Inspectie-instrument ‘Operationele Handelingen’

Het inspectie-instrument ‘Operationele Handelingen’ heeft betrekking op:

  • handelingen uitgevoerd via een controlepaneel, doorgaans op afstand, zoals vanuit een controlekamer
  • handelingen uitgevoerd in de procesinstallatie (het bedienen van kleppen, het starten van motoren, het openen van deksels, het manipuleren van vaten, enz.).

Een eerste vragenlijst gaat over instructies voor het operationeel personeel. Er wordt gepeild naar het bestaan en de beschikbaarheid van de nodige instructies. Voor handelingen uitgevoerd in de installatie wordt verwacht dat een taakanalyse werd uitgevoerd. Instructies zijn gecontroleerde documenten en de werkwijze voor het opstellen, wijzigen en goedkeuren van deze instructies moet vastgelegd zijn. De vragenlijst behandelt ook een aantal ergonomische aspecten van instructies, zoals een duidelijke structuur en de wijze waarop veiligheidskritische informatie wordt weergegeven.

Een tweede vragenlijst handelt over de opleiding van operatoren. Zowel de initiële opleiding (voor een bepaalde operatorfunctie) als de periodieke opleiding komen aan bod.

Via de vragenlijst ‘Alarmbeheer’ wordt onderzocht of bedrijven de nodige inspanningen leveren om te verzekeren dat de belangrijke alarmen de nodige prioriteiten krijgen en dat operatoren niet geconfronteerd worden met een overvloed aan alarmen.

Het laatste thema dat in dit inspectie-instrument wordt behandeld is ‘Ploegbeheer’. Er wordt gepeild naar het vastleggen van de functies en taken binnen de operationele ploeg, het verzekeren van een minimale ploegbezetting en naar de uitwisseling van informatie bij de wissel van ploegen.