Eerste hulp

Op deze pagina

    Definitie

    Het betreft het geheel van noodzakelijke handelingen die erop gericht zijn de gevolgen van een ongeval of een traumatische of niet-traumatische aandoening te beperken en ervoor te zorgen dat de letsels niet erger worden, in afwachting van, indien nodig, gespecialiseerde hulp.

    Algemene verplichtingen van de werkgever

    De werkgever moet de nodige maatregelen moet treffen om:

    • de werknemers die slachtoffer zijn van een ongeval of die onwel geworden zijn de eerste hulp te verstrekken en indien nodig een gespecialiseerde dienst te alarmeren;
    • er voor te zorgen dat de slachtoffers vervoerd worden, naargelang het geval hetzij naar het verzorgingslokaal, hetzij naar hun woning, of naar een verzorgingsinstelling, voor zover het slachtoffer kan vervoerd worden;
    • de nodige contacten te leggen met de diensten gespecialiseerd in medische noodhulp en reddingswerkzaamheden en met de verzorgingsinstellingen, opdat de slachtoffers zo snel mogelijk de gepaste medische hulp zouden bekomen.

    Om het externe transport (taxi, ambulance…) te verzekeren en om de gespecialiseerde diensten te kunnen alarmeren, moeten de belangrijkste telefoonnummers en adressen van deze diensten onmiddellijk beschikbaar zijn.

    De werkgever stelt de nodige procedures vast met betrekking tot eerste hulp, alsook de nodige uitrusting en organisatie en zorgt voor de opleiding van de hulpverleners.

    De procedures

    De werkgever werkt de procedures van eerste hulp uit zoals voorzien in het intern noodplan. Zij moeten zodanig worden uitgewerkt dat de slachtoffers van een ongeval of die onwel worden zo snel mogelijk kunnen genieten van de aangepaste hulpverlening. Deze procedures betreffen inzonderheid de wijze van informeren van de werknemers over de organisatie van de eerste hulp, het interne communicatiesysteem om zo snel mogelijk de personen belast met het toedienen van de eerste hulp te bereiken, de externe communicatie met de gespecialiseerde diensten, …

    De uitrusting

    De werkgever bepaalt welke middelen noodzakelijk zijn voor de organisatie van de eerste hulp. Deze middelen omvatten het noodzakelijke materiaal, de verbanddoos en het verzorgingslokaal. Dit lokaal is gevestigd op de arbeidsplaats of in de onmiddellijke omgeving ervan.

    Een indicatieve lijst van de inhoud van de verbanddoos is beschikbaar in een brochure gesteund op de praktische aspecten van de eerst hulp. Het wordt afgeraden medicijnen in de verbanddoos te stoppen, zelfs niet deze die zonder medisch voorschrift verkrijgbaar zijn.

    De organisatie

    De werkgever bepaalt het aantal werknemers dat moet ingezet worden om de eerste hulp te verlenen. Hij bepaalt over welke kwalificaties zij dienen te beschikken in functie van de grootte van de onderneming en de risico’s waaraan de werknemers worden blootgesteld: hetzij hulpverleners, hetzij verpleegkundigen, hetzij andere aangeduide personen.

    Een hulpverlener is een werknemer belast met het verstrekken van de eerste hulp die met vrucht de basisvorming en de bijscholing, die betrekking hebben op welomschreven doelstellingen, heeft gevolgd.

    De werkgever moet ook een register bijhouden:

    • om andere gelijkaardige ongevallen te voorkomen;
    • om toe te laten de organisatie van de eerste hulp te evalueren en aan te passen;
    • om een andere periodiciteit toe te laten in de organisatie van de bijscholing;
    • als element van bewijs bij lichte arbeidsongevallen die niet door de werkgever aan de arbeidsongevallenverzekeraar moeten worden aangegeven;
    • en om een juridische zekerheid te waarborgen indien, in voorkomend geval, de eerste hulp niet tijdig of slecht werd toegediend.

    De opleiding

    De werkgever inventariseert de specifieke risico’s verbonden aan ondernemingsactiviteiten, waarvoor de hulpverleners hetzij de basisvorming, hetzij deze basisvorming aangevuld met een specifieke vorming, moeten verwerven. Bijscholing gebeurt normaal gezien jaarlijks, behalve indien de werkgever, op basis van een voorafgaande risicoanalyse en het advies van de arbeidsarts en het Comité, kan aantonen dat de jaarlijkse bijscholing niet nodig is: in dat geval kan de bijscholing om de twee jaar worden gevolgd.

    De inhoud van de vorming wordt vastgesteld in termen van finale doelstellingen, wat aan de hulpverleners die hun vorming in het buitenland hebben gevolgd ook toelaat om aan deze doelstellingen te voldoen:

    1. de basisprincipes (rol van de hulpverlener, basishygiëne, juiste analyse van de situatie, zorgen voorafgaand aan de evacuatie en procedure);
    2. ondersteuning van de vitale functies (acties in geval van bewusteloosheid, ademhalingsproblemen en cardiovasculaire problemen);
    3. eerste hulp in geval van andere aandoeningen (bijvoorbeeld vergiftiging, bloedingen, verwondingen, brandwonden).

    De instellingen die voorkomen op de lijst van instellingen die in de vorming van de hulpverleners voorzien (gedetailleerde lijst: zie verder) kunnen ertoe gebracht worden na te gaan of de inhoud van een opleiding gevolgd in het buitenland beantwoordt aan de basiskennis en –vaardigheden bedoeld in de codex.

    Bevoegdheid van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk (TWW)

    De ambtenaren belast met het toezicht op het welzijn van de werknemers kunnen het nuttig achten aan de werkgever een andere indeling van het personeel belast met het toedienen van de eerste hulp, een andere inhoud of aanvullingen van de verbanddoos of de inrichting van een verzorgingslokaal indien dit er niet is en indien de ambtenaar oordeelt dat dergelijk lokaal nodig is, op te leggen.

    Meer informatie

    Meer informatie op deze website over Eerste hulp onder het thema Welzijn op het werk.