Recht op informatie

Op deze pagina

    De werkgever is er toe gehouden het Comité alle nodige informatie te verstrekken opdat het met volkomen kennis van zaken advies zou kunnen uitbrengen.

    Documentatie

    De werkgever stelt daartoe documentatie samen betreffende de vraagstukken inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, het intern en extern milieu en houdt deze ter beschikking van het Comité. Het betreft:

    • de wetten, besluiten en overeenkomsten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, van toepassing in de onderneming of inrichting;
    • de akten en documenten bij diezelfde wetten, besluiten en overeenkomsten opgelegd. Voorbeelden zijn de maand- en jaarverslagen;
    • elk ander document in de onderneming of inrichting opgesteld om het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk evenals de interne en externe milieuzorg te verzekeren. Men kan denken aan bijvoorbeeld de documenten in het kader van risicoanalyse;
    • de inventaris van de toestellen en machines die door de erkende organismen moeten gecontroleerd worden krachtens de reglementaire bepalingen;
    • de lijst en de locatie van de in de onderneming of inrichting gebruikte gevaarlijke stoffen en preparaten;
    • de lijst en gegevens van de in de onderneming of inrichting aanwezige emissiepunten met betrekking tot lucht- en waterverontreiniging.

    De leden van het Comité moeten op de hoogte worden gebracht en kennis kunnen krijgen van alle al dan niet door de arbeids- of milieureglementering opgelegde inlichtingen, verslagen, adviezen en documenten die verband houden met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, het intern of extern milieu. Dit geldt voor de inlichtingen, verslagen, adviezen en documenten die:

    • de eigen onderneming in toepassing van de milieureglementering aan de overheid dient te verschaffen of ter inzage te houden;
    • derde ondernemingen ter gelegenheid van hun aanvraag voor een vergunning openbaar dienen te maken, indien en voor zover de werkgever ten opzichte van die documenten een inzagerecht kan doen gelden.

    Bovendien houdt de werkgever de bestelbon, de leveringsdocumenten en het indienststellingsverslag die betrekking hebben op de keuze, de aankoop en het gebruik van arbeidsmiddelen en persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen ter inzage van het Comité en legt hij regelmatig een verslag of overzicht ter bespreking voor aan het Comité.

    Informatie

    De werkgever verstrekt aan de Comités alle nodige informatie betreffende:

    • de wijzigingen aangebracht aan de fabricageprocédés, de werkmethodes of de installaties, als ze de bestaande risico’s voor het welzijn van de werknemers kunnen verergeren of er nieuwe kunnen creëren;
    • de aanwending of fabricage van nieuwe producten. Voorbeelden zijn de aanwending van nieuwe stoffen en preparaten;
    • risico’s voor de veiligheid en de gezondheid, alsmede de preventiemaatregelen zowel voor de organisatie in haar geheel als op het niveau van elke groep van werkposten of functie. Men kan bijvoorbeeld denken aan het verrichten van werkzaamheden op grote hoogte waarbij men schade kan voorkomen door bijvoorbeeld collectieve beschermingsmiddelen, zoals leuningen of vangnetten, te gebruiken;
    • de eerste hulp, de brandbestrijding en de evacuatie van de werknemers. Er kan hier bijvoorbeeld gedacht worden aan noodplannen en maatregelen die betrekking hebben op de eerste hulp bij ongevallen;
    • de evaluatie van de risico’s en de beschermende maatregelen in het kader van het dynamisch risicobeheersingssysteem en het globaal preventieplan. Men kan bijvoorbeeld denken aan het inschatten van de kans dat er zich nadelige gevolgen zullen voordoen wanneer personen worden blootgesteld aan carcinogene agentia zoals asbest;
    • het door de onderneming gevoerde milieubeleid (jaarlijks);
    • de resultaten van de risicoanalyses en van de evaluaties op het vlak van de psychosociale risico’s op het werk, alsook de interne procedures die van toepassing zijn in de onderneming op het vlak van de psychosociale risico’s op het werk.

    Rol van het CPBW in afwezigheid van een ondernemingsraad

    De werkgevers van ondernemingen die tussen 50 en 99 werknemers tellen zijn verplicht om het comité voor preventie en bescherming op het werk te informeren en te raadplegen over de economische en financiële toestand en toekomst van het bedrijf.

    In ondernemingen waar geen ondernemingsraad werd opgericht maar wel een comité, moet de werkgever aan het comité economische, financiële en sociale informatie bezorgen. Dit geldt voor alle ondernemingen met een comité en zonder ondernemingsraad, ongeacht of er een vakbondsafvaardiging bestaat.

    Meer informatie hierover, zie de toelichting 'Informatie en raadpleging van de werknemers: bijkomende economische en sociale bevoegdheden van het CPBW'.

    Toezicht en sancties

    Het niet informeren en raadplegen van het Comité over de materies en volgens de modaliteiten voorzien door en krachtens de artikelen 65bis tot 65decies wordt door de Sociale Strafwet als strafbaar feit aangemerkt.

    Daaruit volgt dat de werkgever die zich schuldig maakt aan dergelijke inbreuken een gevangenisstraf of een geldboete opgelegd kan krijgen. Hij kan, in voorkomend geval, ook een administratieve boete krijgen.

    De ambtenaren van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten zijn belast met het uitoefenen van toezicht op de naleving van de bepalingen van de artikelen 65bis tot 65decies.

    Meer informatie en de gegevens zijn beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Arbeidsinspectie - AD Toezicht op de Sociale Wetten.

    Regelgeving