Deeltijdse arbeid - toezicht op de afwijkingen op de normale werkroosters

Op deze pagina

    De deeltijdse werknemer verricht normaal zijn prestaties in het kader van het bekendgemaakt werkrooster. Het is echter niet altijd mogelijk om hem tewerk te stellen binnen het strikt kader van dit (vast of variabel) werkrooster. Om het toezicht op de deeltijdse prestaties door de sociale inspectie toe te laten, moeten de afwijkingen op de normale werkroosters dan ook worden vastgesteld.
     
    De maatregelen inzake het toezicht op de prestaties van de deeltijdse werknemers kaderen o.a. in de strijd tegen het zwartwerk. Ze beogen een onmiddellijke controle ter plaatste op de regelmatige tewerkstelling van de deeltijdse werknemers. Deze controle is slechts mogelijk als het normaal deeltijds werkrooster gekend is (via de bekendmaking van de werkroosters) en de bijkomende uren worden vastgesteld (via een optekening en bewaring van de afwijkingen). Op die manier krijgt men immers een duidelijk beeld van de werkelijke deeltijdse prestaties.
      

    Op vandaag moeten de afwijkingen op de normale werkroosters (d.i. het vast of variabel werkrooster dat werd bekend gemaakt) worden opgetekend in een document, dat onder bepaalde voorwaarden kan worden vervangen door geschikte apparaten. Daarbij wordt uitgegaan, hetzij van een registratie aan de hand van een papieren document, hetzij van het bewaren van de door middel van het informaticaprocedé geregistreerde gegevens in papieren vorm.

    De manieren en technologieën om de prestaties van werknemers bij te houden, te bewaren en te controleren zijn ondertussen zodanig geëvolueerd dat dergelijke systemen dezelfde garanties kunnen bieden als een optekening in en bewaring van een papieren document.

    De wet werkbaar wendbaar werk voorziet dan ook in een toezicht op de afwijkingen van het normale werkrooster via een systeem van tijdsopvolging op voorwaarde dat:

    • het voor elke betrokken werknemer enerzijds melding maakt van zijn identiteit en de periode waarop de opgetekende gegevens betrekking hebben en anderzijds per dag het begin en einde van zijn prestaties en van zijn rustpauzes registreert op het moment dat ze beginnen of eindigen;
    • het de opgetekende gegevens bijhoudt gedurende deze periode en door de betrokken werknemers en de sociale inspectie kan worden geraadpleegd;
    • de opgetekende gegevens gedurende vijf jaar worden bewaard (op papier of elektronisch);
    • de vakbondsafvaardiging in de mogelijkheid wordt gesteld om, conform de cao nr. 5 van 24 mei 1971 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging van het personeel der ondernemingen, haar bevoegdheden uit te oefenen met betrekking tot het systeem van tijdsopvolging en de opgetekende gegevens.

    Het hoeft niet noodzakelijk om een elektronisch tijdsregistratiesysteem te gaan, niettemin zal het gebruikte systeem moeten beantwoorden aan alle voorwaarden.

    Slechts bij afwezigheid van een dergelijk systeem, zal de werkgever over een document moeten beschikken waarin de afwijkingen worden opgetekend.