Het lot van de overlegorganen bij overgang van onderneming

Op deze pagina

    De ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk 

    Het lot van de inspraakorganen in geval van overgang van onderneming wordt voor wat de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraad betreft, geregeld door artikel 21, § 10 van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven. Voor het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk wordt deze materie geregeld door de artikelen 69 en volgende van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.

    Om het lot van de overlegorganen in geval van overgang van onderneming te kunnen beoordelen, is het belangrijk om rekening te houden met de doelstellingen beoogd door de bepalingen van de Europese Richtlijn betreffende overgang van onderneming, met name wat de overlegorganen betreft. In dit verband voorziet artikel 6 van de richtlijn het volgende:

    “(…) Indien de onderneming, de vestiging of een deel van de onderneming of de vestiging als eenheid blijft bestaan, blijven de positie en de functie van de vertegenwoordigers of vertegenwoordiging van de bij overgang betrokken werknemers behouden onder dezelfde voorwaarden als krachtens de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of een overeenkomst voor het tijdstip van overgang bestonden, mits aan de voorwaarden terzake van een werknemersvertegenwoordiging is voldaan. 

    De eerste alinea is niet van toepassing indien overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke  voorschriften of het gebruik van de lidstaten of bij een overeenkomst met de vertegenwoordigers van de betrokken werknemers is voldaan aan de vereisten terzake van het opnieuw aanwijzen van de vertegenwoordigers van de werknemers of de nieuwe samenstelling van de vertegenwoordiging van de werknemers. 

    Wanneer de vervreemder verwikkeld is in een faillissementsprocedure of in een soortgelijke procedure met het oog op de liquidatie van het vermogen van de vervreemder onder toezicht van een bevoegde overheidsinstantie (die een door een overheidsinstantie gemachtigde curator mag zijn), mogen de lidstaten de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de werknemers die overgaan, naar behoren worden vertegenwoordigd totdat er nieuwe werknemersvertegenwoordigers worden gekozen of aangewezen. 

    Indien de onderneming, de vestiging of een deel van de onderneming of de vestiging niet als eenheid blijft bestaan, nemen de lidstaten de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de bij de overgang betrokken werknemers die voor de overgang vertegenwoordigd waren, ook daarna gedurende de periode die noodzakelijk is voor de totstandkoming van de nieuwe samenstelling van de werknemersvertegenwoordiging of de nieuwe aanwijzing van werknemersvertegenwoordigers volgens de nationale wetgeving of praktijk, naar behoren vertegenwoordigd blijven (…).” 

    De doelstelling van de bepalingen van artikel 21, § 10 van de wet van 1948 en de artikelen 69 en volgende van de wet van 1996 bestaat er dus in de continuïteit van de overlegorganen te verzekeren en, bijgevolg, het behoud van het recht van de werknemers op informatie en raadpleging via de overgedragen werknemersvertegenwoordigers nadat de overgang heeft plaatsgehad.

    Deze bepalingen voeren evenwel een overgangsregeling in. Het lot van de overlegorganen (raad/comité) in geval van overgang van onderneming of overname van activa na faillissement, zoals voorzien door deze artikelen, zal slechts gehandhaafd worden totdat de aard van de TBE ter gelegenheid van de volgende sociale verkiezingen opnieuw geherdefinieerd zal worden.

    Begrip overgang van onderneming

    Het begrip “overgang van onderneming” bedoeld in artikel 21, §10 van de wet van 1948 en in de artikelen 69 en volgende van de wet van 1996 stemt overeen met het begrip overgang van onderneming zoals gedefinieerd in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis gesloten op 7 juni 1985 in de Nationale Arbeidsraad betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij wijziging van werkgever ingevolge overgang van ondernemingen krachtens overeenkomst en tot regeling van de rechten van de werknemers die overgenomen worden bij overname van activa na faillissement.
    Overgang van onderneming, in de zin van deze collectieve overeenkomst, impliceert een verandering van werkgever (en dus van juridische entiteit).
    De hieronder verduidelijkte richtlijnen zijn dus niet van toepassing op situaties waar er in de onderneming enkel sprake is van overdracht van aandelen, zonder overdracht van activa van één juridische entiteit naar een andere.

    Begrip onderneming

    In het kader van de wet van 20 september 1948 en van hoofdstuk VIII van de wet van 4 augustus 1996, wordt onder “onderneming” de technische bedrijfseenheid verstaan (hierna TBE). Het is namelijk op dit niveau dat het vertegenwoordigingsorgaan wordt opgericht.
    Maar wat de toepassing betreft van artikel 21, §§10 en 11 van de wet van 1948 en de artikelen 69 tot 76 van de wet van 1996, die specifiek het lot van de overlegorganen in het kader van een overgang van onderneming of van een overname van activa na faillissement behandelen, moeten onder “onderneming” evenwel juridische entiteit en niet TBE verstaan worden. Dit verklaart zich door het feit dat de overname zelf een verandering van juridische werkgever impliceert. Het lot van de inspraakorganen (hoewel opgericht op het niveau van de TBE) moet dus onderzocht worden op het niveau van de juridische entiteit.

    Vier gevallen kunnen zich voordoen :
     

    1. de overgang van de totaliteit van één of meerdere juridische entiteiten, bestaande uit één of meerdere TBE’s met vertegenwoordigingsorga(a)n(en) naar een andere juridische entiteit met of zonder vertegenwoordigingsorga(a)n(en);
       
    2. de overgang van een gedeelte van een juridische entiteit (d.w.z. één of meerdere TBE’s of gedeelten van TBE’s) met vertegenwoordigingsorga(a)n(en) naar een andere juridische entiteit ook met vertegenwoordigingsorga(a)n(en);
       
    3. de overgang van een gedeelte van een juridische entiteit (d.w.z. één of meerdere TBE’s of gedeelten van TBE’s) met vertegenwoordigingsorga(a)n(en) naar een andere juridische entiteit zonder vertegenwoordigingsorga(a)n(en);
       
    4. de splitsing van een TBE in meerdere juridische entiteiten.

    1. Overgang van een volledige juridische entiteit (art. 21, §10, 1° - art. 70)

    "Bij overgang krachtens overeenkomst van één of meer ondernemingen:
    A. blijven de bestaande ondernemingsraden fungeren, zo de betrokken ondernemingen hun aard van TBE behouden;
    B. wordt, in de andere gevallen, tot de eerstkomende verkiezingen de ondernemingsraad van de nieuwe onderneming gevormd door al de leden van de ondernemingsraden die vroeger werden verkozen bij de betrokken ondernemingen, tenzij de partijen er anders over beslissen. Deze ondernemingsraad fungeert voor het geheel van het personeel van de betrokken ondernemingen."

     

    De overgang heeft geen enkele wijziging van de aard van de TBE's van de overgegane onderneming tot gevolg

    Alle TBE’s beschikken over een inspraakorgaan O 

    • Fusie
    A +   B =>      C
    O O   O O   O O O O
    a  b   c  d   a  b  c  d

    Elke TBE (a, b en c, d) van de juridische entiteiten A en B beschikken over een inspraakorgaan (raad/comité).
    De ondernemingen A en B fuseren tot een nieuwe juridische entiteit C. A en B bestonden samen uit vier TBE’s die blijven bestaan bij C met hun respectievelijke organen. Alle overlegorganen van de verschillende TBE’s die vóór de overdracht bestonden, blijven bestaan.

    • Overname
    A »  B =>     B
    O O   O O   O O O O
    a  b   c  d   a  b  c  d

    Onderneming A wordt overgenomen door onderneming B. De twee TBE’s (a,b) waaruit A bestond, blijven bestaan in de nieuwe onderneming B, naast de twee TBE’s (c,d) die voor de overname bij B bestonden. De inspraakorganen van de verschillende TBE’s die bestonden vóór de overname, blijven bestaan.

    Bepaalde TBE’s beschikken niet over inspraakorganen []

    • Fusie
    A +    B =>      C
    O O   []  []    O O []  [] 
    a  b   c   d   a  b  c  d

    De onderneming A fuseert met onderneming B om een nieuwe juridische entiteit C te vormen. A bestaat uit twee TBE’s, elk beschikt over een raad/comité. B bestaat uit twee TBE’s die niet over een vertegenwoordigingsorgaan beschikken.
    De vier TBE’s zullen blijven bestaan in juridische entiteit C. De twee vertegenwoordigingsorganen blijven respectievelijk bevoegd voor de personeelsleden uit de TBE’s a en b. 

    => Bij de gevallen van fusie of overname hierboven, blijven de raden en comités opgericht op het niveau van de TBE’s normaal verder werken alsof er geen overdracht is geweest.

    De overgang heeft een wijziging tot gevolg van de aard van de TBE

    Alle TBE’s beschikken over inspraakorganen O 

    • Fusie
    A +  B =>    C
    O O   O O   O     O 
    a  b   c  d   b      acd

    De juridische entiteit A, die twee TBE’s telt, fuseert met juridische entiteit B, die eveneens uit twee TBE’s bestaat. Elk van de TBE’s beschikt over een raad/comité.

    Deze fusie van twee juridische entiteiten heeft een reorganisatie van de diensten tot gevolg en de fusie van drie TBE’s tot één enkele TBE. De nieuwe juridische entiteit C telt dus slechts twee TBE’s. Na de fusie zullen alle leden van de oude raden/comités van de gefuseerde TBE’s samen zetelen in een nieuwe raad/comité. Deze nieuwe organen zullen bevoegd zijn voor het geheel van het personeel van de nieuwe TBE (acd). De raad/het comité van TBE b die overblijft in C zal verder blijven functioneren voor de personeelsleden van TBE b.

    De leden van de oude raden/comités kunnen evenwel over een andere manier van hergroepering beslissen. Deze beslissing moet genomen worden volgens de beslissingswijze voorzien in het huishoudelijk reglement van de oude organen.

    • Overname
    A »  B =>   B
    O O   O O   O    O
    a  b   c  d   ab   c

    De juridische entiteit A wordt overgenomen door de juridische entiteit B. Ingevolge een rationalisatie fuseren de twee vroegere TBE’s van A tot één enkele TBE. TBE c van de juridische entiteit B blijft behouden. TBE d wordt daarentegen, wegens het sluiting van een winkel, opgedoekt. 
    De leden van de vroegere raden/comités van de TBE’s a en b zullen samen zetelen in een nieuwe raad/comité ab. Deze raad/dit comité zal bevoegd zijn voor het voltallige personeel van de nieuwe TBE ab. Er verandert niets voor het orgaan van TBE c.

    Bepaalde TBE’s beschikken niet over overlegorganen []

    • Fusie
    A +   B =>    C
    O O   []  []        []
    a  b   c    d   abd    c

    Juridische entiteit A fusioneert met juridische entiteit B en vormt de nieuwe juridische entiteit C. A bestaat uit twee TBE’s, die elk een raad/comité bezitten. B bestaat uit twee TBE zonder raad en zonder comité.

    Deze fusie van twee juridische entiteiten brengt een reorganisatie van de diensten met zich mee en de fusie van drie TBE’s (a, b, d) tot één enkele TBE. Een nieuwe juridische entiteit C wordt gecreëerd.

    Deze nieuwe entiteit C, die niet bestond vóór de fusie (dus geen orgaan) bestaat uit twee TBE’s. 

    Wat de nieuwe TBE “abd” betreft:

    De raden/comités die vóór de fusie bestonden in elk van beide TBE’s a en b van de juridische entiteit A zullen samen zetelen in de nieuwe raad/het nieuwe comité in de TBE “abd” van de juridische entiteit C gevormd door de drie gefuseerde TBE’s a, b en d.

    De gefusioneerde raden/comités van a en b zullen evenwel slechts bevoegd zijn voor de werknemers van de TBE’s a en b die, vóór de fusie, voorzien waren van een orgaan (raad/comité). Deze gefusioneerde raad/comité in TBE “abd” van juridische entiteit C is dus niet bevoegd voor de werknemers van d (d die vóór de fusie niet over een overlegorgaan beschikte).

    Wat TBE c betreft:

    deze blijft verder bestaan zonder vertegenwoordigingsorgaan.

    • Fusie
    A +   B =>    C
    []  []   O  O   O       O
    a   b   c   d   abd     c

    Juridische entiteit A fusioneert met juridische entiteit B.
    A bestaat uit twee TBE’s, waarvan geen enkele over een orgaan beschikt.
    B bestaat uit twee TBE’s met orgaan.

    Na de fusie wordt een nieuwe juridische entiteit C gecreëerd. Deze nieuwe entiteit C, die vóór de fusie niet bestond (dus geen orgaan) heeft twee TBE’s.

    Wat de nieuwe TBE “abd” betreft:
    De raad/het comité die bestond bij d blijft bestaan binnen de TBE “abd” van de juridische entiteit C. Deze raad/dit comité zal slechts bevoegd zijn voor de werknemers van de oude TBE d (die vóór de fusie over een orgaan beschikte). Deze raad/dit comité van TBE “abd” van de juridische entiteit C is dus niet bevoegd voor de werknemers van de vroegere TBE’s a en b (die vóór de fusie niet over een overlegorgaan beschikten).

    Wat TBE c betreft:

    Deze blijft onveranderd, de raad/het comité blijft bestaan.

    • Overname
    A +   B =>    B
    []  []   O  O   O      O
    a   b   c   d   abd     c

    De juridische entiteit A telt twee TBE’s zonder raad en zonder comité. Deze wordt overgenomen door de juridische entiteit B, die ook twee TBE’s telt maar in dit geval, met een overlegorgaan (raad/comité). In tegenstelling tot de fusie hierboven besproken, wordt er geen nieuwe juridische entiteit C gecreëerd aangezien het de juridische entiteit B is die juridische entiteit A overneemt. De overlegorganen van de TBE’s van B bestonden reeds vóór de overname.

    De overgang brengt een wijziging in de aard van de TBE’s met zich mee.

    Na de overgang bestaat juridische entiteit B uit twee TBE’s: één TBE bestaat uit drie oude TBE’s a, b en d en één TBE bestaat uit de oude TBE c (deze blijft onveranderd).

    Wat de TBE “abd” betreft: de raad/het comité van de TBE d die reeds voor de overgang bestond in juridische entiteit B, blijft bestaan. Deze blijft bevoegd voor de werknemers van d, maar wordt eveneens bevoegd voor alle werknemers van de nieuwe TBE a, b, d.


    2. Overgang van een gedeelte van een juridische entiteit met een raad/comité naar een andere onderneming met een raad/comité (art. 21, §10, 2° - art. 71)


    “Bij overgang krachtens overeenkomst van een gedeelte van een onderneming naar een andere onderneming die elk over een ondernemingsraad (comité) beschikken :
    A. blijven de bestaande ondernemingsraden (comités) fungeren indien de bestaande technische bedrijfseenheden ongewijzigd behouden blijven;
    B. blijft, zo de aard van de technische bedrijfseenheden gewijzigd wordt, de bestaande ondernemingsraad (comité) fungeren in de onderneming, waarvan een gedeelte overgaat; de personeelsafgevaardigden van de ondernemingsraad, tewerkgesteld in het gedeelte van de onderneming dat overgaat, worden toegevoegd aan de ondernemingsraad van de onderneming, waarnaar het bedoelde gedeelte is overgegaan.”
     

    De overgang heeft geen enkele wijziging van de aard van TBE's tot gevolg
    • Overname van een gedeelte van de onderneming

              A 

      

       B 

     => 

      A   

        B  

     O  O 

     

     » 

     O  O 

      

    O  O  

    O  O  O  

     a   b 

    c 

      

     d   e  

      

    a   b 

    c   d   e 

    Onderneming A die drie TBE’s telt a, b, c, laat één ervan (c) over aan juridische entiteit B, die twee TBE’s telt.

    Ingevolge deze overgang bestaat juridische entiteit B nu uit drie TBE’s.
    De raden/comités blijven functioneren voor de TBE’s waarvoor ze werden opgericht. De overgang heeft geen dus enkel gevolg voor de werking van deze organen.

    De overgang heeft een wijziging tot gevolg van de aard van de TBE
    • Overname van een gedeelte van de onderneming

         A 

      

        B 

     => 

     A 

     

     O O 

    Ø 

     » 

        O 

      

    O O O  

     O 

     a b 

    c 

      

        d  

      

    a  b c1 

    c2d

    De juridische entiteit A bestaat uit drie TBE’s die elk over een raad/comité beschikken. A laat een gedeelte van de TBE c over aan B die, vóór de overgang, één TBE d telt.

    Ingevolge de overgang wordt de TBE c van juridische entiteit A gesplitst in twee delen die verdeeld worden over de twee juridische entiteiten A en B.
    De leden van de raad/het comité van c die tot de juridische entiteit A blijven behoren, vormen een kleine raad die/een klein comité dat functioneert voor het gedeelte van c (=c1) dat tot de juridische entiteit A blijft behoren.
    De leden van de raad/het comité van c die overgaan naar de juridische entiteit B, vormen met de raad/het comité van de TBE d een grote raad/comité die voor het voltallige personeel van juridische entiteit B bevoegd zijn.

             A 

      

     B 

     => 

       A 

       B  

     O O 

    Ø 

     » 

     O O 

      

    O O O  

     O    O 

     a  b 

    c 

      

     d  e  

      

    a  b  c1 

    c2e   d 

    In het geval de juridische entiteit B meerdere TBE’s zou tellen, zou het gedeelte van de raad/het comité van c (=c2) dat overgedragen is aan de juridische entiteit B toegevoegd worden aan die TBE van B met dewelke ze de meeste affiniteiten heeft om een uitgebreide raad/comité te vormen.

    Naar analogie met wat er is voorzien in de bepalingen betreffende de sociale verkiezingen, passen we hier de regel toe volgens de welke een TBE die afzonderlijk niet de vereiste drempel bereikt voor de oprichting van een raad/comité samengevoegd wordt met een andere TBE van dezelfde juridische entiteit (bestaand bij de overnemer) die wel de drempel bereikt. 


    3. Overgang van een gedeelte van een onderneming (juridische entiteit) met orga(a)n(en) naar een andere juridische entiteit zonder orgaan (art. 21, §10, 3° - art. 72)

    "Bij overgang krachtens overeenkomst van een gedeelte van een onderneming met een ondernemingsraad naar een onderneming zonder ondernemingsraad :
    •    blijft de bestaande ondernemingsraad fungeren zo de aard van technische bedrijfseenheid behouden blijft; 
    •    blijft, zo de aard van technische bedrijfseenheid gewijzigd wordt, de ondernemingsraad van de onderneming, waarvan een gedeelte is overgegaan, fungeren met de personeelsafgevaardigden die niet tewerkgesteld waren in het gedeelte van de onderneming dat is overgegaan; 
    •    wordt bovendien in de onderneming waarnaar een gedeelte van een andere onderneming is overgegaan een ondernemingsraad opgericht tot de eerstkomende verkiezingen, bestaande uit de personeelsafgevaardigden, tewerkgesteld in bedoeld gedeelte, tenzij de partijen een andere regeling treffen."

     

    De overgang heeft geen enkele wijziging van de aard van de TBE tot gevolg
    • Overname van een gedeelte van de onderneming

     A 

      

    B 

    => 

     

    B 

    O O  

    » 

    [] 

      

     

    O  []  

    a  b 

      

    c 

      

     

    b    c 

    De juridische entiteit A bestaat uit twee TBE’s, elk beschikt over een raad/comité.
    A laat één van de TBE’s (b) over aan de juridische entiteit B. Vóór deze overname bestond geen enkel orgaan bij de juridische entiteit B.

    Ingevolge de overgang, gaat TBE b over naar de juridische entiteit B. Er is geen wijziging van de aard van de TBE zodat de juridische entiteit B vanaf nu twee TBE’s telt. De raad/het comité van b functioneert enkel voor de werknemers tewerkgesteld in deze TBE b. 


    De overgang heeft een wijziging tot gevolg van de aard van de technische bedrijfseenheden
    • Overname van een gedeelte van de onderneming

     A 

      

    B 

    =>  

     

    B 

    O Ø 

    » 

    []  

      

    O  O 

    O 

    a  b 

      

    c 

      

    a  b1  

    b2c 

    De juridische entiteit A bestaat uit twee TBE’s a en b, die elk over een raad/comité beschikken. A laat een gedeelte van TBE b (b2) over aan de juridische entiteit B die niet over een raad en niet over een comité beschikt.
     
    Ingevolge de overgang blijft de raad die/het comité dat opgericht werd in de TBE b (=b1) verder werken binnen de juridische entiteit A met de leden van de organen die niet overgingen naar juridische entiteit B.

    De leden van de raad/het comité die overgingen naar de juridische entiteit B, vormen er een nieuwe raad/comité (b2c) die tot de volgende verkiezingen blijft functioneren met de leden die overgingen. Deze raad/dit comité is dus enkel bevoegd voor de werknemers van het gedeelte van de overgegane TBE (b2) en niet voor de werknemers uit TBE c die vóór de overname over geen enkel orgaan beschikten.

    De partijen, dit wil zeggen, de leden van de raad/het comité, kunnen echter beslissen tot een andere oplossing, die beter voldoet aan de noden van de beide juridische entiteiten.

    • Fusie van een gedeelte van een onderneming zonder orgaan met een gedeelte van een onderneming met orgaan

     A 

      

    B 

    =>  

     

    B 

    []  [] 

    » 

    O 

      

    []   [] 

     

    a    b 

      

    c 

      

    a    b1  

    b2c  

    De juridische entiteit A bestaat uit twee TBE’s a en b, en geen enkele van beide TBE’s beschikt over een raad/comité. A laat een gedeelte van TBE b (b2) over aan de juridische entiteit B die over een raad/comité beschikt.
     
    Ingevolge de overgang blijven TBE a en b1 bestaan binnen de juridische entiteit A zonder vertegenwoordigingsorgaan.
    In juridische entiteit B zijn de leden van de organen van TBE c bevoegd voor alle leden van de TBE gevormd door de fusie van b2 en c.

     

    4. Splitsing van een technische bedrijfseenheid in meerdere juridische entiteiten (art. 21, §10, 4° - art. 73)

    "Bij splitsing van een technische bedrijfseenheid in verschillende juridische entiteiten die geen wijziging meebrengt in de aard van de technische bedrijfseenheid blijft de bestaande ondernemingsraad (comité) tot de eerstkomende verkiezingen behouden. Ontstaan er verscheidene technische bedrijfseenheden dan blijft de ondernemingsraad (comité) voor het geheel van die eenheden bestaan tot de eerstkomende verkiezingen, tenzij de partijen een andere regeling treffen."

    De splitsing van een TBE in meerdere juridische entiteiten heeft geen enkele wijziging van de aard van de TBE tot gevolg

    A 

      

    => 

        B      C      D 

      (a1)   (a2)  (a3) 

    (TBE a bestaat uit 3 afdelingen)

    a1    a2     a3

     

    O

      

                      O 

    De TBE van de juridische entiteit A bestaat uit drie afdelingen (a1, a2 en a3) die op dezelfde plaats zijn gevestigd.

    In het kader van de splitsing van TBE a in verschillende juridische entiteiten, krijgt elke afzonderlijke afdeling een aparte rechtspersoonlijkheid, maar deze nieuwe juridische entiteiten blijven in de praktijk verder samenwerken met een gezamenlijke economische doelstelling en op eenzelfde plaats, met een gezamenlijk bestuur.

    De aard van de TBE is dus niet gewijzigd.

    De raad/het comité die opgericht is op het niveau van de TBE blijft verder functioneren voor het geheel van de juridische entiteiten BCD tot de volgende verkiezingen.

    Bij de verkiezingen die volgen op deze splitsing, zal moeten worden onderzocht of deze juridische entiteiten voldoen aan de wettelijke voorwaarden om nog samen als één TBE te worden beschouwd of dat de juridische entiteiten eerder afzonderlijke TBE’s vormen.

    Met andere woorden artikel 14, §2, b) van de wet van 20 september 1948 zal toegepast moeten worden:

    "Meerdere juridische entiteiten worden vermoed, tot het tegendeel wordt bewezen, een technische bedrijfseenheid te vormen, indien het bewijs kan worden geleverd: 
    •    (1) dat ofwel deze juridische entiteiten deel uitmaken van eenzelfde economische groep of beheerd worden door eenzelfde persoon of door personen die onderling een economische band hebben, ofwel deze juridische entiteiten éénzelfde activiteit hebben of activiteiten die op elkaar afgestemd zijn; 
    •   (2)  en dat er elementen bestaan die wijzen op een sociale samenhang tussen deze juridische entiteiten, zoals met name een gemeenschap van mensen verzameld in dezelfde gebouwen of in nabije gebouwen, een gemeenschappelijk personeelsbeheer, een gemeenschappelijk personeelsbeleid, een arbeidsreglement of collectieve arbeidsovereenkomsten die gemeenschappelijk zijn of die gelijkaardige bepalingen bevatten." 

    Wanneer het bewijs wordt geleverd van één van de voorwaarden bedoeld in (1) en het bewijs van bepaalde elementen bedoeld in (2), zullen de betrokken juridische entiteiten beschouwd worden als vormend een enkele technische bedrijfseenheid en zullen de bestaande organen moeten worden hernieuwd. 
     

    De splitsing doet meerdere TBE’s ontstaan

    A 

      

    => 

             A              CD      E 

    O    O 

             O              O  

    a     b 

     

    (a bestaat uit 1 afdeling)

    (b bestaat uit 3 afdelingen )

             a               cd      e 

    Juridische entiteit A telt twee TBE’s a en b.
    TBE a telt één afdeling terwijl TBE b samengesteld is uit 3 afdelingen.

    Ingevolge de splitsing blijft TBE a onveranderd terwijl TBE b gesplitst wordt in drie aparte juridische entiteiten C, D en E. Er is een wijziging in de aard van de TBE b zodat twee van de drie juridische entiteiten (C, D) één TBE vormen en juridische entiteit E een afzonderlijke TBE vormt. Juridische entiteit A wordt gesplitst, alsook de TBE b.

    De raad/het comité van de oude TBE b blijft verder functioneren –tot de volgende verkiezingen- voor zowel de TBE opgericht door de nieuwe juridische entiteit E als voor deze opgericht door de nieuwe juridische entiteiten C en D. 

    Als zij het nodig achten kunnen de leden van de raad/het comité evenwel anders beslissen. Zo kunnen zij bijvoorbeeld beslissen tot de splitsing van de raad/het comité van de oude TBE b zodat bepaalde leden bevoegd zijn voor cd en andere leden voor e.

    OR en CPBW : gevolgen voor het aantal mandaten

    De overgang van een gedeelte van een juridische entiteit of de splitsing van een TBE in verschillende juridische entiteiten brengt noch de verhoging noch de vermindering van het aantal mandaten met zich mee. De afgevaardigden die werden overgenomen of die deel uitmaken van een andere TBE worden niet vervangen, ze “vertrekken” met hun mandaat. Er komt immers geen einde aan hun mandaat. Hun mandaat wordt uitgeoefend in een ander orgaan.

    Voorbeeld:

    Een juridische entiteit A heeft een TBE a met een raad/comité samengesteld uit 5 effectieve leden. Een deel van deze juridische entiteit wordt overgedragen naar een andere juridische entiteit B. Twee effectieve leden van de juridische entiteit A worden overgedragen naar de juridische entiteit B en worden geïntegreerd in de raad/het comité van de juridische entiteit B. In de juridische entiteit A zal de raad/het comité tot aan de volgende sociale verkiezingen bestaan uit drie effectieve leden. In dat geval zullen de twee effectieve leden die zijn overgedragen aan de juridische entiteit B inderdaad niet vervangen kunnen worden. Hun overgang heeft niet tot gevolg dat er een einde komt aan hun mandaat, ze zijn vertrokken met hun mandaat.

     

     A 

      

    B 

    =>  

     

    B 

    O 

    » 

    O 

      

    O   

    O 

     a (5 vertegenwoordigers)

     

    c (8 vertegenwoordigers)

     

     a (3 vertegenwoordigers)  

    c (10 vertegenwoordigers)

    OR en CPBW: de bescherming tegen ontslag 
     

    De personeelsafgevaardigden en de niet-verkozen kandidaten van de ondernemingsraad en het comité blijven tot de volgende sociale verkiezingen of tot de theoretische datum van het einde van hun mandaat, genieten van de bescherming tegen ontslag voorzien door de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden.

    De vakbondsafvaardiging

    Artikel 20bis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van 24 mei 1971 stipuleert betreffende de uitoefening van het mandaat:

    • "indien de autonomie van de onderneming of van het gedeelte van de onderneming op het vlak waarvan de syndicale afvaardiging werd opgericht behouden blijft, blijven de syndicale afgevaardigden hun mandaat verder uitoefenen tot op het ogenblik dat het verstrijkt; 
    • indien de autonomie van de onderneming of van het gedeelte van de onderneming op het vlak waarvan de syndicale afvaardiging werd opgericht niet behouden blijft, wordt de syndicale afvaardiging uiterlijk zes maanden na de overgang wedersamengesteld. Tot op het ogenblik van de wedersamenstelling blijven de afgevaardigden hun mandaat verder uitoefenen. 

    Het behoud of niet van de autonomie van de onderneming moet beoordeeld worden met behulp van het begrip technische bedrijfseenheid in de zin van artikel 14 van de wet van 20 september houdende organisatie van het bedrijfsleven."

    De bescherming tegen ontslag blijft behouden onder de volgende voorwaarden:

    • de vakbondsafgevaardigden worden beschermd tot op het ogenblik dat een nieuwe vakbondsafvaardiging wordt samengesteld;
    • indien zij opnieuw aangeduid of herkozen worden door de syndicale organisatie, genieten zij de bescherming gedurende de nieuwe periode van uitoefening van hun mandaat;
    • indien zij niet opnieuw aangeduid of herkozen zijn, behouden zij hun bescherming tot op het ogenblik dat de conventionele duur van hun mandaat dat zij uitoefenden in de overgenomen onderneming, zou verstreken zijn.