Werkgelegenheidsplannen voor oudere werknemers

Op deze pagina

    Op 27 juni 2012 hebben de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad de collectieve arbeidsovereenkomst nr.104 afgesloten over de uitvoering van een werkgelegenheidsplan oudere werknemers in de onderneming. Bij koninklijk besluit van 28 oktober 2012 werd deze CAO algemeen verbindend verklaard. Deze maatregel kadert in de doelstelling die België zich in uitvoering van de Europa-2020-strategie heeft opgelegd om tegen 2020 een participatiegraad van 50 % voor oudere werknemers van 55 tot 65 jaar te bereiken.

    Toepassingsgebied

    Elke onderneming met meer dan 20 werknemers dient een werkgelegenheidsplan op te stellen om het aantal werknemers van 45 jaar en ouder te behouden of te verhogen. Het aantal werknemers wordt berekend op basis van het aantal werknemers in voltijdse equivalenten op de eerste werkdag van het kalenderjaar van de opstelling van het werkgelegenheidsplan. Dat aantal werknemers wordt voor vier jaar vastgesteld; wie bij de telling minder dan 20 werknemers heeft, hoeft 4 jaar lang geen werkgelegenheidsplan op te maken.

    De inhoud van het werkgelegenheidsplan oudere werknemers

    De werkgever stelt ieder jaar een werkgelegenheidsplan op of stelt een plan op met meerjarenmaatregelen. De werkgever heeft dus de mogelijkheid te voorzien in maatregelen die over verscheidene jaren lopen.

    Het plan geeft een overzicht van de ondernemingsspecifieke maatregelen om de werkgelegenheid van de werknemers van 45 jaar en ouder te behouden of te verhogen. Maatregelen die in de onderneming al worden uitgevoerd, mogen ook in het werkgelegenheidsplan worden opgenomen.

    De werkgever kan een keuze maken uit een in de cao opgenomen (niet-limitatieve) lijst van actiegebieden:

    • de selectie en indienstneming van nieuwe werknemers;
    • de ontwikkeling van de competenties en kwalificaties van de werknemers, met inbegrip van de toegang tot opleidingen;
    • de loopbaanontwikkeling en loopbaanbegeleiding binnen de onderneming;
    • de mogelijkheden om via interne mutatie een functie te verwerven die aangepast is aan de evolutie van de mogelijkheden en de competenties van de werknemer;
    • de mogelijkheden voor een aanpassing van de arbeidstijd en de arbeidsomstandigheden;
    • de gezondheid van de werknemer, de preventie en het wegwerken van fysieke en psychosociale belemmeringen om aan het werk te blijven;
    • de systemen van erkenning van verworven competenties.

    De werkgever kan kiezen voor één enkel actiegebied, verschillende actiegebieden combineren of kiezen voor een niet in de lijst opgenomen actiegebied. De sectoren hebben de mogelijkheid de lijst aan te vullen.

    Informatie en raadpleging

    De werkgever legt zijn ontwerp van werkgelegenheidsplan voor aan de ondernemingsraad. Bij ontstentenis wordt het ontwerp voorgelegd aan de vakbondsafvaardiging of, indien deze laatste evenmin aanwezig is, aan het comité voor preventie en bescherming op het werk of bij ontstentenis aan de werknemers van de onderneming.

    De werknemersvertegenwoordigers brengen uiterlijk binnen de twee maanden na ontvangst van het werkgelegenheidsplan een advies uit, waarin eventueel aanvullende of alternatieve voorstellen worden gedaan. Indien de werkgever zijn plan niet aanpast in het licht van dat advies, dan moet hij zijn beslissing toelichten. Bovendien moeten de toelichting en de niet in aanmerking genomen voorstellen als bijlage bij het plan worden gevoegd. De werkgever beschikt hiervoor over twee maanden tijd.

    In ondernemingen met meer dan 20 en minder dan 50 werknemers waar er geen vakbondsafvaardiging is, moet de werkgever de werknemers enkel informeren over het werkgelegenheidsplan; overleg is in dergelijke ondernemingen niet vereist.

    Na afloop van het werkgelegenheidsplan informeert de werkgever de ondernemingsraad over de resultaten van de maatregelen die werden uitgevoerd.

    Controle

    De werkgever bewaart het werkgelegenheidsplan gedurende 5 jaar en houdt het ter beschikking van de bevoegde autoriteiten.

    Eventuele rol van het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk

    De werkgever is verplicht om een voorafgaandelijk advies te vragen aan het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk voor de maatregelen die de werkgever voorstelt en die betrekking hebben op het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.

    Model van werkgelegenheidsplan oudere werknemers

    De werkgever heeft de mogelijkheid gebruik te maken van een model van werkgelegenheidsplan (PDF, 175.7 KB) dat als bijlage bij CAO nr. 104 werd gevoegd.

    Inwerkingtreding

    CAO nr. 104 is gesloten voor onbepaalde tijd en treedt in werking op 1 januari 2013.