Inrichters van aanvullende vorming preventieadviseur niveau I en niveau II dienen een aanvraag tot erkenning van een aanvullende vorming in te dienen bij de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid (AD HUA) van de FOD Werkgelegenheid.
Deze aanvraag dient te gebeuren ten minste zes maanden voor de start van de cyclus waarvoor de erkenning wordt gevraagd.
Deze erkenningsaanvraag dient volgende inlichtingen te bevatten:
- identiteit van de inrichter:
- benaming van de instelling,
- KBO-nummer (Kruispuntbank van Ondernemingen) van de instelling,
- naam, telefoonnummer, e-mailadres en hoedanigheid van de persoon die de inrichting vertegenwoordigt en die namens de inrichting de aanvraag doet;
- voorstelling van de instelling:
- welke cursus(sen) worden ingericht?
- beknopte omschrijving,
- middelen waarover de inrichting beschikt (lokalen, materiaal, enzovoort),
- wanneer er bijkomende toelatingscriteria gehanteerd, welke zijn dat?
- benaming van het afgeleverde attest bij het beëindigen van de cursus;
- samenstelling van de stuurgroep: naam, functie, beroep, instantie of organisatie die het lid vertegenwoordigt;
- lijst van de lesgevers: naam, functie, beroep en het vakgebied waarvoor zij zullen optreden, ondervinding met betrekking tot de functie van preventieadviseur en het vakgebied;
- programma van de cursusmodules:
- per cursusvak dienen volgende gegevens verstrekt:
- korte inhoud en beoogd doel,
- naam van de lesgever,
- aantal uren met verdeling over het theoretische en het praktische gedeelte,
- wijze van organisatie van het praktische deel (seminarie, bedrijfsbezoek, stage in onderneming, enz..);
- per cursusvak dienen volgende gegevens verstrekt:
- organisatie:
- aantal jaren waarover de cursussen gespreid zijn,
- verdeling van het theoretische en het praktische deel,
- wijze waarop de stuurgroep betrokken wordt bij de beoordeling van de cursus,
- wijze waarop de cursisten betrokken worden bij de evaluatie van de cursus;
- evaluatie:
- wijze van testen van de verworven kennis en vaardigheden (multiple choice systeem, schriftelijk, mondeling, groepsdiscussie, presentatie, aan het einde van elke module, aan het einde van de cursus, voor een jury, enzovoort),
- uiterlijke datum voor het indienen en verdedigen van het eindwerk (mag 12 maanden na het einde van de theoretische cursus niet overschrijden),
- samenstelling van de jury ('s);
- inschrijvingsgeld.
Als de erkenningsaanvraag volledig is, wordt deze onderzocht door de met het toezicht belaste ambtenaar die een onderzoek verricht en een verslag opstelt.
Het dossier en het verslag worden voorgelegd aan de sociale partners die zetelen in de Vaste Operationele Commissie van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk die een advies aan de Minister van Werk bezorgt.
Het is de Minister van Werk die beslist om de erkenning al dan niet toe te kennen. Een erkenning is maximum vijf jaar geldig.
De Algemene Directie HUA zal de aanvrager informeren over het gevolg dat aan zijn aanvraag wordt gegeven, de beslissing van de Minister.
De aanvullende vorming beslaat minstens 400 uren voor een preventieadviseur niveau 1 (basismodule + specialisatiemodule) en 210 uren voor een preventieadviseur niveau 2 (basismodule + specialisatiemodule).
De cursusmodules moeten voldoende gericht zijn op de praktijk en doorweven zijn van de principes van de reglementering betreffende het welzijn op het werk. De cursisten moeten voldoende in contact komen met de sociale partners en andere actoren binnen het bedrijf. De lesgevers moeten een praktijkervaring hebben in de onderwezen materies. De organisatoren moeten ook beschikken over gepaste middelen zoals leslokalen en lesmateriaal.
De organisatie en de omkadering van de aanvullende vorming van niveau I zijn van universitair niveau.
De aanvullende vormingen worden afgesloten met een grondige evaluatie van de cursisten. Deze evaluatie omvat enerzijds het testen van de kennis en het inzicht in de leerstof en anderzijds het opstellen en de verdediging van een eindwerk voor een multidisciplinaire jury.
Elke inrichter richt een stuurgroep op die multidisciplinair is samengesteld. De stuurgroep vergadert telkens wanneer een vormingscyclus is beëindigd en minstens eenmaal per jaar. Hij maakt hiervan een verslag dat naar de leidende ambtenaren van de Algemene Directie HUA en de Algemene Directie TWW wordt opgestuurd.
De (erkende) inrichters van de aanvullende vormingen van niveau I die beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in artikel II.4-20 van de codex over het welzijn op het werk worden vrijgesteld van het oprichten van een stuurgroep en van het vragen van een erkenning.
Alle (erkende) inrichters van aanvullende vormingen voor preventieadviseurs worden vermeld op de website van de FOD Werkgelegenheid (zie bij erkenningen: cursussen voor aanvullende vorming van preventieadviseurs niveau I en niveau II).
Laatst aangepast: 26/07/2024