Opstellen en uitvoeren van een preventiebeleid

Op deze pagina

    Het wordt algemeen erkend dat de fundamentele oorzaken van de meeste industriële ongevallen hun wortels hebben binnen het management van de onderneming. Het is daarom cruciaal dat de ondernemingen een preventiebeleid uitwerken en in uitvoering brengen om dergelijke ongevallen aan de bron te voorkomen.

    Het samenwerkingsakkoord verplicht de exploitanten van zowel de lagedrempel- als hogedrempelinrichtingen om een preventiebeleid voor zware ongevallen uit te werken dat borg staat voor een hoog beschermingsniveau van de menselijke gezondheid en het milieu. Het beleid moet beschreven worden in een document, met in het bijzonder de algemene doelen en beginselen voor het handelen van de exploitant, de rol en verantwoordelijkheid van het management en de verbintenis tot het continu verbeteren van de beheersing van gevaren van zware ongevallen. Het document wordt ter beschikking gehouden van de inspectiediensten. Los van eventuele wijzigingen in de inrichting, moet het preventiebeleid minstens elke vijf jaar herzien worden en het document zo nodig bijgewerkt. Het preventiebeleid moet dus meer zijn dan een éénmalige intentieverklaring van de directie.

    Het preventiebeleid moet in de praktijk worden gebracht door middel van een veiligheidsbeheersysteem, waarbij rekening wordt gehouden met de gevaren van zware ongevallen, met de activiteiten en met de complexiteit van de organisatie van de inrichting. De elementen en activiteiten die in het veiligheidsbeheersysteem aan bod moeten komen, worden opgesomd in bijlage 2 van het samenwerkingsakkoord. Zo is de exploitant ertoe gehouden om de nodige procedures op te stellen en toe te passen voor de organisatie van:

    • het bepalen van de taken en verantwoordelijkheden, het betrekken en het opleiden van het personeel
    • het werken met derden
    • het identificeren van de gevaren en het evalueren van de gevaren van zware ongevallen
    • het ontwerpen van nieuwe installaties en het uitvoeren van wijzigingen aan bestaande installaties
    • de operationele controle, waaronder:
      • het verzekeren van de veilige exploitatie in alle omstandigheden, zoals bij normale werking, bij opstart, bij tijdelijke stilstand en bij onderhoud
      • het alarmbeheer
      • het verzekeren van de goede staat en werking van de maatregelen ter beheersing van de risico’s van zware ongevallen (periodieke inspectie- en onderhoudsprogramma’s)
    • het onderzoek van ongevallen en incidenten
    • de audit en herziening van het preventiebeleid en het veiligheidsbeheersysteem.

    De exploitant is verplicht om bij de uitwerking en toepassing rekening te houden met de beste praktijken.

    Hoewel de verplichting inzake het veiligheidsbeheerssysteem uitvoeriger is uitgewerkt in het samenwerkingsakkoord dan de verplichting om "alle nodige maatregelen te nemen", ontbreken ook hier concrete, praktische details. Om de naleving van deze verplichting te kunnen onderzoeken hebben de inspectiediensten een reeks inspectie-instrumenten voor onderdelen van het veiligheidsbeheersysteem ontwikkeld.