Arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars
Op deze pagina
Een specifiek statuut voor betaalde sportbeoefenaars
De arbeidsovereenkomst tussen een betaalde sportbeoefenaar en zijn werkgever wordt geregeld door een specifieke wet, de Wet Betaalde Sportbeoefenaars (soms ook wel aangeduid als ‘de wet van 1978’).
De Wet Betaalde Sportbeoefenaars wijkt op een aantal specifieke punten af van de gewone Arbeidsovereenkomstenwet. Die afwijkende bepalingen zijn van toepassing op de arbeidsovereenkomst van een betaalde sportbeoefenaar.
Voor zaken die niet worden geregeld door de Wet Betaalde Sportbeoefenaars, blijven de bepalingen gelden van de gewone Arbeidsovereenkomstenwet.
Niet-betaalde sportbeoefenaars (amateurs) vallen niet onder de wetgeving inzake arbeidsovereenkomsten. Hun statuut wordt geregeld op het niveau van de deelstaten (Vlaamse Gemeenschap, Franse Gemeenschap, Duitstalige Gemeenschap).
Wie is betaalde sportbeoefenaar?
De Wet Betaalde Sportbeoefenaars is, zoals de naam al doet vermoeden, van toepassing op de betaalde sportbeoefenaars en hun werkgevers.
Onder betaalde sportbeoefenaars wordt verstaan de personen die de verplichting aangaan zich voor te bereiden op of deel te nemen aan een sportcompetitie of -exhibitie onder het gezag van een ander persoon tegen een loon dat een bepaald bedrag overschrijdt.
Om betaalde sportbeoefenaar te zijn, moeten dus twee voorwaarden vervuld zijn:
- men moet zich voorbereiden op en/of deelnemen aan sportcompetities of -evenementen, tegen betaling van een loon en onder het gezag van een ander persoon,
- het loon dat men ontvangt moet een bepaalde grens overschrijden.
De Wet Betaalde Sportbeoefenaars is bij uitbreiding ook van toepassing verklaard op de voetbal- en basketbalscheidsrechters en op de trainers in het voetbal, basketbal, volleybal en wielrennen.
Daarbij geldt evenzeer als voorwaarde dat hun loon de grens moet overschrijden die nodig is om onder het toepassingsgebied van de Wet Betaalde Sportbeoefenaars te vallen.
De bijzondere regels m.b.t. de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (zie hieronder) zijn echter niet van toepassing op de trainers in het voetbal, basketbal, volleybal en wielrennen. Voor hen blijven op het vlak van beëindiging van de arbeidsovereenkomst de algemene regels gelden van de Arbeidsovereenkomstenwet.
Leeftijdsvoorwaarde
Een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars kan maar ten vroegste geldig worden afgesloten vanaf het einde van de voltijdse leerplicht.
De leerplicht is voltijds totdat de leeftijd van 15 jaar is bereikt, op voorwaarde dat tenminste de eerste twee leerjaren van het secundair onderwijs werden doorlopen. De voltijdse leerplicht eindigt in ieder geval op de leeftijd van 16 jaar.
Voor de uitoefening van de sporttakken van het basketbal, het volleybal en het wielrennen werd een hogere leeftijdsgrens vastgesteld dan onmiddellijk na het einde van de voltijdse leerplicht.
In deze sporttakken geldt de volgende minimumleeftijd om een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars te kunnen afsluiten:
Type arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars in het basketbal, volleybal of wielrennen |
Minimumleeftijd |
Deeltijdse AO voor betaalde sportbeoefenaars van maximaal 80 uren per maand |
16 jaar |
Deeltijdse AO voor betaalde sportbeoefenaars van meer dan 80 uren per maand |
18 jaar |
Voltijdse AO voor betaalde sportbeoefenaars |
18 jaar |
Wettelijk vermoeden van bediendeovereenkomst
De overeenkomst tussen een werkgever en een betaalde sportbeoefenaar wordt vermoed een arbeidsovereenkomst voor bedienden te zijn, ongeacht de bewoordingen of de titel van de overeenkomst en zonder dat het arbeidsrechtelijk gezag moet worden aangetoond.
Dit werd door het Hof van Cassatie bevestigd in een arrest van 26 januari 2015.
Het wettelijk vermoeden een bediende te zijn geldt ook voor de categorie van personen op wie de Wet Betaalde Sportbeoefenaars bij uitbreiding van toepassing is, zoals bv. de trainers in het voetbal, basketbal, volleybal en wielrennen.
Verboden bedingen
Concurrentiebeding
Het is niet mogelijk om in een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars een concurrentiebeding op te nemen, waarbij het de sportbeoefenaar verboden wordt om na het einde van zijn arbeidsovereenkomst bij een andere club aan de slag te gaan.
Dergelijk beding wordt als niet bestaande beschouwd en de partijen kunnen zich hierop dan ook niet beroepen.
Om een eerlijk verloop van de competitie te kunnen waarborgen, voorziet de wet wel in een regeling wanneer de sportbeoefenaar tijdens het seizoen zelf een einde maakt aan een lopende overeenkomst of wanneer de sportbeoefenaar om dringende reden wordt ontslagen door zijn werkgever.
In die situaties mag de sportbeoefenaar niet deelnemen aan een betaalde sportcompetitie of -exhibitie in dezelfde reeks, categorie, afdeling, enz… van dezelfde sporttak tijdens het lopende sportseizoen, evenmin als aan een eindrondecompetitie waarbij een ploeg deelneemt uit dezelfde reeks, categorie, afdeling, enz… van dezelfde sporttak.
Scheidsrechterlijk beding
De betaalde sportbeoefenaars en hun werkgevers mogen zich niet bij voorbaat ertoe verbinden om de geschillen die uit hun overeenkomst ontstaan aan scheidsrechters voor te leggen, dat wil zeggen om hun geschillen via een arbitrageprocedure te laten beslechten in plaats van door de gewone rechtbank.
Vooraf, voordat het geschil ontstaan is, kan deze clausule niet in de overeenkomst worden opgenomen.
Eens het geschil is ontstaan, kunnen de partijen wel een overeenkomst sluiten waarbij scheidsrechters voor een oplossing zullen zorgen in plaats van de gewone rechtbanken.
Duur van de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur
Betaalde sportbeoefenaars kunnen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur afsluiten.
De duur van deze arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur mag niet meer dan 5 jaar bedragen. Van deze regel kan niet worden afgeweken door de partijen.
Wel kan een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur voor sportbeoefenaars hernieuwd worden, zonder dat er dan sprake is van een contract van onbepaalde duur. De Wet Betaalde Sportbeoefenaars wijkt op dit punt dus af van de algemene regeling van artikel 10 van de Arbeidsovereenkomstenwet. Ook voor de vernieuwing geldt een maximale termijn van 5 jaar.
De arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur moet schriftelijk worden opgesteld in zoveel exemplaren als er belanghebbenden zijn en moet door elke partij ondertekend worden. Een exemplaar is bestemd voor de betaalde sportbeoefenaar zelf.
Indien deze voorwaarden niet worden nageleefd, wordt het contract beschouwd als een contract van onbepaalde duur.
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur
Een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars kan ook gesloten worden voor onbepaalde duur. In dat geval gelden er geen vormvoorschriften.
Arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur zijn in de betaalde sport eerder zeldzaam, omwille van de specifieke aard van het werk en de relatief korte loopbaan van professionele sportbeoefenaars.
Beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur
Indien de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars voor onbepaalde duur werd gesloten, dan is de partij die de overeenkomst zonder dringende reden verbreekt een vergoeding verschuldigd aan de andere partij.
Deze verbrekingsvergoeding wordt vastgesteld door het K.B. van 13 juli 2004 en komt overeen met de bedragen die worden vermeld in de onderstaande tabel (actuele geïndexeerde bedragen).
Verbrekingsvergoeding arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars van onbepaalde duur (bedragen per 1 mei 2024) |
|
Jaarlijks loon |
Verbrekingsvergoeding = lopend loon en voordelen verworven krachtens de overeenkomst overeenstemmend met: |
≤ 23.820,65 EUR |
|
> 23.820,65 EUR en ≤ 38.841,44 EUR |
|
> 38.841,44 EUR en ≤ 51.788,60 EUR |
6 maanden |
> 51.788,60 EUR en ≤ 155.365,81 EUR |
12 maanden |
> 155.365,81 EUR |
18 maanden |
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur
Indien de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars voor bepaalde duur werd gesloten, dan is de partij die de overeenkomst vóór het verstrijken van de termijn zonder dringende reden verbreekt een vergoeding verschuldigd aan de andere partij.
Deze vergoeding is gelijk aan het bedrag van het loon dat verschuldigd zou zijn tot aan het einde van de contracttermijn, maar mag niet meer bedragen dan het dubbele van de verbrekingsvergoeding die zou verschuldigd zijn indien het een contract van onbepaalde duur was geweest (zie hierboven).
Afwijkende bedingen inzake beëindiging van de arbeidsovereenkomst
De hierboven vermelde regels m.b.t. de verbrekingsvergoeding zijn van dwingende aard.
Elk beding dat daarvan afwijkt is van rechtswege nietig wanneer dat tot gevolg heeft dat de rechten van de sportbeoefenaar worden ingekort of zijn verplichtingen worden verzwaard.
- Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars
- Koninklijk besluit van 18 juli 2001 tot vaststelling, voor de uitoefening van bepaalde sporttakken, van de minimumleeftijd die vereist is om een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars te kunnen aangaan
- Koninklijk besluit van 13 juli 2004 tot vaststelling van het bedrag van de vergoeding bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars
- Koninklijk besluit van 6 november 2007 tot uitbreiding van de toepassing van de bepalingen van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars tot de voetbalscheidsrechters
- Koninklijk besluit van 13 november 2012 tot uitbreiding van de toepassing van de bepalingen van de wet van 24/02/1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars tot de trainers in het voetbal, basketbal, volleybal en wielrennen
- Koninklijk besluit van 19 juni 2015 tot uitbreiding van de toepassing van de bepalingen van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars tot de basketbalscheidsrechters.