt:

  • De ontwikkeling in de ondernemingen van een (collectief) preventiebeleid betreffende de psychosociale risico's waarbij alle actoren betrokken zijn en dat hun samenwerking bevordert, in het bijzonder de interne actoren. 
  • De toepassing van de mechanismen die de collectieve aanpak van de problematiek bevorderen. In het bijzonder de risicoanalyse a priori, de risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie waarin een gevaar werd vastgesteld en het verzoek tot formele psychosociale interventie met een hoofdzakelijk collectief karakter.

Er zal bij het onderzoek dus met de volgende elementen rekening moeten gehouden worden:

  • de risicoanalyse a priori en de preventiemaatregelen die eruit voortvloeien en de jaarlijkse evaluatie ervan;
  • de risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie waarin een gevaar werd vastgesteld en de preventiemaatregelen die eruit voortvloeien;
  • de behandeling van de verzoeken tot formele psychosociale interventie met een hoofdzakelijk collectief karakter;
  • de betrokkenheid van de interne actoren van de onderneming, waaronder de interne preventieadviseur, het Comité en de hiërarchische lijn bij het beleid inzake preventie van psychosociale risico's op het werk;
  • de betrokkenheid van de preventieadviseur-arbeidsarts;
  • de rol van het Comité bij de preventie van psychosociale risico's op het werk;
  • de uitwisseling van informatie tussen de verschillende preventieactoren en de uitwisseling van informatie tussen deze preventieactoren en de werkgever, de hiërarchische lijn en de HR;
  • de informatie en de opleiding van de werknemers, van de hiërarchische lijn en van het Comité;
  • de aanwezigheid van psychosociale risico's in de KMO's in het beleidsadvies (ingevolge de nieuwe regelgeving over de bedrijfsbezoeken en het beleidsadvies van de EDPB).

Contactpersoon

Indien u meer informatie wenst over dit onderzoek, neem dan contact op met:

  • Mélanie Straetmans, projectbeheerder
    FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, AD Humanisering van de Arbeid
    Promotie van het welzijn op het werk
    e-mail: Melanie.STRAETMANS@emploi.belgique.be
  • Alain Piette, Europese Ergonoom (Eur Erg)
    Adviseur, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, AD Humanisering van de Arbeid
    Directie van het onderzoek over de verbetering van de arbeidsomstandigheden (DiOVA)
    e-mail: alain.piette@emploi.belgique.be