Oprichting kleine GIDPB
Een groep van werkgevers die een kleine GIDPB wil oprichten, moet er uiteraard eerst voor zorgen dat alle werkgevers aan alle voorwaarden (zie Gemeenschappelijke dienst voor preventie en bescherming op het werk) beantwoorden en over alle nodige akkoorden beschikken.
Vervolgens moet één van de werkgevers de oprichting van de GIDPB melden aan de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid,bij voorkeur per mail via hua@werk.belgie.be (of per post: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Algemene Directie Humanisering van de Arbeid , Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel), aan de hand van het formulier II.2-1 (DOCX, 70.14 KB) dat daarvoor beschikbaar wordt gesteld op de website (art. II.2-5 van de codex). Dit formulier bevat de actuele lijst van alle betrokken werkgevers die op de GIDPB een beroep (mogen) doen.
De melding wordt (eventueel elektronisch) ondertekend door een persoon belast met de leiding en organisatie van de onderneming.
De melding is kosteloos.
De procedure is beschikbaar in het Nederlands, Frans en Engels.
Behandeling van de aanvraag
De Algemene Directie Humanisering van de Arbeid registreert de melding en bevestigt dit aan de werkgever die de melding deed.
De tijd tussen de indiening van het ingevulde meldingsformulier en de bevestiging van de registratie, bedraagt gemiddeld enkele weken.
Beroep tegen de genomen beslissing
Indien de beslissing wordt betwist, kan een beroep tot nietigverklaring (en een verzoek tot opschorting) ingediend worden bij afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, overeenkomstig de procedure vastgelegd bij het Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Wijziging kleine GIDPB
Bij elke wijziging van de GIDPB (bijvoorbeeld door het vertrek van een preventieadviseur, het uitbreiden van de activiteiten van één van de betrokken werkgevers, het aansluiten van nieuwe werkgevers, of het vertrek uit de GIDPB van een werkgever) moeten de werkgevers nagaan of alle voorwaarden voor de GIDPB nog steeds vervuld zijn, en indien nodig moeten zij de organisatie van de GIDPB aanpassen (met akkoord van alle werkgevers en comités) (art. II.2-6 van de codex).
Wanneer de aangesloten werkgevers wijzigen (bij aansluiting van een nieuwe werkgever of het vertrek van een aangesloten werkgever uit de GIDPB), moet één van de werkgevers dit opnieuw melden aan de FOD Werkgelegenheid via het formulier dat beschikbaar is op de website, waarbij een geactualiseerde lijst van werkgevers moet worden overgemaakt. Zolang de melding (van een nieuwe aangesloten werkgever) niet is gebeurd, mag deze werkgever geen beroep doen op de GIDPB (art. II.2-7, eerste lid van de codex).
Bijvoorbeeld: als één van de werkgevers nieuwe, meer risicovolle activiteiten ontwikkelt of haar activiteiten aanzienlijk uitbreidt waardoor er veel meer werknemers aanwezig zijn, moet de organisatie van de GIDPB worden herbekeken om na te gaan of er voldoende preventieadviseurs aanwezig zijn met een voldoende hoog niveau van vorming. Hiervoor zijn wel akkoorden nodig van de andere werkgevers en comités, maar geen melding aan de FOD Werkgelegenheid.
Bijvoorbeeld: wanneer er zich een nieuwe werkgever wil aansluiten bij de GIDPB, moet de organisatie van de GIDPB eveneens worden herbekeken om na te gaan of er voldoende preventieadviseurs aanwezig zijn met een voldoende hoog niveau van vorming, en moet ten aanzien van deze werkgever ook worden nagegaan of hij alle voorwaarden vervult. In dit geval moet bijkomend ook een melding gebeuren aan de FOD Werkgelegenheid, zo niet mag de nieuwe werkgever geen beroep doen op de GIDPB.
Als de toetreding van nieuwe werkgevers tot de kleine GIDPB tot gevolg heeft dat de groep van werkgevers beantwoordt aan de voorwaarden om als een grote GIDPB te worden beschouwd, moet de groep van werkgevers een aanvraag indienen voor een grote GIDPB volgens de procedure voor de oprichting van een grote GIDPB (art. II.2-7, tweede lid van de codex).
De aangesloten werkgevers mogen een beroep doen op de kleine GIDPB zolang de voorwaarden daartoe vervuld blijven en zij de meldingsplicht naleven. Als dat niet (langer) het geval is, moeten alle werkgevers opnieuw beschikken over hun eigen interne dienst zoals bepaald in artikel 33 Welzijnswet (art. II.2-8, §1 van de codex).
Ontbinding kleine GIDPB
Wanneer de werkgevers niet langer gebruik wensen te maken van de kleine GIDPB, kunnen zij de GIDPB ontbinden: daarvoor is het akkoord nodig van alle werkgevers en alle comités, evenals een melding aan de FOD Werkgelegenheid (art. II.2-8, §2 van de codex).
Laatst aangepast: 16/10/2024
