Tweede analyse: hoofdzakelijk collectief of hoofdzakelijk individueel karakter

Op deze pagina

    Wanneer de preventieadviseur psychosociale aspecten het verzoek heeft aanvaard, zal hij een tweede analyse uitvoeren: hij zal nagaan of de situatie beschreven in het verzoek hoofdzakelijk betrekking heeft op risico’s met een collectief karakter of op risico’s met een individueel karakter.

    De preventieadviseur psychosociale aspecten is de enige persoon die beslist of een verzoek een hoofdzakelijk collectief of een hoofdzakelijk individueel karakter heeft. De verzoeker kan dus niet zelf beslissen om bijvoorbeeld een verzoek met een hoofdzakelijk collectief karakter in te dienen. De beslissing van de preventieadviseur vereist bovendien niet het akkoord van de verzoeker.

    De preventieadviseur psychosociale aspecten moet geen grondig onderzoek op het terrein uitvoeren om tot een beslissing te komen. Hij zal zich enkel baseren op de informatie die hij verkrijgt vanwege de verzoeker tijdens het verplicht persoonlijk onderhoud en die is opgenomen in het verzoek zelf.

    Hij moet zijn beslissing zo snel mogelijk nemen en de werknemer hiervan op de hoogte brengen. De wetgeving voorziet hiervoor geen precieze termijn.

    Hoofdzakelijk collectief karakter

    Het verzoek heeft een hoofdzakelijk collectief karakter wanneer uit de beschrijving van de situatie blijkt dat ook andere werknemers binnen de onderneming schade kunnen ondervinden door de problematiek en het in meerdere mate een organisatorisch probleem dan een individueel probleem betreft.

    Het gaat om de gevallen waarbij een gebrek aan actie op het collectieve niveau kan leiden tot een verhoging van het aantal individuele verzoeken tot psychosociale interventie of tot een verslechtering van het arbeidsklimaat binnen de onderneming of binnen de dienst.

    Het is hierbij niet vereist dat meerdere werknemers ook daadwerkelijk schade lijden door dit probleem. De kans hierop volstaat.

    Het is bovendien niet vereist dat het verzoek tot formele psychosociale interventie door meerdere werknemers tegelijk wordt ingediend opdat er sprake zou zijn van een hoofdzakelijk collectief karakter. Het volstaat dat het verzoek door één enkele werknemer wordt ingediend.

    Er wordt bijvoorbeeld een formeel verzoek ingediend door een werknemer die psychosociale problemen ondervindt ten gevolge van het werkritme. Hij moet dagelijks een groot aantal dossiers afwerken. Het is echter bijna onmogelijk om dit aantal te bereiken, wat tot veel stress leidt. Wanneer uit de beschrijving van de situatie blijkt dat ook de collega’s van de verzoeker dit aantal moeten behalen en dat ook zij zware stress kunnen ondervinden door dit hoge werkritme, is er sprake van een situatie die een hoofdzakelijk collectief risico inhoudt: de kans bestaat dat meerdere werknemers lijden onder deze stress.

    Hoofdzakelijk individueel karakter

    Het verzoek tot formele psychosociale interventie heeft een hoofdzakelijk individueel karakter wanneer uit de beschrijving van de situatie blijkt dat voornamelijk de verzoeker lijdt onder de problematiek en deze problematiek geen of slechts zeer weinig andere werknemers kan treffen. Het collectieve aspect van het gevaar is dus bijkomstig of onbestaande.

    Wanneer uit de beschrijving van de situatie bijvoorbeeld blijkt dat enkel de werknemer die het verzoek indient een groot aantal dossiers per dag moet afwerken en dat dit aantal niet wordt geëist van de andere werknemers, dan is er sprake van een verzoek met een hoofdzakelijk individueel karakter. Ook een conflict tussen 2 werknemers onderling zal als hoofdzakelijk individueel beschouwd worden.

    Een verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt steeds behandeld als een verzoek met een hoofdzakelijk individueel karakter. De preventieadviseur psychosociale aspecten zal met andere woorden niet onderzoeken of het verzoek een hoofdzakelijk collectief of individueel karakter heeft.