Lawaai

Op deze pagina

    De bepalingen betreffende de geluidsomgeving zijn terug te vinden in titel 2 betreffende lawaai van boek V van de codex over het welzijn op het werk.

    Risicobeoordeling

    De werkgevers zijn ertoe gehouden de risico's voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers, die het gevolg zijn van de blootstelling aan lawaai tijdens het werk, te evalueren en de nodige preventiemaatregelen te nemen. Hiertoe moet de werkgever onder meer aandacht besteden aan:

    • het niveau, de aard en de duur van de blootstelling;
    • de grenswaarden en actiewaarden voor de blootstelling;
    • de werknemers die tot bijzonder gevoelige risicogroepen behoren;
    • de wisselwerking tussen lawaai en werkgerelateerde ototoxische stoffen (bijvoorbeeld koolstofmonoxide, bepaalde aromatische solventen, bepaalde antibiotica);
    • de wisselwerking tussen lawaai en trillingen;
    • de wisselwerking tussen lawaai en waarschuwingssignalen of andere geluiden waarop dient te worden gelet om het risico op ongelukken te verkleinen;
    • door de fabrikanten verstrekte informatie over de lawaai-emissie van de machines;
    • het bestaan van alternatieve arbeidsmiddelen die ontworpen zijn om de lawaai-emissie te verminderen;
    • de voortzetting van de blootstelling aan lawaai buiten normale werktijd onder verantwoordelijkheid van de werkgever;
    • relevante informatie verkregen uit gezondheidstoezicht;
    • de beschikbaarheid van gehoorbeschermers met voldoende dempende werking.

    Actiewaarden en grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling

    In titel 2 van boek V van de codex worden volgende actie- en grenswaarden gedefinieerd:

    • onderste actiewaarden voor blootstelling: LEX, 8h = 80 dB(A) en Ppiek = 112 Pa, (135 dB(C) in verhouding tot 20 µPa);
    • bovenste actiewaarden voor blootstelling: LEX, 8h = 85 dB(A) en Ppiek = 140 Pa, (137 dB(C) in verhouding tot 20 µPa);
    • grenswaarden voor blootstelling: LEX, 8h = 87 dB(A) en Ppiek = 200 Pa, (140 dB(C) in verhouding tot 20 µPa).

    Bij de toepassing van de grenswaarden voor blootstelling wordt voor de bepaling van de daadwerkelijke blootstelling van de werknemer rekening gehouden met de dempende werking van door de werknemer gedragen individuele gehoorbeschermers.

    Bij de toepassing van de actiewaarden voor blootstelling, waarbij de te nemen preventiemaatregelen worden bepaald, wordt geen rekening gehouden met het dempend effect van gehoorbeschermers.

    Onderstaande tabel toont de te nemen maatregelen in functie van de waarden voor dagelijkse blootstelling aan lawaai, volgens de vroegere (ARAB) en de huidige reglementering.

    de te nemen maatregelen in functie van de waarden voor dagelijkse blootstelling aan lawaai, volgens de vroegere (ARAB) en de huidige reglementering

     

    vroeger (ARAB)

    nu

    80 dB(A)
    (geen rekening gehouden met dempende werking van gehoorbescherming)

     

    onderste actiewaarde:

    • ter beschikking stellen PBM’s
    • voorlichting en opleiding werknemers
    • gezondheidstoezicht

    85 dB(A)
    (geen rekening gehouden met dempende werking van gehoorbescherming)

    • voorlichting en opleiding werknemers
    • ter beschikking stellen PBM’s
    • gezondheidstoezicht

    bovenste actiewaarde:

    • voorlichting en opleiding werknemers
    • maatregelen om lawaai te verminderen
    • signalering/afbakening gevarenzones
    • gebruik PBM’s verplicht
    • gezondheidstoezicht

    87 dB(A)
    (rekening gehouden met dempende werking van gehoorbescherming)

     

    grenswaarde: mag niet worden overschreden

    bij overschrijding:

    • onmiddellijk maatregelen nemen om blootstelling onder grenswaarde te brengen
    • oorzaak overschrijding identificeren
    • beschermings- en preventiemaatregelen aanpassen om te voorkomen dat het opnieuw gebeurt 

    90 dB(A)
    (geen rekening gehouden met dempende werking van gehoorbescherming)

    • voorlichting en opleiding werknemers
    • oorzaak vaststellen en maatregelen nemen om lawaai te verminderen
    • informatie over deze blootstelling en de genomen maatregelen door de werkgever
    • signalering/afbakening gevarenzones
    • gebruik PBM’s verplicht
    • gezondheidstoezicht

     


    Afwijkingen

    Wanneer het gebruik van individuele gehoorbeschermers wegens de aard van het werk tot grotere risico's voor de gezondheid of de veiligheid zou kunnen leiden dan het niet gebruiken van deze beschermers kunnen in uitzonderlijke omstandigheden afwijkingen worden verleend van de verplichting om vanaf de overschrijding van de bovenste actiewaarde voor blootstelling deze individuele gehoorbeschermers te gebruiken.

    Voor activiteiten waarbij de dagelijkse blootstelling aan lawaai per werkdag aanmerkelijk verschilt kan, voor de toepassing van de grenswaarden en actiewaarden voor blootstelling, het dagelijkse niveau van blootstelling aan lawaai vervangen worden door het wekelijkse niveau van blootstelling. Dit wekelijkse niveau van blootstelling aan lawaai mag dan echter niet meer bedragen dan de grenswaarde voor blootstelling van 87 dB(A). 

    Meer informatie

    Vragen en antwoorden over titel 2 betreffende lawaai van boek V van de codex over het welzijn op het werk (PDF, 112.42 KB)
     

    Advies van de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk