Arbeidsrelatiewet - aard van de arbeidsrelatie: loontrekkende of zelfstandige ?

Op deze pagina

    Begrippen    

    Een beroepsactiviteit kan worden uitgevoerd in het kader van een overeenkomst, dan wel binnen een (ambtenaren)statuut. Indien ze wordt uitgeoefend in de vorm van een overeenkomst, kan de arbeidsrelatie georganiseerd worden in het kader van een arbeidsovereenkomst die beheerst wordt door het sociaal recht, of in het kader van een aannemingsovereenkomst die beheerst wordt door het handelsrecht. 

    • De arbeidsovereenkomst is een overeenkomst waarbij een werknemer zich verbindt tegen loon arbeid te verrichten onder het gezag van een werkgever. 

               De vier constitutieve elementen van deze overeenkomst zijn: de overeenkomst, de arbeid, het loon en de gezagsverhouding. 

               Het sociaal statuut van de werknemer met een arbeidsovereenkomst is dat van de loontrekkende. 

    • De aannemingsovereenkomst houdt in dat een partij, de aannemer, zich verbindt tegenover een andere partij, de opdrachtgever, om een bepaald werk uit te voeren tegen een bepaalde prijs. 

    Het sociaal statuut van de aannemer is dat van de zelfstandige. 

    Hetgeen de loontrekkende fundamenteel onderscheidt van de zelfstandige, is het al dan niet bestaan van een gezagsverhouding bij de uitvoering van hun beroepsactiviteit. Indien de arbeid wordt verricht onder het gezag van een ander persoon, dan is er sprake van een arbeidsovereenkomst, en zeker niet van een aannemingsovereenkomst. 

    Diegenen die men schijnzelfstandigen noemt, zijn werknemers die, goed- of kwaadschiks, het sociaal statuut van de zelfstandige aannemen, terwijl zij in werkelijkheid hun beroepsactiviteit uitoefenen onder het gezag van een werkgever, en dus in de hoedanigheid van loontrekkende. 

    De toevlucht tot schijnzelfstandigheid is een vorm van sociale fraude die de solidariteit waarop het hele systeem van de Belgische sociale zekerheid berust zwaar ondergraaft. 

    Deze fraude laat toe om de arbeidskost te drukken doordat de betaling wordt ontlopen van patronale socialezekerheidsbijdragen die verschuldigd zijn in het kader van het statuut van loontrekkende. Zij laat ook toe te ontsnappen aan de dwingende regels die verbonden zijn aan de arbeidsovereenkomst, zoals de regels ter bescherming van de werknemers, waaronder bijvoorbeeld de arbeids- en rusttijden, de moederschapsbescherming, de loonbescherming,… . 

    Geïnspireerd door een aanbeveling van de Internationale Arbeidsorganisatie (I.A.O.), bepaalt ons rechtsstelsel dat partijen vrij zijn om te bepalen of hun arbeidsrelatie kadert binnen een arbeidsovereenkomst dan wel een aannemingsovereenkomst. Deze wil van partijen moet worden gerespecteerd op voorwaarde dat zij wordt bevestigd door de uitvoering die zij aan hun verbintenissen hebben gegeven. De gekozen kwalificatie kan niet worden weerhouden als de effectieve uitvoering wijst op feitelijke elementen die niet verzoenbaar zijn met deze kwalificatie. 

    De wetgeving over de aard van de arbeidsrelaties  

    Er bestaat een wet die een kader schept waarbinnen kan worden uitgemaakt of een arbeidsrelatie zich voordoet in de vorm van een arbeidsovereenkomst, dan wel een aannemingsovereenkomst. Deze wet omvat het volgende:  

    • zij legt algemene criteria vast en voorziet de mogelijkheid om specifieke criteria uit te werken die van toepassing zijn op een sector of op één of meerdere beroepen of categorieën van beroepen; 
    • zij stelt voor bepaalde economische sectoren een systeem van weerlegbaar vermoeden van een arbeidsovereenkomst in; 
    • zij stelt een administratieve commissie ter regeling van de arbeidsrelatie in, belast met nemen van beslissingen betreffende de kwalificatie van een arbeidsrelatie.  

    Criteria, samenloop en gevolgen  

    Criteria 

    De wet voorziet in drie types van criteria:  

    • neutrale criteria;
    • algemene criteria;
    • specifieke criteria.  

    Samenloop van criteria en gevolgen 

    Wanneer de concrete uitvoering van de arbeidsrelatie de aanwezigheid aan het licht brengt van voldoende algemene criteria, en desgevallend specifieke criteria, die onverenigbaar zijn met de door de partijen gegeven kwalificatie, dan zal het mogelijk zijn om die arbeidsrelatie te herkwalificeren en het passende stelsel van sociale zekerheid toe te passen. 

    Elk van deze criteria, of ze nu algemeen dan wel specifiek zijn, hebben elk apart genomen geen enkele waarde. Het is de samenloop van meerdere criteria die zal toelaten om te bepalen of de wijze waarop de arbeidsrelatie zich verwezenlijkt, al dan niet overeenkomt  met de kwalificatie die de partijen aan hun contract hebben gegeven. 

    De herkwalificatie kan geen afbreuk doen aan de toepassing van sommige bepalingen van het socialezekerheidsrecht.   

    Wanneer er wettelijke vermoedens bestaan of wettelijke of reglementaire bepalingen die opleggen of op onweerlegbare wijze aannemen dat de uitoefening van een beroep gebeurt in de hoedanigheid van zelfstandige of loontrekkende, dan is geen herkwalificatie mogelijk. 

    Vermoeden, beoogde sectoren, criteria en gevolgen  

    De wet creëert een weerlegbaar vermoeden van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde economische sectoren en voor de activiteiten die via een arbeidsplatform worden uitgevoerd. 

    Behoudens bewijs van het tegendeel wordt de arbeidsrelatie er vermoed uitgevoerd te worden in het kader van arbeidsovereenkomst indien aan een aantal criteria voldaan is.     

    Sectoren en beoogde activiteiten

    Het vermoeden heeft betrekking op de volgende sectoren en activiteiten:   

    • Sector van het bouwbedrijf 
    • Sector van de bewaking 
    • Sector van het vervoer 
    • Sector van de schoonmaak 
    • Sector van de landbouw 
    • Sector van het tuinbouwbedrijf  
    • Activiteiten die worden uitgevoerd via een arbeidsplatform

    Het vermoeden is niet van toepassing op de familiale arbeidsrelaties, nl. : 

    • op de arbeidsrelaties tussen bloedverwanten en aanverwanten tot de derde graad en tussen wettelijk samenwonenden; 
    • op de arbeidsrelaties tussen een vennootschap en een natuurlijk persoon, waarbij de natuurlijk persoon een bloedverwant of aanverwant is tot de derde graad van, of wettelijk samenwoont met, hetzij degene die alleen hetzij zij die samen, meer dan 50 procent van de aandelen bezitten van de bedoelde vennootschap. 

    Het vermoeden kan geen afbreuk doen aan de toepassing van sommige bepalingen van het socialezekerheidsrecht. 

    Wanneer er wettelijke vermoedens bestaan of wettelijke of reglementaire bepalingen die opleggen of op onweerlegbare wijze aannemen dat de uitoefening van een beroep gebeurt in de hoedanigheid van zelfstandige of van loontrekkende, dan speelt het vermoeden evenmin. 

    Criteria en gevolgen 

    Behoudens bewijs van het tegendeel, wordt vermoed dat de arbeidsrelatie in de beoogde economische sectoren of activiteiten wordt uitgevoerd in het kader van een arbeidsovereenkomst wanneer blijkt dat aan een bepaald aantal specifieke criteria voldaan is: 

    Voor de sectoren van het bouwbedrijf, de bewaking, het vervoer, de schoonmaak, de landbouw en het tuinbouwbedrijf bepaalt de wet dat vermoed wordt dat de arbeidsrelatie wordt uitgevoerd in het kader van een arbeidsovereenkomst, wanneer blijkt dat aan meer dan de helft van de volgende criteria voldaan is :  

    • ontstentenis van enig financieel of economisch risico in hoofde van diegene die de werkzaamheden uitvoert, zoals dit onder meer het geval is bij ontstentenis van een persoonlijke en substantiële investering in de onderneming met eigen middelen, of bij ontstentenis van een persoonlijke en substantiële deelname in de winsten en de verliezen van de onderneming;
    • ontstentenis van verantwoordelijkheid en beslissingsmacht aangaande de financiële middelen van de onderneming in hoofde van diegene die de werkzaamheden uitvoert;
    • ontstentenis van beslissingsmacht over het aankoopbeleid van de onderneming in hoofde van diegene die de werkzaamheden uitvoert;
    • ontstentenis van beslissingsmacht over het prijsbeleid van de onderneming in hoofde van diegene die de werkzaamheden uitvoert, behoudens wanneer de prijzen wettelijk zijn vastgelegd;
    • ontstentenis van resultaatsverbintenis betreffende de overeengekomen arbeid;
    • garantie op betaling van een vaste vergoeding, ongeacht de bedrijfsresultaten of de omvang van de prestaties geleverd door diegene die de werkzaamheden uitvoert;
    • het zelf geen werkgever zijn van persoonlijk en vrij aangeworven personeel of het ontbreken van de mogelijkheid om voor de uitvoering van het overeengekomen werk personeel aan te werven of zich te laten vervangen;
    • het zich niet voordoen als een onderneming ten overstaan van andere personen of hoofdzakelijk of gewoonlijk voor één medecontractant werken;
    • in ruimtes werken waarvan men niet de eigenaar of de huurder is of werken met materiaal dat ter beschikking wordt gesteld, gefinancierd of gewaarborgd door de medecontractant. 

    Wanneer meer dan de helft van deze criteria niet zijn vervuld, wordt de arbeidsrelatie daarentegen weerlegbaar vermoed een overeenkomst voor zelfstandigen te zijn

    Het vermoeden kan worden weerlegd door alle middelen van recht, in het bijzonder op basis van de algemene criteria

    De hierboven opgesomde criteria kunnen worden aangevuld of vervangen door specifieke criteria die eigen zijn aan bepaalde sectoren of beroepen. Deze criteria worden bepaald bij koninklijk besluit dat wordt aangenomen volgens een specifieke procedure

    Momenteel werden er specifieke criteria bepaald voor zes sectoren:  

    Vanaf 1 januari 2023 bepaalt de wet ook specifieke criteria voor wat betreft de activiteiten die via een platform worden uitgevoerd.  

    Het werk dat wordt uitgevoerd via een digitaal platform opdrachtgever, wordt vermoed te worden uitgevoerd in het kader van een arbeidsovereenkomst wanneer blijkt dat ten minste drie van de acht volgende criteria of twee van de vijf laatste criteria zijn vervuld: 

    1° de platformexploitant kan exclusiviteit eisen met betrekking tot zijn werkterrein; 

    2° de platformexploitant kan een mechanisme van geolokalisering gebruiken voor andere doeleinden dan de goede werking van zijn basisdiensten; 

    3° de platformexploitant kan de vrijheid inperken van de platformwerker in de manier waarop het werk wordt uitgevoerd;  

    Bijvoorbeeld in het geval van een koerierdienst per fiets, bestaat de dienst erin leveringen per fiets uit te voeren.  Deze dienst per fiets uitvoeren is op zich geen beperking van de vrijheid waarmee het werk wordt uitgevoerd. Dit zou daarentegen wel het geval kunnen zijn, als de koerier niet zelf zijn reisweg mag kiezen of als hij verplicht wordt het pakje persoonlijk aan de bestemmeling te overhandigen (zonder dit bijvoorbeeld achter te laten bij een buur) of als hij het platform via een vooraf bepaalde procedure moet laten weten dat het pakje goed werd afgeleverd en het uur van ontvangst door de bestemmeling.  

    4° de platformexploitant kan het inkomensniveau van een platformwerker beperken, in het bijzonder door uurtarieven te betalen en/of door het recht van een individu te beperken om werkaanbiedingen te weigeren op basis van het aangeboden tarief en/of door het individu niet toe te staan de prijs van de dienst te bepalen.  Collectieve arbeidsovereenkomsten zijn van deze clausule uitgesloten; 

    5° met uitsluiting van wettelijke bepalingen, met name inzake gezondheid en veiligheid, die van toepassing zijn op gebruikers, klanten of werknemers zelf kan de platformexploitant van een platformwerker eisen dat hij zich houdt aan dwingende voorschriften inzake voorkomen, gedrag ten aanzien van de afnemer van de dienst of de uitvoering van het werk; 

     6° de platformexploitant kan de prioritering bepalen van toekomstige werkaanbiedingen en/of het bedrag dat voor een opdracht wordt geboden en/of de bepaling van de rangschikking door gebruik te maken van de verzamelde informatie en door de uitvoering van de prestatie door de platformwerkers, met uitsluiting van het resultaat van deze prestatie, met name met elektronische middelen te controleren; 

    7° de platformexploitant kan, eventueel onder meer door middel van sancties, de vrijheid van organisatie van het werk inperken, in het bijzonder de vrijheid om zijn werkuren of zijn afwezigheidsperiodes zelf te kiezen, om taken te aanvaarden of te weigeren of om een beroep te doen op onderaannemers of vervangers, behalve wanneer in dit laatste geval de wet de mogelijkheid om een beroep te doen op onderaannemers uitdrukkelijk beperkt; 

    8° de platformexploitant kan de mogelijkheid voor de platformwerker inperken om buiten het platform een klantenbestand op te bouwen of om werkzaamheden voor een derde te verrichten.  

    Administratieve commissie ter regeling van de arbeidsrelatie  

    De administratieve commissie ter regeling van de arbeidsrelatie werd opgericht binnen de FOD Sociale Zekerheid en bestaat uit een Franstalige en een Nederlandstalige kamer.  

    Deze commissie heeft tot taak beslissingen te nemen betreffende de kwalificatie van een arbeidsrelatie. Ze evalueert dus of de werknemer loontrekkende of zelfstandige is. 

    Meer inlichtingen over haar werking en over de wijze van indiening van een concreet dossier kan u terugvinden op de website van deze commissie

    Vanaf 1 januari 2023 zal deze commissie, naast haar bevoegdheid om beslissingen te nemen, adviezen kunnen verstrekken.   

    Deze adviezen zijn raadgevend. Ze kunnen door één enkele partij aangevraagd worden. Ze verbinden dus niet de betrokken partijen, noch de instellingen van sociale zekerheid die vertegenwoordigd zijn binnen de commissie, noch de socialeverzekeringsfondsen van de zelfstandige werknemers. 

    Wanneer het advies verstrekt wordt op initiatief van één enkele partij en de kwalificatie van de aard van de arbeidsrelatie verschilt van diegene die is overeengekomen tussen de partijen, moet deze partij de andere partij ervan op de hoogte brengen, als ze wenst dat de wijziging wordt doorgevoerd.