Risicoanalyse en preventiemaatregelen bij onrechtmatige gedragingen vanwege derden

Op deze pagina

    In heel wat ondernemingen komen de werknemers in contact met andere personen dan de eigen collega's. Het gaat hier bijvoorbeeld om klanten, leveranciers, dienstverleners, leerlingen en studenten en personen die een uitkering ontvangen.

    Deze personen kunnen voor de werknemers een bijkomende stressfactor betekenen maar in een aantal gevallen kunnen zij ook de oorzaak zijn van agressie en pesterijen.

    Register van feiten van derden

    Om de werkgever in staat te stellen gepast te reageren op onrechtmatige gedragingen vanwege derden of hierop te anticiperen, beschikt hij over een bijkomend instrument om deze risico's te identificeren en te evalueren en om collectieve preventiemaatregelen te treffen. Het gaat om het register van feiten van derden.

    Dit register is een preventiedocument dat eigen is aan de materie van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.

    Wanneer een werknemer meent het slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag vanwege een derde moet hij een verklaring kunnen laten opnemen in dit register. Deze verklaring omvat een beschrijving van de feiten en de data van die feiten.

    In principe wordt de identiteit van de werknemer niet vermeld in het register, tenzij hij hiermee instemt. De opname van de identiteit van de werknemer kan toch nuttig zijn indien het register ook wordt gebruikt als een instrument om de opvolging te verzekeren van de werknemer zodat hij, indien gewenst, een verzoek tot psychosociale interventie kan indienen.

    Dit register wordt bijgehouden door:

    • ofwel de vertrouwenspersoon;
    • ofwel de preventieadviseur psychosociale aspecten indien deze intern is;
    • ofwel de preventieadviseur belast met de leiding van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, indien er geen vertrouwenspersoon is aangeduid en de preventieadviseur psychosociale aspecten extern is.

    De toegang tot dit register is voorbehouden aan:

    • de hierboven vermelde personen;
    • de werkgever.

    Het register wordt ter beschikking gehouden van de inspectiediensten van het Toezicht op het Welzijn op het Werk die belast zijn met het toezicht op de naleving van deze wetgeving.

    De verklaringen die opgenomen worden in dit register worden gedurende vijf jaar bijgehouden vanaf de datum waarop de werknemer zijn verklaring heeft laten optekenen.

    De inschrijving van de feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk in het register van feiten van derden staat niet gelijk met het indienen van een verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk. Ze heeft dus niet tot gevolg dat de werknemer beschermd is tegen represailles.

    De werkgever informeert de werknemers, het Comité en de leden van de hiërarchische lijn over het recht voor de werknemers om een verklaring te doen acteren in het register van feiten van derden. Hij zorgt er ook voor dat zij een opleiding krijgen zodat zij hun rechten adequaat kunnen toepassen.

    Meer informatie

    Een model van het register is beschikbaar in het tabblad Documentatie > Procedures en formulieren > Register van feiten van derden (DOCX, 15.23 KB).

    Ondersteuning van de slachtoffers van geweld door derden

    Werknemers die het slachtoffer worden van feiten van geweld door derden op het werk, lopen het risico te lijden onder posttraumatische stress.

    Het is dan ook van belang dat deze werknemers passende psychologische ondersteuning kunnen krijgen van gespecialiseerde diensten.

    De werkgever moet zo'n dienst aanduiden en krijgt daarover het advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten.

    De werkgever draagt de kosten van de interventies van deze gespecialiseerde dienst indien deze niet ten laste kunnen worden genomen van de sociale zekerheid (bijvoorbeeld in geval van een erkenning als arbeidsongeval).

    De werkgever moet het Comité, de werknemers en de leden van de hiërarchische lijn informeren over het bestaan van deze dienst. Hij zorgt er ook voor dat zij een opleiding krijgen zodat zij hun rechten adequaat kunnen toepassen.