Hoofdthema
2016 - Actie-onderzoek: Implementatie van een duurzame preventiestrategie voor psychosociale risico’s (PSR) in ondernemingen
Subthema
De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 72 van 30 maart 1999 maakte het engagement van de sociale partners om maatregelen te nemen ter bestrijding van stress op het werk concreet.
Volgend op de evaluatie van de impact van deze CAO en de moeilijkheden die zijn ondervonden om de preventie van stress op te nemen in het beleid van de ondernemingen, heeft de Nationale Arbeidsraad (NAR) in 2004 een praktische gids « De preventie van stress » gepubliceerd.
Deze gids heeft tot doel de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen te sensibiliseren voor de problematiek, maar stelt ook een strategie en methodologie voor om een kwalitatief preventiebeleid inzake stress te implementeren.
Niettemin bestaan er sinds 2004 zeer weinig voorbeelden van de toepassing van deze strategie en de implementatie van een dergelijk preventiebeleid blijft moeilijk voor de ondernemingen.
Anderzijds is de wetgeving inzake het welzijn op het werk geëvolueerd sinds het verschijnen van deze CAO 72 van 1999. Het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk werd geëvalueerd in 2010-2011 en moet zeer binnenkort worden aangepast rekening houdend met deze evaluatie en moet de preventie van deze problematiek verbeteren.
De Nationale Arbeidsraad (NAR) heeft op 17 juli 2012 een advies (nr.1808) gepubliceerd over de evolutie van deze reglementering. In dit advies wordt door de sociale partners een zo breed mogelijke benadering aanbevolen en dit in het kader van een integraal beleid aangaande veiligheid en gezondheid en een integraal personeelsbeleid. Een concrete en eenvoudige aanpak is nodig, die door alle bedrijven toegepast kan worden en de huidige tools valoriseert, net zoals de reglementering, de tools over HR-beheer, cao 72 en de brochure van de NAR over de preventie van stress op het werk.
In 2012 heeft de FOD Werkgelegenheid samen met de sociale partners voor het grote publiek een sensibiliseringscampagne gelanceerd over PSR, dus niet enkel gericht aan de personen die werken in ondernemingen, maar ook aan hun omgeving (ouders, kinderen, echtgenoot…). In 2013 zal deze campagne zich meer in het bijzonder richten op de personen van de ondernemingen, de werkgevers en de leden van de hiërarchische lijn, alsook aan de werknemers en hun vertegenwoordigers.
In het kader van deze campagne zal er een praktische sensibiliseringsgids over PSR worden opgesteld op basis van de preventiestrategie die wordt beschreven in de gids van de NAR over stress van 2004.
In het advies nr. 1808 stelt de NAR voor om een sensibilisatiecampagne te organiseren rond 3 assen, waaronder een as betreffende een testfase in bepaalde bedrijven om na te gaan of de aanbevolen benadering toelaat om de doelstellingen van de NAR te bereiken.
Gezien de evolutie van de wetgeving, de omvang van de problematiek, de ontwikkelingen aangebracht door de onderzoeken, het aantal preventietools die bestaan, de sensibilisering die is gebeurd, blijft nog de fundamentele vraag te bepalen hoe de ondernemingen te motiveren en te helpen bij het opzetten van een doeltreffend en duurzaam preventiebeleid inzake PSR door het optreden van de overlegorganen (ondernemingsraad en comité voor preventie en bescherming op het werk).
Het huidige onderzoek zal proberen om te antwoorden op deze vraag door 10 ondernemingen te helpen bij het opzetten van een dergelijk preventiebeleid. Er wordt dus rekening gehouden met de wens van de NAR om een testfase in de bedrijven te organiseren.
Timing
2013-2016
Opdrachtgever
Directie van het onderzoek over de verbetering van de arbeidsomstandigheden (DiOVA)
Onderzoeksteam
- Miet Lamberts, psychologe, projectleider Onderzoekseenheid Arbeid en Organisatie, HIVA
- Laurianne Terlinden, onderzoeker, HIVA
Onderzoeksopzet
Doelstellingen
De doelstellingen van het onderzoek zijn:
- de sociale partners (werkgevers en leden van de hiërarchische lijn, werknemers en hun vertegenwoordigers) van 10 ondernemingen helpen bij het opzetten van een preventiebeleid inzake psychosociale risico’s op basis van de strategie die wordt voorgesteld in de gids van de NAR van 2004, de strategie die ook aan de basis zal liggen van de sensibiliseringscampagne over PSR.
- bepalen van de factoren die de implementatie van dit beleid in de 10 ondernemingen zowel positief (stimulansen) als negatief (hinderpalen) hebben beïnvloed.
- type-voorbeelden (Good Practices) opstellen onder een nog te bepalen vorm (fiche, boek, diaset, website…) om aan andere ondernemingen te tonen hoe zij concreet kunnen overgaan tot actie door rekening te houden met de cruciale punten bepaald in het onderzoek om te komen tot een doeltreffend en duurzaam preventiebeleid inzake PSR.
Methode
Om deze doelstellingen te bereiken, zal het onderzoek 3 fasen bevatten:
- Voorbereiding van de hulp die zal worden geboden aan de ondernemingen
- Begrijpen en integratie van de strategie van de gids van de NAR en de gids van de sensibiliseringscampagne door de onderzoekers die de ondernemingen zullen helpen
- Selectie van ondernemingen in samenwerking met de sociale partners
- 10 ondernemingen zullen worden geselecteerd, evenwichtig verdeeld volgens grootte: kleine bedrijven (minder dan 50 werknemers), middelgrote bedrijven (tussen 50 en 100 werknemers), en grote bedrijven (meer dan 100 werknemers). Er zullen bedrijven uit de privé-sector en uit de non-profit gekozen worden.
- De ondernemingen die in aanmerking zullen komen voor deze experimenten moeten beantwoorden aan een bepaald aantal te preciseren criteria, een absoluut noodzakelijke voorwaarde is het gezamenlijk engagement van de directie en de werknemersvertegenwoordigers. De begeleiding van het experiment in de onderneming is kosteloos voor de onderneming.
- Het initiatief in de bedrijven zal dus genomen worden door de sociale partners van deze bedrijven op basis van een gezamenlijk akkoord en engagement. Het bedrijf zal dus niet gekozen worden door bijvoorbeeld een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPBW) die een van haar klanten zou contacteren. De aanpak dient vanuit een andere richting te vertrekken. Het is de EDPBW die gecontacteerd wordt door het bedrijf om haar missie als raadgever en expert te verzekeren.
- Bepalen van de hulp die zal worden geboden door de onderzoekers aan de ondernemingen
- De onderzoekers moeten de cruciale momenten bepalen voor de implementatie van het preventiebeleid voor dewelke hun hulp noodzakelijk is
- Het soort hulp moet ook worden bepaald door de onderzoekers: ondersteuning, coaching, vergaderingen, bemiddeling, methodes…
- De planning van de hulp geboden aan de ondernemingen
- Interventie in de ondernemingen
- Implementatie van de hulp aan de geselecteerde ondernemingen
- De onderzoekers en de bedrijfsleiding betrekken de preventieadviseurs van onder andere de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk die een contract heeft met het bedrijf.
- Monitoring van de hulp geboden aan de ondernemingen door de onderzoekers
- Monitoring van de stimulansen en hinderpalen waarop de ondernemingen stuiten, tijdens het volledige proces van implementatie van de preventiestrategie inzake PSR
- Voor de opvolging van de hulp geboden door de onderzoekers, moet het advies en de feedback van de verschillende sociale partners van de ondernemingen worden ingewonnen net als van andere actoren die mogelijk betrokken zijn in het proces (arbeidsgeneesheer, interne preventieadviseur, interne of externe preventieadviseur psychosociale aspecten …)
- Analyse van de resultaten en conclusies van de studie
- Evaluatie van de implementatie van de preventiestrategie inzake de PSR binnen 10 ondernemingen: hinderpalen, stimulansen…
- Evaluatie van de impact van de strategie inzake de preventie van PSR die is geïmplementeerd in de 10 ondernemingen
- Evaluatie van de impact van de bijstand die verleend wordt door het onderzoeksteam in de verschillende activiteiten die gerealiseerd worden om de preventiestrategie in elk van de bedrijven te realiseren. Welke raad kan gegeven worden om deze strategie op te zetten in een normale situatie, zonder gratis hulp van een extern onderzoeksteam?
- Uitwerking van aanbevelingen om de preventiestrategie inzake de PSR beschreven in de gids van de NAR en in de gids van de sensibiliseringscampagne voor PSR te verbeteren
- Opstellen van type-voorbeelden op basis van de resultaten behaald in de 10 ondernemingen
- Redactie van het eindrapport en de synthese
Het onderzoek moet het gehele Belgische grondgebied beslagen.
De genderdimensie moet in rekening worden gebracht tijdens alle fasen van het onderzoek.
Resultaten
1. Opstart van een preventiebeleid PSR
Tabel vat de belangrijkste faciliterende en hinderende factoren met betrekking tot het opstarten en vormgeven van een preventiebeleid PSR samen, die we konden vaststellen in de verschillende organisatiecases.
Faciliterende factoren |
Hinderende factoren |
Iedereen overtuigd van belang -> engagement |
Bedreigend voor management/geviseerd, PSR geen prioriteit binnen OSH |
Trekker met expertise/voeling met het complexe thema |
Gebrekkige kennis, ervaring, expertise bij IPA |
Beschikbare tijd en middelen |
Geen tijd en middelen, onduidelijke ROI |
De juiste context (prevalentie stress, burn-out, ...) |
Niet de juiste context (taboe, ‘verkeerde moment’) |
De wetgeving |
Vaagheid binnen de wetgeving, niet weten hoe er aan te beginnen, geen duidelijke handvaten in complexe materie, groot/breed aanbod (van min. tot max.) |
Gestructureerde aanpak zorgsysteem |
Lang proces met hierdoor groter risico op personeelswisselingen, andere contextwijzigingen, ... |
Visie, strategisch, geïntegreerd, verankerd in globaal preventie- en welzijnsbeleid |
Geen structurele verankering |
Goede ondersteuning/samenwerking EDPB |
Onduidelijk aanbod vanwege EDPB |
Goede communicatie |
|
Participatie en betrokkenheid |
|
2. Naar een risicoanalyse
We geven de voornaamste faciliterende en blokkerende factoren mee met betrekking tot de risicoanalyse, die we vaststelden in of die gemeld werden door de verschillende cases.
Faciliterende factoren |
Hinderende factoren |
Aanbod op maat |
Kwaliteit en prijs van het aanbod |
RA is vaak meer dan een bevestiging van wat men al weet |
Intern vertaalwerk en kwalitatieve verdieping is vaak noodzakelijk |
Niet als instrument op zich, duidelijk kaderen in geïntegreerd proces |
Negatieve resultaten=negatieve angst Ongeacht resultaat: niets mee doen = fataal |
Tijdsintensief |
|
Instrumenten niet altijd voor iedereen even toegankelijk (taal, afnameprocedure vb. op werven) |
|
Anonimiteit wanneer proces intern loopt |
|
Collectieve RA niet altijd zinvol |
|
3. Van risicoanalyse naar actieplan
We geven de voornaamste faciliterende en blokkerende factoren mee met betrekking tot de vormgeving van het actieplan, die we vaststelden in of die gemeld werden door de verschillende cases.
Faciliterende factoren |
Hinderende factoren |
Beschikbare expertise, neutrale externe ondersteuner/ procesbegeleider |
Geen vooraf bepaald plan om aan de slag te gaan met de resultaten van de RA |
Goede sociale relaties |
Vaak keuze voor de goedkoopste aanpak en acties |
Juiste methodieken |
Actieplan wordt doel op zich |
Werkgroep met een mandaat |
Actieplan vooral gericht op korte termijn |
laagdrempelig participatief proces, met duidelijke timing en indicatoren en eigenaarschap van acties |
Context en historiek m.b.t. inspraak en participatie |
Niet beperken tot bevindingen RA |
|
GP is kapstok voor geïntegreerd beleid |
|
Wat in actieplan en wat niet? Toetsen of de voorgestelde maatregelen wel zwaar genoeg wegen en effectief bijdragen tot een oplossing van de gesignaleerde knelpunten! |
|
Doelgroep evenwichtig verdeeld |
|
4. Implementatie van het actieplan
Slechts een beperkt aantal cases zijn tijdens de procesopvolging overgegaan tot de effectieve implementatie van het actieplan. In deze paragraaf geven we de voornaamste faciliterende en blokkerende factoren mee, die we vaststelden in of die gemeld werden door de verschillende cases.
Faciliterende factoren |
Hinderende factoren |
Concrete actie met onmiddellijke win naast andere acties |
Geen goede opvolging mogelijk |
Monitoring en opvolging/toetsing of antwoord geboden wordt aan vastgesteld probleem |
|
Externe ondersteuning om te vermijden dat het proces stilvalt/duidelijk gelinkt aan dynamisch zorgsysteem |
|
Communicatie en transparant |
|
Publicatie
Bijkomende inlichtingen
Indien u meer informatie wenst over dit onderzoek of de publicaties, neem dan contact op met de Directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden (DIOVA), E. Blerotstraat 1 - 1070 Brussel, alain.piette@werk.belgie.be.