Verenigbaarheid van functie van preventieadviseur met lidmaatschap raad van beheer
Op deze pagina
Toelichting over artikel 43 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
Het artikel 43 bepaalt dat de preventieadviseur zijn opdracht moet vervullen in volledige onafhankelijkheid ten opzichte van de werkgever en de werknemers.
Een expliciet wettelijke bepaling betreffende de onverenigbaarheid van de functie van preventieadviseur met het lidmaatschap van de raad van beheer bestaat niet.
Het comité voor preventie en bescherming op het werk, de syndicale afvaardiging of de werknemers zelf, naargelang het geval, kunnen op basis van bv. feiten of statuten oordelen of de onafhankelijkheid van de preventieadviseur, die tevens lid is van de raad van beheer, al dan niet gewaarborgd is.
Wanneer in een concreet geval een meningsverschil zou ontstaan omtrent deze onafhankelijkheid wordt de zaak voor advies voorgelegd aan de toezichthoudende ambtenaar.
Bij blijvend conflict kan de zaak voorgelegd worden aan de arbeidsrechtbank die uiteindelijk de beslissing neemt.
- Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (PDF, 554.21 KB)
- In de eerste plaats bij de preventieadviseur van de interne en/of de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
- In de tweede plaats bij de bevoegde regionale directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk.
- Over de interpretatie van de regelgeving: schriftelijk bij de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid.