Invoering economische werkloosheid voor bedienden

Op deze pagina

    Inleiding

    Een stelsel van schorsing van de arbeidsovereenkomst van de bedienden is van toepassing vanaf 01.01.2012 in uitvoering van Hoofdstuk II/1 van Titel III van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, ingevoegd door de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord. De bepalingen zijn gewijzigd door de wet van 16 mei 2016 betreffende diverse bepalingen inzake sociale zaken (B.S. 23.05.2016).

    Voorwaarden

    Om dit stelsel van schorsing van de arbeidsovereenkomst van de bedienden toe te passen moet de onderneming erkend zijn als zijnde een onderneming in moeilijkheden. Een onderneming in moeilijkheden is een onderneming die beantwoordt aan één van volgende criteria:

    • Hetzij een substantiële vermindering (10 % in vergelijking met hetzelfde kwartaal van één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaat) van het zakencijfer, van de productie of van de bestellingen. Het bewijs van de daling van het omzetcijfer wordt geleverd door de BTW-aangiften van de betreffende kwartalen. Een vermindering van de productie of van de bestellingen kan, naast de BTW-aangiften ten indicatieve titel, aangetoond worden door andere bewijskrachtige documenten zoals boekhoudkundige stukken en verslagen aan de ondernemingsraad.
    • Hetzij een aanzienlijk gebruik (minstens 10 % van het totaal aantal dagen aangegeven aan de RSZ) van de tijdelijke werkloosheid voor werklieden.
    • Hetzij door de Minister van Werk erkend zijn als onderneming in moeilijkheden op basis van onvoorziene omstandigheden die op korte termijn een substantiële daling van de omzet, de productie of het aantal bestellingen tot gevolg hebben.

    Meer informatie is terug te vinden op de website van de RVA (www.rva.be).

    De onderneming moet gebonden zijn,

    • hetzij door een sectorale C.A.O. afgesloten binnen een paritair comité en neergelegd bij de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen. Deze sectorale C.A.O.’s kan u op onze website raadplegen.
    • hetzij door een ondernemings-C.A.O., afgesloten in de onderneming en neergelegd bij de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen.
    • hetzij door een ondernemingsplan (DOCX, 24.49 KB).

    De NAR-CAO's nr. 159 (geldig van 01.01.2022 tot 30.06.2023) en nr. 172 (geldig van 01.07.2023 tot 30.06.2025) voorzien tot 30.06.2025 in een suppletieve regeling voor de werkgevers die niet gebonden zijn door een CAO of een ondernemingsplan.

    Schematisch overzicht (PDF, 11.58 KB)

    De C.A.O.’s en de ondernemingsplannen:

    • moeten vermelden:
      • dat zij gesloten zijn in het kader van het hoofdstuk II/1 van titel III van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, ingevoegd door de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houden verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord;
      • op welke maatregel(en) zij betrekking hebben (volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en/of regeling van gedeeltelijke arbeid);
      • welke maatregelen de onderneming voorziet voor het maximaal behoud van de tewerkstelling;
      • voor welke duurtijd het stelsel van volledige en gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst zal toegepast worden.
      • welk loonsupplement aan de bediende zal uitbetaald worden bovenop de werkloosheidsuitkeringen.

        - Ofwel zijn er arbeiders in de onderneming tewerkgesteld: het loonsupplement moet minstens gelijkwaardig zijn aan het supplement toegekend aan de arbeiders bij economische werkloosheid zonder evenwel lager te zijn dan 5,00€ per dag in geval van invoering via ondernemingsplan en 2,00€ per dag in alle andere gevallen.

        - Ofwel zijn ze er geen arbeiders in de onderneming tewerkgesteld: indien een sectorale C.A.O. voorziet in een loonsupplement voor de arbeiders tewerkgesteld in de sector waarbinnen de onderneming haar activiteiten uitvoert, moet het loonsupplement minstens gelijkwaardig zijn aan het supplement toegekend aan de arbeiders bij economische werkloosheid zonder evenwel lager te zijn dan 5,00€ per dag in geval van invoering via ondernemingsplan.
        Indien er geen sectorale C.A.O. is afgesloten voor de arbeiders tewerkgesteld in de sector waarbinnen de onderneming haar activiteiten uitvoert of indien er geen loonsupplement voorzien is in geval van economische werkloosheid, moet het loonsupplement minstens gelijkwaardig zijn aan 5,00€ per dag in geval van invoering via ondernemingsplan en 2,00€ per dag in alle andere gevallen. 
    • moeten worden neergelegd bij de  griffie van de Algemene Directie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

    De procedure voor goedkeuring van een ondernemingsplan

    Indien de ondernemingen een ondernemingsplan opmaken, moeten zij dit plan samen met een gemotiveerde aanvraag per aangetekend schrijven overmaken aan de directeur-generaal van de Algemene Directie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel. De onderneming moet het bewijs leveren dat zij beantwoordt aan één van de criteria van onderneming in moeilijkheden. Daartoe dient de onderneming gebruik te maken van het formulier C106A (beschikbaar op volgend adres : www.rva.be) en haar bijlagen (BTW-aangiften). 

    Indien de onderneming zich beroept op het criterium tijdelijke werkloosheid, moet zij het bewijs daarvan leveren via een verklaring op eer gebruik makend van het formulier C106A rubrieken I en III (beschikbaar op volgend adres : www.rva.be)

    Het ondernemingsplan wordt overgemaakt aan een tripartiete commissie samengesteld uit vijf leden voorgedragen door de representatieve werknemersorganisaties die zetelen in de Nationale Arbeidsraad, vijf leden voorgedragen door de representatieve werkgeversorganisaties die zetelen in de Nationale Arbeidsraad en drie leden aangeduid door de Koning die, binnen de twee weken na ontvangst van het ondernemingsplan, een gemotiveerde beslissing neemt op basis van volgende criteria:

    • voldoet de onderneming aan de criteria van onderneming in moeilijkheden;
    • voldoet het ondernemingsplan aan de vormvoorwaarden opgelegd door de wet;
    • worden er ontslagen vermeden door toepassing van de voorziene maatregelen in het plan.

    De directeur-generaal van de Algemene Directie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg maakt de beslissingen van de commissie over aan de betrokken ondernemingen.

    De erkenning als onderneming in moeilijkheden door de Minister van Werk

    De aanvraag tot erkenning als onderneming in moeilijkheden wordt via een gemotiveerde en aangetekende brief verstuurd naar de directeur-generaal van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, samen met het ondernemingsplan of de collectieve arbeidsovereenkomst (zie aanvraagformulier erkenning door de Minister van Werk (DOCX, 67.74 KB)).

    De onderneming moet de onvoorziene omstandigheden, die op korte termijn een substantiële daling van de omzet, de productie of het aantal bestellingen tot gevolg hebben, bewijzen. De substantiële daling wordt aangetoond op de wijze en op basis van de documenten bedoeld in het artikel 77 §4, 1° en 3° van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten of door een andere gelijkwaardige bewijsvoering. De onderneming moet het bewijs leveren van het oorzakelijk verband tussen de onvoorziene omstandigheden en de substantiële daling van de omzet, de productie of het aantal bestellingen.

    De directeur-generaal legt de aanvraag voor aan de Commissie “Ondernemingsplannen”. De commissie deelt binnen de twee weken na ontvangst van de aanvraag haar advies over de gevraagde erkenning mee aan de Minister van Werk en doet uitspraak over de geldigheid van het ondernemingsplan. In het geval dat de economische werkloosheid wordt ingevoerd via een collectieve arbeidsovereenkomst, dan adviseert de Commissie "Ondernemingsplannen" enkel of de voorwaarden van bovenvermeld criterium vervuld zijn en zij beoordeelt niet de inhoud van de collectieve arbeidsovereenkomst. De beslissing van de minister wordt aan de onderneming overgemaakt.

    De erkenning als onderneming in moeilijkheden zal voor een bepaalde duur toegekend worden, in voorkomend geval hernieuwbaar, afhankelijk van de aangevoerde elementen door de onderneming.