Opzeggingstermijnen - de werkgever ontslaat een werkman - arbeidsovereenkomsten die zijn aangevangen voor 1 januari 2012 (privésector)

Op deze pagina

    Bij de arbeidsovereenkomsten voor werklieden die zijn aangevangen voor 1 januari 2012 kunnen de opzeggingstermijnen, berekend op basis van de anciënniteit verworven sinds de indiensttreding tot 31 december 2013, worden vastgesteld door drie soorten regels.  

    1 Vaststelling door sectoraal koninklijk besluit  

    In bepaalde sectoren (paritaire comités of subcomités) worden de opzeggingstermijnen vastgesteld door koninklijke besluiten die, op 31 december 2013, opzeggingstermijnen bepaalden die van toepassing waren op arbeidsovereenkomsten die zijn aangevangen voor 1 januari 2012. Deze koninklijke besluiten zijn terug te vinden in een lijst

    Deze koninklijke besluiten voorzien gewone opzeggingstermijnen die van toepassing zijn in de sector in geval van een “normaal” ontslag en, soms, specifieke opzeggingstermijnen in geval ontslag met het oog op een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (ex-brugpensioen), een herstructurering of een rustpensioen

    • In geval van een  “normaal” ontslag, wordt deel I berekend in functie van de gewone opzeggingstermijnen voorzien in het betrokken koninklijk besluit.    
    • In geval van ontslag met het oog op een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (ex-brugpensioen), een herstructurering of een rustpensioen, wordt deel I berekend in functie van de eventuele specifieke opzeggingstermijnen die voorzien zijn in het betrokken sectoraal koninklijk besluit. Deze specifieke opzeggingstermijnen zijn vaak erg kort.    

    2 Vaststelling door interprofessionele collectieve arbeidsovereenkomst   

    Bij ontstentenis van een sectoraal koninklijk besluit (of een collectief akkoord dat, op 31 december 2013, voor de werklieden voorzag in een stelsel van verruimde stabiliteit van werkgelegenheid of inkomen via aanvullende bestaanszekerheidsregelingen of via equivalente regelingen), wordt deel I berekend op basis van de opzeggingstermijnen voorzien door een interprofessionele collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75. Deze opzeggingstermijnen zijn de volgende: 

    Anciënniteit

     Opzeggingstermijn

    Van 0 tot minder dan 6 maanden

     28 dagen (4 weken)

    Van 6 maanden tot minder dan 5 jaar

     35 dagen (5 weken)

    Van 5 jaar tot minder dan 10 jaar

     42 dagen (6 weken)

    Van 10 jaar tot minder dan 15 jaar

     56 dagen (8 weken)

    Van 15 jaar tot minder dan 20 jaar

     84 dagen (12 weken)

    20 jaar of meer

     112 dagen (16 weken)

     

    3 Vaststelling door de wet   

    Bij ontstentenis van toepassing van een sectoraal koninklijk besluit of de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75, wordt deel I berekend op basis van de opzeggingstermijnen die bij opzegging door de werkgever voorzien waren door de wet die van kracht was op 31 december 2013. Deze opzeggingstermijnen zijn de volgende : 

    Anciënniteit

    Opzeggingstermijn

    Van 0 tot minder dan 20 jaar

     28 dagen (4 weken)

    20 jaar of meer

     56 dagen (8 weken)