Inspectie-instrumenten
Inspectie-instrumenten worden gebruikt door de inspecteurs om te onderzoeken of de Seveso-bedrijven in België de nodige systemen van technische, organisatorische en bedrijfskundige aard hebben geïmplementeerd om de risico’s van zware ongevallen te beheersen.
De inspectie-instrumenten kunnen onderverdeeld worden in functie van hun toepassingsgebied:
- Inspectie-instrumenten voor onderdelen van het veiligheidsbeheersysteem
- Inspectie-instrumenten voor veiligheidsfuncties in procesinstallaties
- Inspectie-instrumenten voor type-installaties.
De rol van inspectie-instrumenten bij het toezicht
De exploitant van een Sevesobedrijf moet alle maatregelen nemen die nodig zijn om zware ongevallen met gevaarlijke stoffen te voorkomen en om de mogelijke gevolgen ervan voor mens en milieu te beperken. De exploitant moet tevens te allen tijde kunnen aantonen aan de bevoegde inspectiediensten dat hij deze maatregelen genomen heeft.
De Seveso-regelgeving zelf omvat geen gedetailleerde voorschriften over die "nodige maatregelen" of over hoe die maatregelen er dan precies zouden moeten uitzien. De exploitant moet zelf verdere concrete invulling geven aan deze algemene verplichtingen en moet dus zelf bepalen wat de nodige maatregelen zijn van technische, organisatorische en bedrijfskundige aard zijn.
De exploitant moet een preventiebeleid voeren dat borg staat voor een hoog beschermingsniveau voor mens en milieu. Dit preventiebeleid moet in de praktijk worden gebracht door middel van een veiligheidsbeheersysteem, waarvan de elementen en activiteiten worden opgesomd in bijlage 2 van het samenwerkingsakkoord. De exploitant is verplicht om daarbij rekening te houden met de beste praktijken.
Ook de inspectiediensten van hun kant moeten voor het uitvoeren van hun inspectie-opdracht meer concrete criteria moeten ontwikkelen om te beoordelen of de exploitant deze algemene verplichtingen naleeft. Deze beoordelingscriteria nemen de vorm aan van een reeks inspectie-instrumenten, die in overleg en gezamenlijk worden opgesteld met alle inspectiediensten. Ze slaan zowel op technische als op eerder organisatorische en bedrijfskundige maatregelen.
Bij het ontwikkelen van hun beoordelingscriteria richten de inspectiediensten zich in de eerste plaats op de goede praktijken, zoals deze beschreven zijn in tal van publicaties. Deze goede praktijken, vaak opgesteld door industriële organisaties, zijn een bundeling van jarenlange ervaring met procesveiligheid. De inspectie-instrumenten worden in het kader van een open beleid publiek gemaakt en zijn vrij ter inzage voor iedereen. De ACR staat open voor opmerkingen en suggesties op de inhoud van deze documenten.
De inspectie-instrumenten zijn geen vorm van alternatieve wetgeving. Bedrijven kunnen afwijken van de maatregelen die erin vooropgesteld worden. In dat geval zullen zij moeten aantonen dat zij alternatieve maatregelen hebben genomen die tot hetzelfde hoge beschermingsniveau leiden.