Betrokkenheid van het personeel
Op deze pagina
Het samenwerkingsakkoord vraagt expliciet dat het personeel van de Seveso-inrichting en dat van onderaannemers met langlopende contracten geraadpleegd wordt bij het opstellen van het intern noodplan.
De raadpleging van het eigen personeel moet gebeuren via het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk of bij ontstentenis via de vakbondsafvaardiging of, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, via de werknemers zelf. Dit is de geëigende manier om het personeel te raadplegen zoals we die ook terug vinden in diverse koninklijke besluiten inzake welzijn op het werk, zoals bijvoorbeeld het koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen en het koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden.
De expliciete vraag om het personeel te betrekken bij het intern noodplan is opgenomen in de Sevesorichtlijn en werd dus bij de omzetting in Belgisch recht overgenomen. Er werd hieraan echter toegevoegd "onverminderd de wettelijke bevoegdheden van het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk krachtens de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk". Via deze toevoeging geeft de wetgever aan dat de expliciete vermelding bij het interne noodplan geenszins betekent dat de betrokkenheid van het personeel niet nodig zou zijn voor de andere maatregelen van het samenwerkingsakkoord, waarvoor die betrokkenheid niet uitdrukkelijk vermeld wordt. Op die aspecten van de preventie van zware ongevallen die ook betrekking hebben op de veiligheid van het personeel, blijven de algemene verplichtingen inzake de raadpleging van en de informatieverstrekking aan het personeel die opgelegd zijn via de welzijnswet en de codex over het welzijn op het werk, onverminderd van kracht.
De betrokkenheid van het personeel wordt verder ook vermeld in bijlage 2 van het samenwerkingsakkoord waarin de factoren worden opgesomd waarmee de exploitant rekening moet houden bij de uitwerking van het veiligheidsbeheersysteem. Er wordt aan de exploitant gevraagd om via de nodige procedures vast te leggen hoe het eigen personeel en het personeel van derden betrokken wordt bij de preventie van zware ongevallen. Tevens wordt gevraagd om maatregelen te nemen om het bewustzijn bij het personeel te verhogen dat voortdurende verbetering nodig is.