Deeltijdse arbeid - Vaste werkroosters
Op deze pagina
De deeltijdse arbeid kan worden georganiseerd volgens een vast werkrooster , dit wil zeggen dat de dagen en uren waarop wordt gewerkt vooraf nauwkeurig worden vastgelegd.
Er kan worden gekozen voor een vast deeltijds werkrooster met een vaste wekelijkse arbeidsduur over een week, maar de deeltijdse arbeidsregeling kan ook georganiseerd zijn volgens een cyclus, d.i. de opeenvolging van dagelijkse werkroosters in een vaste volgorde bepaald door de deeltijdse arbeidsovereenkomst, die gespreid is over meer dan een week. In dit laatste geval moet wel op elk moment kunnen worden vastgesteld wanneer de cyclus begint.
Meer informatie over het begrip ‘(vast) werkrooster’ is terug te vinden in de rubriek Organisatie van de deeltijdse arbeid.
Arbeidsovereenkomst
Om met zekerheid te kunnen vaststellen dat de arbeidsovereenkomst werd gesloten voor het verrichten van deeltijdse arbeid en welke de proportionele rechten zijn die eruit voortvloeien, moet de deeltijdse arbeidsovereenkomst voor iedere werknemer afzonderlijk schriftelijk worden vastgesteld, uiterlijk op het tijdstip waarop de werknemer de uitvoering van zijn overeenkomst aanvangt.
Dit geschrift moet de deeltijdse arbeidsregeling (d.i. de wekelijkse arbeidsduur) en het vast werkrooster (de dagen en uren waarop precies wordt gewerkt) vermelden die door de werkgever en werknemer zijn overeengekomen.
De partijen kunnen het vast werkrooster in beginsel vrij kiezen, maar het overeengekomen vast werkrooster zal wel inpasbaar moeten zijn in de arbeidstijd zoals vastgesteld in het arbeidsreglement (zie verder).
Ontbreekt het geschrift of voldoet het niet aan deze vereisten, dan zal de deeltijdse werknemer de deeltijdse arbeidsregeling en het werkrooster kunnen kiezen dat hem het meest gunstig is onder deze die in de onderneming worden toegepast.
Arbeidsreglement
Bij toepassing van een vast werkrooster blijken de rechten en plichten van de deeltijdse werknemer in dit verband uit de deeltijdse arbeidsovereenkomst die melding moet maken van de overeengekomen deeltijdse arbeidsregeling en werkrooster. Vandaar dat het arbeidsreglement geen melding hoeft te maken van elk afzonderlijk vast deeltijds werkrooster dat in de onderneming wordt toegepast.
Dit betekent echter niet dat het arbeidsreglement geen enkel vast deeltijds werkrooster zal (moeten) bevatten.
Enerzijds is het niet verboden om vaste deeltijdse werkroosters in het arbeidsreglement te vermelden. Aangezien het arbeidsreglement naast de verplichte vermeldingen ook andere bepalingen mag bevatten waarover de werkgever en werknemer het eens zijn, is het mogelijk om vaste deeltijdse werkroosters in het arbeidsreglement op te nemen.
Anderzijds zal het arbeidsreglement melding moeten maken van welbepaalde vaste deeltijdse werkroosters. Dit is het geval voor de vaste werkroosters die zich niet volledig situeren binnen het uurrooster voor de voltijdse werknemers dat in het arbeidsreglement is opgenomen. Het is immers verboden om werknemers tewerk te stellen buiten de arbeidstijd vastgesteld in het arbeidsreglement.
Voorbeeld:
De voltijdse werknemers van een onderneming werken van maandag tot en met donderdag van 8u-12u en van 13u-17u en op vrijdag van 9u-12u en van 13u-16u.
Indien een deeltijdse werknemer in deze onderneming steeds van maandag tot en met donderdag van 9u-12u en van 13-16u werkt, dan zal dit vast werkrooster niet afzonderlijk moeten worden opgenomen in het arbeidsreglement. Het vast deeltijds werkrooster situeert zich immers volledig binnen het voltijds uurrooster dat in het arbeidsreglement wordt vermeld.
Indien een deeltijdse werknemer in deze onderneming daarentegen niet enkel van maandag tot en met donderdag van 9u-12u en van 13-16u werkt, maar ook op zaterdag van 8u-12u, dan zal dit vast deeltijdse werkrooster wél in het arbeidsreglement moeten worden vermeld. Het voltijds uurrooster dat in het arbeidsreglement is vastgesteld voorziet immers geen prestaties op zaterdag.
Bekendmaking van de vaste werkroosters
Om een zicht te krijgen op de normale prestaties van de deeltijdse werknemer met een vast werkrooster, moet een kopie van zijn deeltijdse arbeidsovereenkomst of een uittreksel ervan met de werkroosters, zijn identiteit, zijn handtekening en die van de werkgever worden bewaard op de plaats waar het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd. Dit afschrift of uittreksel kan zowel op papier, als elektronisch worden bewaard.
Deze verplichting geldt zowel voor de vaste werkroosters met een vaste wekelijkse arbeidsduur, als voor de vaste werkroosters georganiseerd volgens een cyclus gespreid over meer dan een week.
Is de arbeidsregeling georganiseerd volgens een cyclus gespreid over meer dan een week, dan moet bovendien op elk tijdstip kunnen worden vastgesteld wanneer de cyclus begint. Zo niet, dient de werkgever de verplichtingen inzake de bekendmaking van de variabele werkroosters na te leven.
Toezicht op de afwijkingen op de normale werkroosters
Om het toezicht op de deeltijdse prestaties door de sociale inspectie toe te laten, moeten de afwijkingen op het voorziene vast werkrooster : worden vastgesteld, hetzij via een betrouwbaar systeem van tijdopvolging, hetzij via de optekening in een document dat aan bepaalde voorwaarden voldoet.
Meer informatie over de maatregelen inzake het toezicht op de afwijkingen op de voorziene werkroosters van de deeltijdse werknemers is terug te vinden in de rubriek Toezicht op de prestaties van de deeltijdse werknemers.
Overloon voor bijkomende prestaties
Onder bepaalde voorwaarden kunnen de prestaties van de deeltijdse werknemer het vast werkrooster overschrijden. Men spreekt dan van 'bijkomende uren’.
De deeltijdse werknemer heeft voor bijkomende uren in principe recht op loon (d.w.z. het gewone loon aan 100%).
Bovendien worden sommige bijkomende prestaties van deeltijdse werknemers gelijkgesteld met overwerk, waardoor ze een recht op overloon openen. Dit is echter niet het geval wanneer er sprake is van een collectieve arbeidsovereenkomst die de veranderingen of overschrijdingen van de werkroosters regelt.
In beginsel moeten alle bijkomende prestaties van deeltijdse werknemers worden betaald met een toeslag van 50% of 100% (op een zondag of een feestdag), met uitzondering van een welbepaald krediet.
Wat er precies onder ‘bijkomende prestaties’ verstaan moet worden, verschilt naargelang er sprake is van een vast of een variabel werkrooster.
Ingeval van een vast werkrooster moet elke prestatie verricht buiten dit werkrooster worden betaald met een toeslag, met uitzondering van de eerste twaalf uren per kalendermaand.
Wanneer het een deeltijdse arbeidsovereenkomst met een vast uurrooster betreft die werd gesloten om af te wijken van de minimale wekelijkse 1/3de grens geldt evenwel een afwijkende regeling.
- Art. 6 en 10, § 1 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen
- Artikel 38bis van de arbeidswet van 16 maart 1971
- Artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
- Art. 157 en 160-169 van de programmawet van 22 december 1989
- Koninklijk besluit van 8 maart 1990 tot invoering van de bepalingen van de programmawet van 22 december 1989 die betrekking hebben op het toezicht op de afwijkingen van het normale werkrooster van de deeltijdse werknemers
- Koninklijk besluit van 25 juni 1990 tot gelijkstelling van sommige prestaties van deeltijds tewerkgestelde werknemers met overwerk