Het nemen en aantonen van alle nodige maatregelen

Het samenwerkingsakkoord legt net als de Europese richtlijn geen gedetailleerde, technische voorschriften op. De basisverplichting die van toepassing is op alle Seveso-inrichtingen is de zogenaamde algemene zorg- en aantoonplicht. Deze houdt in dat de exploitant:

Zware ongevallen voorkomen en de gevolgen beperken

Bij het nemen van maatregelen moet er dus een dubbel doel nagestreefd worden: zowel het voorkomen van zware ongevallen als het beperken van de gevolgen ervan.

Als we deze dubbele doelstelling combineren met de definitie van een zwaar ongeval, dan moet de exploitant alle nodige maatregelen nemen om:

De verplichting om zware ongevallen te voorkomen en te beperken impliceert dat men de verschillende preventieve en schadebeperkende strategieën toepast die gangbaar zijn in de beveiliging van procesinstallaties. Daarmee sluit het samenwerkingsakkoord aan bij het algemene principe dat de technische beheersing van procesrisico’s gebaseerd is op de opeenstapeling van verschillende beschermlagen. Jarenlange ervaring met procesinstallaties heeft immers aangetoond dat ondanks alle inspanningen om het ongewenst vrijkomen van stoffen te voorkomen, zelfs in bedrijven die de hoogste veiligheidsstandaarden hanteren, zulke vrijzettingen zich toch voordoen en dat de gevolgen zeer ernstig kunnen zijn. Schadebeperkende strategieën worden daarom complementair toegevoegd aan de preventieve strategieën. Men laat zich daarbij hoofdzakelijk leiden door de mogelijkheid dat schade optreedt, eerder dan door de waarschijnlijkheid.

Een gedetailleerde uitwerking van de preventieve en schadebeperkende strategieën maakt het voorwerp uit van de informatienota "Procesveiligheidsstudie". Hierin worden 2 preventieve en 6 schadebeperkende "veiligheidsfuncties" gedefinieerd. Tevens werd een reeks inspectie-instrumenten voor veiligheidsfuncties ontwikkeld.

Het voorkomen van zware emissies

Het voorkomen van zware emissies vergt in de praktijk het systematisch identificeren van alle mogelijke oorzaken van ongewenste of accidentele vrijzettingen van gevaarlijke stoffen uit de installatie en het nemen van maatregelen om de waarschijnlijkheid op dergelijke vrijzettingen voldoende terug te dringen.

De notie "zwaar" speelt hierbij eigenlijk geen belangrijke rol. Men kan immers niet a priori oorzaken van vrijzettingen uitsluiten zonder de gevolgen geëvalueerd te hebben. Vrijzettingen kunnen ook niet precies en eenduidig worden geklasseerd als zwaar of niet zwaar. Om te beginnen is er geen precieze definitie van het begrip "zwaar". Zelfs al zou men hiervoor welomlijnde criteria opstellen, kan de te verwachten potentiële schade niet exact bepaald worden. De gebeurtenissen die het gevolg kunnen zijn van een vrijzetting van stoffen houden immers grote onzekerheden in.

Wat wel met zekerheid kan gezegd worden, is dat men voldoet aan de verplichting om zware emissies te voorkomen indien men alle mogelijke oorzaken van een vrijzetting identificeert en voor elke oorzaak de nodige maatregelen neemt om deze te voorkomen, rekening houdend met de potentiële ernst van de gevolgen van een vrijzetting. Men kan uiteraard de geïdentificeerde accidentele vrijzettingen indelen als "zwaar" of als "niet zwaar", en een dergelijke classificatie kan dan gebruikt worden voor het maken van een selectie van scenario’s.

Zware emissies voorkomen betekent niet alleen voorkomen dat stoffen accidenteel worden vrijgezet, maar ook men dat men maatregelen neemt die een lek naar de omgeving stoppen. Dit is de eerste schadebeperkende strategie die men kan toepassen nadat een vrijzetting is opgetreden.

Het voorkomen van brand en explosies

Het voorkomen van branden en explosies start bij het voorkomen dat brandbare stoffen worden vrijgezet. Hierboven hebben we reeds de verplichting besproken om ongewenste vrijzettingen te voorkomen. De verplichting om branden en explosies te voorkomen is daarvan een bevestiging. Het voorkomen van branden en explosies betekent verder dat men maatregelen neemt om de vorming van een explosieve wolk te voorkomen en om ontstekingsbronnen te vermijden.

Explosies kunnen niet alleen het gevolg zijn van de ontsteking van een ontvlambaar mengsel van zuurstof en brandbare stoffen, maar ook het gevolg van het explosief falen van een installatieonderdeel (dit zijn zogenaamde "fysische explosies"). Een derde type van explosies dat men moet voorkomen, zijn explosies van explosieve stoffen.

De gevolgen van zware emissies beperken voor mens en milieu

Het beschermen van de mens tegen een blootstelling aan vrijgezette stoffen (en dus het beperken van de gevolgen ervan) kan gerealiseerd worden op verschillende wijzen:

  • het preventief vermijden van de aanwezigheid van mensen in zones met een hoog risico op blootstelling
  • het tijdig evacueren van mensen uit zones die bedreigd worden door vrijgezette stoffen
  • het voorkomen dat stoffen zich verspreiden naar mensen
  • het gebruik van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (zoals gasdichte gebouwen)
  • eerste hulp.

Deze strategieën zijn complementair: de ene soort maatregelen maakt de andere niet overbodig.

Het milieu beschermen tegen de gevolgen van zware emissies zal in hoofdzaak gerealiseerd moeten worden door te voorkomen dat de vrijgezette stoffen in contact komen met kwetsbare delen van het milieu. Maatregelen om de verspreiding tegen te gaan van stoffen die het milieu bedreigen, zijn in dit verband dus zeer belangrijk.

De gevolgen van branden beperken voor mens en milieu

Het beperken van de gevolgen van branden voor de mens kan op verschillende manieren gerealiseerd worden:

  • het preventief beperken van de aanwezigheid van mensen in zones met een hoog brandrisico
  • tijdige detectie van brand gevolgd door evacuatie
  • het vertragen van de uitbreiding van een brand naar zones waar mensen zich bevinden (bijvoorbeeld door het blussen van de brand of het toepassen van brandcompartimentering)
  • het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (brandvertragende kledij)
  • eerste hulp.

De voornaamste risico’s van een brand voor het milieu houden verband met de verspreiding van gecontamineerd bluswater in het milieu en met de uitbreiding van de brand naar de omgeving en de bijhorende milieuschade.

De gevolgen van explosies beperken voor mens en milieu

De volgende strategieën kunnen gebruikt worden om de gevolgen van explosies te beperken:

  • het respecteren van afstandsregels
  • het preventief beperken van de aanwezigheid van mensen in zones met een hoog explosierisico
  • het inkapselen van een bron van explosiegevaar (met behulp van explosiebestendige muren)
  • het beschermen van gebouwen tegen de effecten van een explosie.

Deze strategieën worden in de praktijk meestal gebruikt voor de bescherming van de mens, maar kunnen in principe ook gebruikt worden voor de bescherming van omgeving (infrastructuur en milieu-onderdelen die rechtstreeks schade zouden kunnen ondervinden van een explosie).

De aantoonplicht

De tweede verplichting, met name de aantoonplicht, is heel specifiek voor de Sevesoregelgeving. De bewijsplicht wordt erdoor bij de bedrijven gelegd. Men kan deze verplichting zien als een tegengewicht voor het ontbreken van enige technische voorschriften. Men kan argumenteren dat door een totaal gebrek aan algemeen geldende (detail-)voorschriften, voor elk bedrijf apart, op maat, een onderzoek naar de aanwezigheid van de nodige maatregelen noodzakelijk is, in het bijzonder via inspecties. Van de exploitant wordt een actieve rol verwacht tijdens de inspecties, onder meer door het geven van toelichting en het tonen en ter beschikking stellen van alle relevante documenten.

De aantoonplicht houdt in de eerste plaats in dat het duidelijk moet zijn welke maatregelen getroffen werden om zware ongevallen te voorkomen en om de gevolgen ervan te beperken. Men moet verder kunnen aantonen dat men de noodzaak tot het nemen van maatregelen op een systematische wijze heeft onderzocht. Er moet kunnen geargumenteerd worden waarom de genomen maatregelen voldoende zijn om de risico’s van zware ongevallen te beheersen. Tenslotte is het noodzakelijk dat men aantoont dat de maatregelen die men getroffen heeft effectief en betrouwbaar zijn en dat de eventuele risico’s die de maatregelen zelf met zich zouden meebrengen, voldoende beheerst zijn. Maatregelen zijn effectief als ze het beoogde effect realiseren. De betrouwbaarheid van maatregelen houdt verband met de kans dat een maatregel correct werkt op het ogenblik dat hij aangesproken wordt. Het spreekt voor zich dat de documentatie van de maatregelen, van vastlegging en ontwerp tot registratie van inspectie en onderhoud, een belangrijke rol speelt bij de aantoonplicht.

In de informatienota "Procesveiligheidsstudie" wordt dieper ingaan op de uitvoering van studies om de nodige maatregelen te bepalen en op wijze waarop dit kan gedocumenteerd kan worden.