De hoofdelijke aansprakelijkheid - algemene regeling
Op deze pagina
Begrip hoofdelijke aansprakelijkheid inzake lonen
Wanneer een werkgever het verschuldigde loon niet (volledig of gedeeltelijk) betaalt aan zijn werknemer, bepaalt de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, regelingen van hoofdelijke aansprakelijkheid die deze werknemer toelaten om, onder bepaalde voorwaarden, de betaling van dit verschuldigd loon subsidiair te bekomen bij bepaalde derden die als hoofdelijk aansprakelijken beschouwd worden.
De wet van 12 april 1965 bevat zo vooreerst een algemene regeling van hoofdelijke aansprakelijkheid inzake lonen (hierna “algemene regeling” genoemd).
Deze algemene regeling wordt hierna beschreven.
Betrokken loonschulden
- Het dient steeds te gaan om loon dat de werkgever aan de werknemer verschuldigd is, maar dat niet werd betaald.
- De hoofdelijk aansprakelijken zijn solidair aansprakelijk gedurende een periode die bepaald wordt door de arbeidsinspectie in de kennisgeving die ze naar deze hoofdelijk aansprakelijken verstuurt.
Dergelijke periode vangt aan na het verstrijken van een termijn van 14 werkdagen na de kennisgeving van de arbeidsinspectie en kan niet langer zijn dan één jaar.
De hoofdelijke aansprakelijkheid inzake lonen geldt enkel voor het loon dat opeisbaar is geworden gedurende de periode van hoofdelijke aansprakelijkheid.
De hoofdelijke aansprakelijkheid geldt dus enkel voor de toekomstige loonschulden (en niet voor de loonschulden die opeisbaar zijn voor de aanvang van de periode van hoofdelijke aansprakelijkheid).
- Tenslotte geldt de hoofdelijke aansprakelijkheid niet voor de vergoedingen waarop de werknemer recht heeft ingevolge de beëindiging van de arbeidsovereenkomst (bv. opzeggingsvergoeding).
Toepassingsgebied en procedure
- De algemene regeling is enkel van toepassing op de activiteiten die werden vastgesteld bij koninklijk besluit.
- Hierbij moet evenwel worden opgemerkt dat, zelfs wanneer dergelijke activiteiten bepaald zijn door een koninklijk besluit, een dergelijke algemene regeling niet zal van toepassing zijn wanneer de twee andere bijzondere regelingen van hoofdelijke aansprakelijkheid inzake lonen, bepaald door dezelfde wet van 12 april 1965, zelf vinden dat ze van toepassing zijn :
- Zo moet er eerst een onderscheid gemaakt worden naargelang de in casu betrokken activiteiten al dan niet activiteiten in de bouwsector zijn.
Wanneer de betrokken activiteiten, activiteiten zijn in de bouwsector,zal de algemene regeling inderdaad enkel van toepassing zijn op de relatie van onrechtstreekse onderaanneming (zowel in het geval er een keten van onderaannemer bestaat als bij afwezigheid van dergelijke keten).
Daarentegen zal de algemene regeling niet van toepassing zijn op de rechtstreekse contractuele relatie tussen de hoofdelijk aansprakelijke en de contractant-werkgever van de betrokken werknemers. Want wat dergelijke rechtstreekse contractuele relatie betreft, kan de hoofdelijke aansprakelijkheid inzake lonen enkel opgenomen worden door middel van de bijzondere regeling van de rechtstreekse contractant in de bouwsector.
Waaneer de betrokken activiteiten, geen activiteiten zijn in de bouwsector, zal de algemene regeling daarentegen in beginsel volledig van toepassing zijn (zowel wat de rechtstreekse contractuele relatie betreft, als wat de onrechtstreekse relatie van onderaanneming betreft, met of zonder keten van onderaannemers).
- Hier moet overigens opgemerkt worden dat de algemene regeling evenmin van toepassing zal zijn wanneer de werknemer aan wie het verschuldigd loon niet werd uitbetaald, een illegaal verblijvende onderdaan van derde landen is.
In dergelijk geval wordt de eventuele hoofdelijke aansprakelijkheid inderdaad geregeld door de bijzondere regeling inzake de hoofdelijke aansprakelijkheid voor het loon van de illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.
- Wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, art. 35/1 tot 35/6