Arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars - Loongrens
Op deze pagina
De loongrens die men moet overschrijden om betaalde sportbeoefenaar te zijn wordt jaarlijks bij koninklijk besluit vastgesteld voor de periode van 1 juli tot en met 30 juni.
Onderstaande tabel geeft het loon weer dat een sportbeoefenaar moet verdienen om als betaalde sportbeoefenaar te worden beschouwd:
Periode |
Loongrens |
01/07/2010 – 30/06/2011 |
8.675 EUR |
01/07/2011 – 30/06/2012 |
8.850 EUR |
01/07/2012 – 30/06/2013 |
9.027 EUR |
01/07/2013 – 30/06/2014 |
9.208 EUR |
01/07/2014 – 30/06/2015 |
9.400 EUR |
01/07/2015 - 30/06/2016 | 9.600 EUR |
01/07/2016 - 30/06/2017 |
9.800 EUR |
01/07/2017 - 30/06/2018 | 10.200 EUR |
01/07/2018 - 30/06/2019 01/07/2019 - 30/06/2020 01/07/2020 - 30/06/2021 01/07/2021 - 30/06/2022 01/07/2022 - 30/06/2023 01/07/2023 - 30/06/2024 01/07/2024 - 30/06/2025 |
10.200 EUR 10.612 EUR 10.612 EUR 10.824 EUR 11.040 EUR 11.040 EUR 11.040 EUR |
Bij de toepassing van deze loongrens hanteert men het loonbegrip van de Loonbeschermingswet.
Dat betekent dat niet alleen wordt rekening gehouden met het loon in geld dat wordt betaald als compensatie voor de geleverde sportprestaties (bv. vast loon, wedstrijdpremies, puntenpremies, winstpremies, kwalificatiepremies), maar ook met alle in geld waardeerbare voordelen waarop de sportbeoefenaar ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever (bv. tekengeld of handgeld, huisvesting betaald door de sportclub, gebruik van een wagen of GSM betaald door de sportclub).
Daarentegen wordt geen rekening gehouden met het vakantiegeld of met de bijdragen die de werkgever betaalt in een groepsverzekering ter aanvulling van de sociale zekerheid (bv. pensioenfonds, hospitalisatieverzekering). Ook de bedragen die door een ongevallenverzekering worden uitbetaald aan een sportbeoefenaar in geval van sportblessures komen niet in aanmerking, net zo min als de bedragen die een sportbeoefenaar ontvangt van een derde partij in het kader van een commerciële overeenkomst (bv. reclamegelden).
Om te bepalen of het loon van een sportbeoefenaar de loongrens al dan niet overschrijdt, wordt gekeken naar het loon dat de sportbeoefenaar op een jaar tijd ontvangt, ongeacht of de sportbeoefenaar voltijds dan wel deeltijds werkt en ongeacht de duur van de tewerkstelling.
De loongrens wordt dus niet verhoudingsgewijs verminderd wanneer een sportbeoefenaar slechts deeltijds presteert (bv. 3 dagen per week) of wanneer het contract van kortere duur zou zijn (bv. 9 maanden i.p.v. 12 maanden). Ook in die gevallen moet het loon hoger liggen dan de geldende loongrens om onder de Wet Betaalde Sportbeoefenaars te vallen.
Het is mogelijk dat bij het afsluiten van de arbeidsovereenkomst niet met zekerheid kan worden bepaald of een sportbeoefenaar de loongrens zal overschrijden die vereist is om onder de Wet Betaalde Sportbeoefenaars te vallen.
Dit is bv. het geval wanneer het vaste loongedeelte op zich te klein is om de loongrens te overschrijden en de omvang van het variabele loongedeelte (de resultaatsgebonden premies) niet te voorspellen valt wegens de afhankelijkheid van de sportieve resultaten.
In die omstandigheden zullen de specifieke bepalingen van de Wet Betaalde Sportbeoefenaars pas van toepassing zijn zodra met zekerheid vaststaat dat, door de al behaalde premies, de betrokken sportbeoefenaar de loongrens zal overschrijden.
Het is dus niet uitgesloten dat een sportbeoefenaar pas in de loop van een sportseizoen, als gevolg van de goede sportieve resultaten, onder het toepassingsgebied van de Wet Betaalde Sportbeoefenaars komt te vallen.