Actief beheer herstructurering

Op deze pagina

    Inleiding

    De tewerkstellingscellen vormen de kern van het actief beleid inzake herstructureringen. Het begrip actief herstructureren, ingevoerd door het generatiepact, drukt de noodzaak uit om de gevolgen van herstructureringen te beheren door ontslagen werknemers te begeleiden bij hun zoektocht naar nieuw werk. De praktijk van tewerkstellingscellen breidt zich uit en ze wordt steeds toegankelijker voor steeds meer categorieën werknemers die in het kader van herstructureringen ontslagen worden.

    Toepassingsgebied

    Betrokken werkgevers

    schema betrokken werkgevers  (PDF, 12.69 KB)

    De regeling rond herstructureringen vertrekt van het principe dat, bij aankondiging van een collectief ontslag, de werkgever verplicht is een tewerkstellingscel op te richten.

    Hierop bestaan 3 uitzonderingen:

    • de regeling is niet van toepassing op werkgevers behorende tot de paritaire comités 225 en 328;
    • werkgevers behorende tot paritair comité 327 zijn, voor werknemers met een handicap, niet verplicht een tewerkstellingscel op te richten (maar kunnen die wel op vrijwillige basis oprichten);
    • werkgevers met maximaal 20 werknemers zijn enkel verplicht een tewerkstellingscel op te richten als ze werknemers aan verlaagde leeftijd op brugpensioen willen laten gaan. Is dit niet het geval, dan kan de werkgever op vrijwillige basis beslissen om toch een tewerkstellingscel op te richten. 

    Onder werkgevers in herstructurering wordt verstaan, de werkgevers die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968, betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, en die overgaan tot aankondiging van een collectief ontslag. Een collectief ontslag is elk ontslag dat een aantal werknemers betreft dat:

    • ten minste 10% bedraagt in de ondernemingen met ten minste 100 werknemers;
    • ten minste 10 werknemers bedraagt in de ondernemingen met meer dan 20 werknemers, maar minder dan 100 werknemers;
    • ten minste 6 werknemers bedraagt in de ondernemingen met meer dan 11 werknemers en hoogstens 20 werknemers;
    • ten minste de helft van de werknemers bedraagt in de ondernemingen met hoogstens 11 werknemers.

    Voor het bereiken van het percentage of aantal ontslagen worden enkel in rekening gebracht de ontslagen van werknemers die op het ogenblik van de aankondiging van het collectief ontslag minstens 2 jaar ononderbroken met een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met de werkgever in herstructurering.

    De Minister van Werk, die het advies van de adviescommissie Brugpensioen kan inwinnen, bepaalt, na ontvangst van de kopie van de betekening, de periode die geldt als periode van herstructurering. De periode van herstructurering vangt aan op de datum van aankondiging van het collectief ontslag. De einddatum, te bepalen door de Minister, ligt maximaal twee jaar na de datum van de betekening van het collectief ontslag.

    Betrokken werknemers

    schema betrokken werknemers  (PDF, 89.23 KB)

    De regeling is van toepassing op de ‘werknemers ontslagen in het kader van een herstructurering’. Hiermee worden de werknemers bedoeld die gelijktijdig voldoen aan volgende twee voorwaarden:

    • de werknemer is op het ogenblik van de aankondiging van het collectief ontslag tewerkgesteld bij een werkgever in een onderneming in herstructurering waarvoor een collectief ontslag werd aangekondigd;
    • de werknemer wordt gedurende de periode van herstructurering ontslagen.

    Voor wat betreft de tweede voorwaarde wordt met ontslag gelijkgesteld:

    • het niet verlengen, ten gevolge van de herstructurering, van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur;
    • het niet verlengen, ten gevolge van de herstructurering, van een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid.

    Deze gelijkstellingen zijn evenwel slechts geldig als de werknemer ten minste één jaar ononderbroken anciënniteit bij de werkgever heeft.

    Verplichtingen

    Verplichtingen voor de werkgever

    Oprichting van een tewerkstellingscel

    De oprichting van een tewerkstellingscel behoort tot de verantwoordelijkheid van de werkgever.  De tewerkstellingscel moet ten laatste opgericht zijn op het ogenblik van het eerste ontslag in het kader van de herstructurering. 

    Het einde van de tewerkstellingscel wordt bepaald in functie van het ontslag van de laatste werknemer.  Er moet dus kunnen beroep gedaan worden op de tewerkstellingscel tot minstens het einde van de periode van:

    • 3 maanden volgend op het laatste ontslag van een werknemer van minder dan 45 jaar
    • 6 maanden volgend op het laatste ontslag van een werknemer van minstens 45 jaar

    Samenstelling van een tewerkstellingscel

    De tewerkstellingscel is een samenwerkingsverband als feitelijke verenging of als autonome rechtspersoon. Hierbij worden minstens de werkgever in herstructurering, minstens één van de representatieve vakorganisaties en, als die voor de sector van de werkgever bestaat, het sectoraal opleidingsfonds betrokken.

    Ook de bevoegde regionale dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding maakt in principe deel uit van de tewerkstellingscel en neemt de directie van de tewerkstellingscel op zich.

    Als alternatief kunnen de werkgevers hun verplichtingen, onder bepaalde voorwaarden, nakomen door een beroep te doen op:

    • een regionaal reconversie- of tewerkstellingscel, of
    • een overkoepelende tewerkstellingscel.

    Verbreking van de arbeidsovereenkomst

    Vooraleer over te gaan tot het ontslag van een werknemer moet de werkgever hem bij aangetekende brief uitnodigen voor een onderhoud. Dit onderhoud heeft enerzijds tot doel de werknemer in te lichten over de diensten die door de tewerkstellingscel aangeboden worden, anderzijds inlichtingen te verschaffen over de inschrijving bij de tewerkstellingscel, het recht op de inschakelingsvergoeding en eventueel het recht op werkloosheid met bedrijfstoeslag. De uitnodiging voor dit onderhoud moet de werknemer minstens zeven werkdagen voor het plaatsvinden van het onderhoud, bereiken. De werknemer mag zich laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. Als de werknemer zich op de voorziene dag van het onderhoud niet kan aanbieden, kan het onderhoud vervangen worden door een schriftelijke procedure.

    Na het onderhoud beschikt de werknemer over zeven werkdagen om schriftelijk aan de werkgever mee te delen of hij al dan niet aan de tewerkstellingscel zal deelnemen. Als hij binnen dit tijdsbestek zijn beslissing niet meedeelt, wordt ervan uitgegaan dat hij instemt om deel te nemen.

    Als de werknemer recht heeft op een opzegperiode van zes maanden of minder kan de arbeidsovereenkomst pas beëindigd worden na ontvangst van de beslissing van de werknemer, om zich in te schrijven bij de tewerkstellingscel (of bij het uitblijven van een antwoord na een termijn van zeven werkdagen). Indien de werknemer recht heeft op een opzegtermijn van meer dan 6 maanden, kan er een einde worden gesteld aan de arbeidsovereenkomst door de kennisgewig van een opzegtermijn voor de ontvangst van de beslissing van de werknemer aangaande zijn inschrijving in de tewerkstellingcel (of het verstrijken van de termijn daarvoor), maar de arbeidsovereenkomst kan echter effectief niet worden beëindigd dan nadat aan deze vorwaarde is voldaan. De werkgever deelt onmiddellijk de datum van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst mee aan de directeur van de tewerkstellingscel, die vervolgens de werknemer inschrijft.

    Voor de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur of uitzendarbeid geldt een andere procedure. De werknemers, met minstens één jaar ononderbroken dienstanciënniteit bij eenzelfde werkgever, moeten door deze werkgever per aangetekende brief geïnformeerd worden over de diensten die binnen de tewerkstellingscel ter beschikking staan en over de gevolgen van de inschrijving in deze tewerkstellingscel. Dit moet gebeuren binnen een tijdspanne van zeven werkdagen na het einde van het laatste contract. De werknemer beschikt dan over zeven werkdagen om zijn beslissing mee te delen, bij het uitblijven van een antwoord, wordt ervan uitgegaan dat de werknemer niet ingeschreven wil worden.

    Bij verbreking van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur, moet de werkgever de arbeidsovereenkomst onmiddellijk beëindigen als de werknemer:

    • minstens 45 jaar oud is en recht heeft op een opzeggingstermijn van hoogstens zes maanden;
    • minder dan 45 jaar oud is en recht heeft op een opzeggingstermijn van hoogstens drie maanden.

    De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur kan beëindigd worden door opzegging als de werknemer:

    • minstens 45 jaar oud is en de na te leven opzeggingstermijn minstens zes maanden bedraagt;
    • minder dan 45 jaar oud is en de na te leven opzeggingstermijn minstens drie maanden bedraagt.

    De werkgever moet de arbeidsovereenkomst echter wel effectief beëindigen vóór afloop van deze opzeggingstermijn. Is de betrokken werknemer:

    • minstens 45 jaar oud, dan moet de effectieve beëindiging gebeuren vóór het einde van de zevende maand, die het einde van de normaal toepasselijke opzeggingstermijn voorafgaat;
    • minder dan 45 jaar oud, dan moet de effectieve beëindiging gebeuren vóór het einde van de vierde maand, die het einde van de normaal toepasselijke opzeggingstermijn voorafgaat.

    Tenslotte geldt als algemene regel dat bij werknemers, met minder dan één jaar ononderbroken dienstanciënniteit, de arbeidsovereenkomst moet beëindigd worden door middel van de uitbetaling van een opzegvergoeding.

    Inschrijving bij de tewerkstellingscel

    De werknemers kunnen slechts ingeschreven worden bij de tewerkstellingscel als de arbeidsovereenkomst verbroken is.

    Inschrijving van werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur:

    De werkgever deelt de directeur van de tewerkstellingscel onmiddellijk volgende informatie mee:

    • het bewijs van uitnodiging voor het onderhoud,
    • de identiteitsgegevens van de werknemer,
    • de beslissing van de werknemer (of afwezigheid van de beslissing),
    • de verbreking van de arbeidsovereenkomst.

    De dag na de verbreking van de arbeidsovereenkomst dient de werkgever de directeur van de tewerkstellingscel hierover te informeren, die vervolgens de betrokken werknemer inschrijft.  Een werknemer die zijn beslissing, om niet deel te nemen aan de tewerkstellingscel, heeft meegedeeld, moet niet worden ingeschreven.

    Als de werkgever de procedure, waarbij hij de werknemer moet uitnodigen tot een onderhoud, niet gerespecteerd heeft, dan neemt de directeur van de tewerkstellingscel contact op met de betrokken werknemer. Vanaf dat ogenblik beschikt de werknemer over een tijdspanne van zeven werkdagen om zijn beslissing mee te delen.

    Inschrijving van werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur of uitzendarbeid:

    De werkgever deelt onmiddellijk volgende informatie aan de directeur van de tewerkstellingscel mee : 

    • het bewijs van verzending van de informatiebrief,
    • de identiteitsgegevens van iedere werknemer,
    • de beslissing van de werknemer,
    • de datum van het einde van de arbeidsovereenkomst.

    Als de werkgever de verplichting tot informatie niet heeft nageleefd, dan neemt de directeur van de tewerkstellingscel contact op met de betrokken werknemer, die beschikt over een tijdspanne van zeven werkdagen om zijn beslissing mee te delen.

    De directeur van de tewerkstellingscel schrijft de werknemer in vanaf de dag waarop hij de beslissing van de werknemer, om zich in te schrijven bij de tewerkstellingscel, ontvangen heeft.

    In het geval dat de arbeidsovereenkomst van de werknemer een einde nam voor de oprichting van de tewerkstellingscel, schrijft de directeur de werknemer in op de datum dat de tewerkstellingscel werd opgericht.

    Verplichtingen van de werknemer

    Werknemers die in het kader van een collectief ontslag ontslagen werden, moeten worden ingeschreven bij de tewerkstellingscel. De minimum inschrijvingsduur varieert naargelang de leeftijd van de werknemer op het ogenblik van de aankondiging van het collectief ontslag.

    Als de werknemer op het ogenblik van het collectief ontslag:

    • minstens 45 jaar oud is, moet hij minstens 6 maanden bij de tewerkstellingscel ingeschreven blijven;
    • minder dan 45 jaar oud is, moet hij minstens 3 maanden bij de tewerkstellingscel ingeschreven blijven.

    Gedurende de periode dat de werknemer ingeschreven is bij de tewerkstellingscel, is hij verplicht ieder aanbod tot outplacement te aanvaarden en moet hij er ook actief aan meewerken.

    Op het einde van deze periode moet de directeur van de tewerkstellingscel een getuigschrift afleveren dat de inschrijving van de werknemer geldig maakt.

    Op het moment dat een werknemer is ingeschreven bij een tewerkstellingscel, moet hij ook als werkzoekende zijn ingeschreven bij de bevoegde dienst voor arbeidsbemiddeling.

    Aanbod tot outplacement

    Toestemming tot outplacement

    De belangrijkste taak van de tewerkstellingscel is het aanbieden van outplacement aan iedere ingeschreven werknemer. Dat outplacement aanbod moet goedgekeurd zijn door de bevoegde regionale autoriteit.

    Opdat het outplacement aanbod zou kunnen goedgekeurd worden, moet het binnen de zeven kalenderdagen na oprichting van de tewerkstellingscel voor goedkeurig gestuurd worden naar de bevoegde regionale autoriteit.

    De werkgever in herstructurering stuurt dan onmiddellijk het outplacement aanbod naar de federale Minister van Werk, alsook de goedkeuring van de bevoegde regionale autoriteit. Bij gebreke van een beslissing op de goedkeuring binnen veertien kalenderdagen na het verzoek, zal de werkgever het aanbod en het bewijs van de gevraagde goedkeuring doorsturen.

    Inhoud van het outplacement aanbod

    De inhoud van het outplacement aanbod varieert met de leeftijd van de werknemer op het ogenblik van de aankondiging van het collectief ontslag.

    Is de werknemer:

    • minstens 45 jaar oud dan moet het outplacement aanbod voldoen aan de voorwaarden, bepaald in de Collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 82, gedurende minstens de eerste zes maanden van de inschrijving bij de tewerkstellingscel. De werknemer moet minstens gedurende de zes maanden die hij bij de tewerkstellingscel ingeschreven is, kunnen genieten van minimaal 60 uren outplacement(diensten).
    • minder dan 45 jaar oud dan moet het outplacement aanbod voldoen aan de voorwaarden, bepaald in de Collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 82, gedurende minstens de eerste drie maanden van de inschrijving bij de tewerkstellingscel. De werknemer moet minstens gedurende de zes maanden die hij bij de tewerkstellingscel ingeschreven is, kunnen genieten van minimaal 30 uren outplacement(diensten).

    Het aantal uren outplacement kan vervangen worden door een begeleiding die gelijkwaardig is en die door de bevoegde dienst voor arbeidsbemiddeling aangeboden wordt. Het bewijs van gelijkwaardigheid moet geleverd worden.

    Het is de bevoegde gewestelijke Minister van Werk die het outplacementaanbod goedkeurt en daarbij strengere criteria kan hanteren dat de hierboven vermelde minimale voorwaarden.

    De inschakelingsvergoeding

    De inschakelingsvergoeding is verschuldigd aan alle werknemers die bij de tewerkstellingscel ingeschreven zijn en die, op het ogenblik van de aankondiging van het collectief ontslag, minstens één jaar ononderbroken dienstanciënniteit bij de werkgever hebben.

    De inschakelingsvergoeding wordt betaald gedurende:

    • zes maanden als de ontslagen werknemer minstens 45 jaar oud is op het ogenblik van aankondiging van het collectief ontslag;
    • drie maanden als de ontslagen werknemer minder dan 45 jaar oud is op het ogenblik van aankondiging van collectief ontslag.

    De inschakelingsvergoeding blijft verschuldigd, ook in geval van een eventuele werkhervatting door de werknemer bij een nieuwe werkgever.

    De inschakelingsvergoeding is gelijk aan het lopende loon en de voordelen verworven krachtens de arbeidsovereenkomst. Ze is gelijkgesteld met een opzeggingsvergoeding, maar wordt wel maandelijks uitbetaald. Ze vervangt geheel of gedeeltelijk de opzeggingsvergoeding. Het eventuele saldo van de opzeggingsvergoeding wordt betaald na afloop van de periode gedekt door de inschakelingsvergoeding. De inschakelingsvergoeding is enkel verschuldigd aan werknemers die tewerkgesteld werden met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.

    Als de kost van de inschakelingsvergoeding groter is dan de kost van de opzeggingsvergoeding, die op basis van de wet van 3 juli 1978 betreffende arbeidsovereenkomsten verschuldigd is, kan de werkgever het verschil terugbetaald krijgen door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening indien de datum van de aankondiging van het collectief ontslag vóór 1 januari 2023 valt.

    Werkhervatting

    Verminderingskaart ‘herstructureringen’

    De tewerkstellingscel bezorgt aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening de gegevens van de werknemers die in het kader van een herstructurering ontslagen werden en die bij de tewerkstellingscel ingeschreven zijn.

    De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening bezorgt automatisch een verminderingskaart ‘herstructureringen’ aan de betrokken werknemers. De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening doet dit na ontvangst van de gegevens van de werknemers en de beslissing van de federale Minister van Werk betreffende de datum van het einde van de herstructureringsperiode. Deze verminderingskaart is geldig vanaf de datum van aankondiging van het collectief ontslag tot twaalf maanden na de inschrijving bij de tewerkstellingscel. De verminderingskaart maakt een vermindering van de persoonlijke bijdragen voor de werknermer mogelijk in geval van werkhervatting. 

    Voordelen voor de werknemer bij werkhervatting

    Werknemers in het bezit van een verminderingskaart ‘herstructurering’, die het werk hervatten bij een nieuw werkgever, krijgen een de vermindering van de persoonlijke bijdragen voor de sociale zekerheid van 133,33€ per maand. Voor handarbeiders is dit bedrag vastgesteld op 144€ per maand. Dit bedrag wordt pro rata verrekend op basis van de werkelijke prestaties in de loop van de maand en is cumuleerbaar met de werkbonus.

    De vermindering van de persoonlijke bijdragen is geldig vanaf de dag van de eerste tewerkstelling gelegen in de periode van geldigheidsduur van de verminderingskaart ‘herstructurering’ en eindigt op de laatste dag van het tweede kwartaal, volgend op het kwartaal van deze eerste tewerkstelling.

    Het refertemaandloon van de werknemer mag om de vermindering van de persoonlijke bijdragen te bekomen niet hoger liggen dan een bepaald bedrag dat verschilt naargelang de werknemer op het ogenblik van indiensttreding jonger is dan 30 jaar of minstens 30 jaar is. Het refertemaandloon is een omzetting van het brutoloon op basis van de werkelijke prestaties tot een loon dat de werknemer hypothetisch zou verkrijgen als hij gedurende de hele maand voltijds tewerkgesteld zou zijn.

    Voor informatie vindt u de website van de RSZ.