Specifieke opdrachten van het CPBW

De specifieke opdrachten van het CPBW betreffen:

  • de betrokkenheid van het Comité bij het beheer en de werkzaamheden van het departement belast met het medisch toezicht van de Interne Dienst door ten minste tweemaal per jaar, met een tijdsverloop van maximaal zes maanden hieraan aandacht te besteden op grond van een verslag dat hiertoe door de preventieadviseur belast met het medisch toezicht wordt opgesteld;
  • het stimuleren van de activiteiten van de Interne Dienst en het opvolgen van de werking van de Interne Dienst;
  • het uitwerken en het toepassen van de propagandamiddelen en de maatregelen in verband met het onthaal van de werknemers, de informatie en de opleiding op het vlak van de preventie en bescherming op het werk;
  • het onderzoeken van de door de werknemers geuite klachten met betrekking tot het welzijn op het werk, evenals de klachten die betrekking hebben op de manier waarop de diensten, waarop in toepassing van de arbeidsongevallenwetten een beroep wordt gedaan, hun opdracht vervullen;
  • de relaties met de Externe Dienst, die bepaald zijn in de overeenkomst tussen de werkgever en de Externe Dienst;
  • het verzoek tot formele psychosociale interventie met een hoofdzakelijk collectief karakter: het Comité ontvangt het document waarin de risicosituatie wordt beschreven door de werknemer (zonder mededeling van de identiteit van deze werknemer) en geeft haar advies over de wijze waarop het verzoek zal behandeld worden en over de gevolgen die aan het verzoek worden gegeven. Vervolgens deelt de werkgever aan het Comité schriftelijk zijn gemotiveerde beslissing mee betreffende de gevolgen die hij aan het verzoek heeft.

Regelgeving

Codex over het welzijn op het werk (PDF, 5.35 MB):

  • artikel II.3-3;
  • artikels II.7-5 tot II.7-7;
  • artikels I.3-18 en I.3-19.