De strafrechtelijke procedure

Op deze pagina

    Doel

    De strafrechtelijke procedure heeft tot doel door de correctionele rechtbank een strafsanctie op te zien leggen aan de werkgever, een lid van de hiërarchische lijn of de dader van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk.

    De inbreuken op de welzijnswetgeving kunnen aanleiding geven tot strafsancties, geldboetes en zelfs gevangenisstraffen, die werden vastgelegd in het Sociaal Strafwetboek, bijvoorbeeld:

    • Krachtens artikel 119 van het Sociaal Strafwetboek wordt bestraft, eenieder die in contact treedt met de werknemers bij de uitvoering van hun werk en die een daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk begaat.

    De strafsanctie bestaat uit:

    • ofwel een gevangenisstraf van 6 maanden tot 3 jaar;
    • ofwel een geldboete van 4.800 tot 48.000 euro (inclusief de toepasselijke opdeciemen);
    • ofwel beiden.

    Daarnaast kan er ook een administratieve geldboete van 2.400 tot 24.000 euro (inclusief de toepasselijke opdeciemen) opgelegd worden.

    • Krachtens artikel 122/1, 2°, e) van het Sociaal Strafwetboek wordt bestraft, de werkgever die niet de passende preventiemaatregelen treft om een einde te maken aan de schade geleden door de werknemer die een verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag heeft ingediend.

    De strafsanctie bestaat uit:

    • ofwel een strafrechtelijke geldboete van 800 tot 8000 euro (inclusief de toepasselijke opdeciemen);
    • ofwel een administratieve geldboete van 400 tot 4000 euro (inclusief de toepasselijke opdeciemen).

    Tenslotte kan de dader ook strafrechtelijk vervolgd worden op grond van artikel 442bis van het strafwetboek dat de belaging strafbaar stelt (in de privésfeer of op het werk).

    De doelstelling van een strafrechtelijke procedure is dus fundamenteel verschillend van de doelstelling van de procedure die intern is aan de onderneming of de burgerlijke procedure.

    Slachtoffers - Daders

    Psychosociale risico’s die geen geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk zijn

    De strafrechtelijke procedure kan enkel worden ingeleid door een werknemer (waaronder de leden van de hiërarchische lijn) ten aanzien van zijn werkgever of een lid van de hiërarchische lijn omdat zij hun verplichtingen opgenomen in de welzijnswet niet naleven.

    Kunnen bijvoorbeeld beschouwd worden als een inbreuk:

    • Het feit dat de werkgever geen geschikte preventiemaatregelen neemt tot het beperken van de schade geleden door een werknemer met een burn-out die een verzoek tot formele psychosociale interventie heeft ingediend.
    • Het feit dat een lid van de hiërarchische lijn geen enkele stap onderneemt om een probleem van psychosociale aard waarvan hij kennis heeft te laten behandelen.

    Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk

    De strafrechtelijk procedure kan ingeleid worden ten aanzien van de werkgever of een lid van de hiërarchische lijn omdat zij hun verplichtingen opgenomen in de welzijnswet niet naleven.

    Deze procedure kan ook ingeleid worden ten aanzien van de dader van de onrechtmatige gedragingen (werkgever, lid van de hiërarchische lijn, werknemer, derden).

    Procedure

    De strafvordering, die tot doel heeft een persoon die beschuldigd wordt van een inbreuk te vervolgen voor de rechtbank teneinde zijn schuld te onderzoeken, kan door de werknemer ingeleid worden op verschillende manieren:

    • De persoon kan een klacht indienen bij de politie of het arbeidsauditoraat. De strafvordering zal echter niet noodzakelijk ingesteld worden, aangezien het de auditeur (het openbaar ministerie) toekomt vrij te beslissen over de opportuniteit om de dader, en eventueel de werkgever of een lid van de hiërarchische lijn, te vervolgen voor de correctionele rechtbank. Hiertoe kan de arbeidsauditeur aan de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk of aan de politiediensten vragen om bepaalde opdrachten uit te voeren. De arbeidsauditeur zou dus kunnen beslissen het dossier zonder gevolg te klasseren omdat hij het niet opportuun acht te vervolgen of wegens gebrek aan voldoende bewijzen.
       
    • Het arbeidsauditoraat kan gevat worden door de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk die een proces-verbaal tot vaststelling van een inbreuk heeft opgemaakt.
       
    • De persoon kan een klacht met burgerlijke partijstelling indienen bij de onderzoeksrechter. Deze zal dan overgaan tot een onderzoek (onder andere door te vragen aan de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk of de politiediensten om bepaalde opdrachten uit te voeren) en verslag uitbrengen bij de raadkamer die dan zal beslissen om niet te vervolgen of om de zaak aanhangig te maken bij de correctionele rechtbank. In dit geval kan de onderzoeksrechter de klager vragen om bij de griffie van de rechtbank de geschatte som van de proceskosten in consignatie te geven, voordat tot vervolging wordt overgegaan. In geval van veroordeling van de beklaagde, zullen de sommen betaald door de klager terugbetaald worden. Indien de correctionele rechtbank de beklaagde vrijspreekt, zijn alle gerechtskosten ten laste van de klager.

    Bescherming tegen represailles

    De werkgever mag een werknemer, die bij deze gerechtelijke instanties bepaalde acties heeft ondernomen, niet ontslaan of ten aanzien van hem een andere nadelige maatregel nemen om redenen die verband houden met deze acties of met de feiten die in het kader van deze acties worden gemeld. De werkgever die deze bescherming niet naleeft, is verplicht de werknemer een schadevergoeding te betalen.

    Heeft de actie betrekking op feiten van geweld of pesterijen op het werk die geen verband houden met een discriminatiegrond, dan is de bescherming bedoeld in de Welzijnswet van toepassing.

    Wanneer de actie betrekking heeft op feiten van geweld of pesterijen op het werk die wel verband houden met een discriminatiegrond, of van ongewenst seksueel gedrag op het werk, dan is de bescherming bedoeld in de antidiscriminatiewetgeving van toepassing.

    De inhoud van deze beide beschermingen tegen represailles is in wezen dezelfde. Er is voornamelijk een verschil op het vlak van de personen die deze bescherming kunnen genieten.

    Meer informatie is terug te vinden in het onderdeel bescherming tegen represailles.