Hijsen en heffen

Op deze pagina

    Definitie

    Zowel in titel 4 betreffende arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten van boek IV van de codex over het welzijn op het werk als in andere delen van de reglementering wordt geen definitie gegeven van arbeidsmiddelen bestemd voor het hijsen of heffen van lasten. Dit betekent in feite dat dit begrip zeer ruim moet bekeken worden en in elk geval veel verder gaat dan de definitie van “hefwerktuig” zoals deze opgenomen is in artikel 267.2.1 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB).

    Naast de evidente hijswerktuigen, zoals kranen, torenkranen, takels, enz. vallen alle arbeidsmiddelen die dienen om een last te hijsen of te heffen, ook over kleine hoogtes, onder de voorschriften van titel 4.

    Andere voorschriften die van toepassing zijn

    Naast deze specifieke voorschriften zijn ook de algemene bepalingen van titel 2 betreffende de bepalingen van toepassing op alle arbeidsmiddelen van boek IV van de codex van toepassing, alsook, in voorkomend geval, de specifieke bepalingen van titel 3 betreffende mobiele arbeidsmiddelen al dan niet met eigen aandrijving van boek IV van de codex.

    Zie hiervoor de toelichting bij de volgende thema's:

    1. Algemene bepalingen betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen
    2. Specifieke bepalingen betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen 

    Hijsen of heffen van personen

    Titel 4 van boek IV van de codex bevat ook bepalingen betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen die uitzonderlijk gebruikt worden voor het hijsen of heffen van personen.
    Hierin wordt de nadruk gelegd op het feit dat deze werkwijze principieel verboden is en dat alleen in uitzonderlijke omstandigheden en mits een gepaste risicoanalyse, en in toepassing van de reglementaire bepalingen terzake, deze werkwijze kan toegepast worden.
    Een voorbeeld hiervan is het gebruik van betonbakken met werkplatform.

    Controle

    Volgens artikel IV.2-14 van de codex moeten arbeidsmiddelen die onderhevig zijn aan invloeden waarbij verslechtering (slijtage) kan optreden, periodiek door een bekwame persoon worden gekeurd. De werkgever moet in het algemeen de periodiciteit bepalen en de bekwame persoon aanwijzen.

    Voor sommigen arbeidsmiddelen preciseert echter de wetgeving de periodiciteit en de bekwame persoon. Dat is het geval bij hefwerktuigen omschreven door artikel 267 van het ARAB.

    Volgens de artikelen 280 en 281 van het ARAB moeten de controle van de indienststelling en de periodieke controles van deze toestellen door een externe dienst voor technische controles op de werkplaats worden uitgevoerd.

    In het kader van die controles kunnen bijzondere gevallen zich voordoen, zoals:

    Adviezen van de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk