Uitvoeren of bijstaan bij het uitvoeren van de risicoanalyse
Op deze pagina
Toelichting over artikel II.1-4 van de codex over het welzijn op het werk
Vraag
Titel 2 inzake de algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid van boek I van de codex legt de werkgever op een risicoanalyse uit te voeren. Artikel II.1-4 van de codex legt op dat de interne dienst de werkgever moet bijstaan bij het uitvoeren van een risicoanalyse en artikel II.1-8 legt op dat in bedrijven A en B deze taak niet mag uitgevoerd worden door een externe dienst. Artikel II.1-25 bepaalt dan weer dat de preventieadviseurs de plicht hebben beroep te doen op deskundigen. Mag een werkgever van groep A of B beroep doen op deskundigen die niet behoren tot een externe dienst om een risicoanalyse uit te voeren of om zich te laten bijstaan bij het uitvoeren van de risicoanalyse ?
Antwoord
De werkgever moet erover waken dat een risicoanalyse wordt uitgevoerd. In bedrijven van groep A of B moet hij zich hiervoor laten bijstaan door de preventieadviseur(s) van de interne dienst. In toepassing van het laatste lid van artikel II.1-3 en van artikel II.1-25 van de codex mogen en moeten de preventieadviseurs beroep doen op al dan niet tot een externe dienst behorende deskundigen voor bepaalde specifieke taken, bijvoorbeeld het uitvoeren van metingen, berekeningen, testen,... indien uit de risicoanalyse zou blijken dat deze nodig zijn.
- In de eerste plaats bij de preventieadviseur van de interne en/of de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
- In de tweede plaats bij de bevoegde regionale directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk.
- Over de interpretatie van de regelgeving: schriftelijk bij de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid.