Procedure voor de oprichting of wijziging van een kleine GIDPB

Op deze pagina

    Oprichting kleine GIDPB

    Een groep van werkgevers die een kleine GIDPB wil oprichten, moet er uiteraard eerst voor zorgen dat alle werkgevers aan alle voorwaarden (zie hoger) beantwoorden en over alle nodige akkoorden beschikken.

    Vervolgens moet één van de werkgevers de oprichting van de GIDPB melden aan de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid aan de hand van het formulier II.2-1 (DOCX, 70.26 KB) dat daarvoor beschikbaar wordt gesteld op de website (art. II.2-5 van de codex). Dit formulier bevat de actuele lijst van alle betrokken werkgevers die op de GIDPB een beroep (mogen) doen.

    Wijziging kleine GIDPB

    Bij elke wijziging van de GIDPB (bijvoorbeeld door het vertrek van een preventieadviseur, het uitbreiden van de activiteiten van één van de betrokken werkgevers, het aansluiten van nieuwe werkgevers, of het vertrek uit de GIDPB van een werkgever) moeten de werkgevers nagaan of alle voorwaarden voor de GIDPB nog steeds vervuld zijn, en indien nodig moeten zij de organisatie van de GIDPB aanpassen (met akkoord van alle werkgevers en comités) (art. II.2-6 van de codex).

    Wanneer de aangesloten werkgevers wijzigen (bij aansluiting van een nieuwe werkgever of het vertrek van een aangesloten werkgever uit de GIDPB), moet één van de werkgevers dit opnieuw melden aan de FOD Werkgelegenheid via het formulier dat beschikbaar is op de website, waarbij een geactualiseerde lijst van werkgevers moet worden overgemaakt. Zolang de melding (van een nieuwe aangesloten werkgever) niet is gebeurd, mag deze werkgever geen beroep doen op de GIDPB (art. II.2-7, eerste lid van de codex).

    Bijvoorbeeld: als één van de werkgevers nieuwe, meer risicovolle activiteiten ontwikkelt of haar activiteiten aanzienlijk uitbreidt waardoor er veel meer werknemers aanwezig zijn, moet de organisatie van de GIDPB worden herbekeken om na te gaan of er voldoende preventieadviseurs aanwezig zijn met een voldoende hoog niveau van vorming. Hiervoor zijn wel akkoorden nodig van de andere werkgevers en comités, maar geen melding aan de FOD Werkgelegenheid.

    Bijvoorbeeld: wanneer er zich een nieuwe werkgever wil aansluiten bij de GIDPB, moet de organisatie van de GIDPB eveneens worden herbekeken om na te gaan of er voldoende preventieadviseurs aanwezig zijn met een voldoende hoog niveau van vorming, en moet ten aanzien van deze werkgever ook worden nagegaan of hij alle voorwaarden vervult. In dit geval moet bijkomend ook een melding gebeuren aan de FOD Werkgelegenheid, zo niet mag de nieuwe werkgever geen beroep doen op de GIDPB.

    Als de toetreding van nieuwe werkgevers tot de kleine GIDPB tot gevolg heeft dat de groep van werkgevers beantwoordt aan de voorwaarden om als een grote GIDPB te worden beschouwd, moet de groep van werkgevers een aanvraag indienen voor een grote GIDPB volgens de procedure voor de oprichting van een grote GIDPB (art. II.2-7, tweede lid van de codex).

    De aangesloten werkgevers mogen een beroep doen op de kleine GIDPB zolang de voorwaarden daartoe vervuld blijven en zij de meldingsplicht naleven. Als dat niet (langer) het geval is, moeten alle werkgevers opnieuw beschikken over hun eigen interne dienst zoals bepaald in artikel 33 Welzijnswet (art. II.2-8, §1 van de codex).

    Ontbinding kleine GIDPB

    Wanneer de werkgevers niet langer gebruik wensen te maken van de kleine GIDPB, kunnen zij de GIDPB ontbinden: daarvoor is het akkoord nodig van alle werkgevers en alle comités, evenals een melding aan de FOD Werkgelegenheid (art. II.2-8, §2 van de codex).